BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

“Bij een middenkabinet is het over en uit”

04-11-2025
door Redactie
Nieuws

Nu de opdracht van de Adviescommissie STOER er officieel opzit, moeten voorzitter Friso de Zeeuw en de andere commissieleden afwachten wat het demissionaire kabinet met hun 150 aanbevelingen doet. Inmiddels heeft het kabinet aangegeven het merendeel van deze adviezen over te nemen.

Tekst: Geert Hilferink – Foto’s: Marcel Krijger

Friso de Zeeuw

Friso de Zeeuw

Het demissionaire kabinet neemt nieuwe maatregelen om meer woningen sneller en goedkoper te bouwen. De geluidsnormen worden langs spoorwegen niet strenger. De technische vergunning- en meldingsplicht vervalt voor woningen met een erkende kwaliteitsverklaring. En bezwaar- en beroepsprocedures worden sneller afgehandeld. Dat maakte minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op 10 oktober 2025 bekend in een brief aan de Tweede Kamer als reactie op het adviesrapport STOER.

Emeritus hoogleraar Friso de Zeeuw (73 jaar) kent de onzekerheden die horen bij het adviseren van de overheid. Dat bewijst zijn werk als voorzitter van de Adviescommissie STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) ook weer. Gedurende de opdracht werd het kabinet demissionair. “De Tweede Kamer oordeelde dat de woningnood dermate hoog is, dat er geen moratorium op dit thema kwam. Wij konden dus gewoon verder met ons onderzoek. Dat biedt natuurlijk geen garantie dat onze aanbevelingen door een nieuw kabinet worden overgenomen. Ik loop lang genoeg mee om te weten dat het werk dat je gedaan hebt soms voor niets is geweest.”

Kijkend naar de actuele opiniepeilingen en de gepresenteerde verkiezingsprogramma’s acht De Zeeuw de kans op een middenkabinet vrij groot. “Als zo’n kabinet er komt en zij vinden dat met wet Versterking regie Volkshuisvesting voldoende wordt ingegrepen op de woningmarkt, is het over en uit.”

80.000 woningen zijn haalbaar

Een andere onzekerheid is de vraag of de adviezen van de commissie daadwerkelijk kunnen leiden tot de bouw van jaarlijks 100.000 woningen. Een vraag die geen onderdeel was van de opdracht aan De Zeeuw, maar waarop hij wel wil reageren. “De gestelde ambitie is sinds het opstellen ervan nooit gehaald. Ik denk dat er maximaal 80.000 nieuwe woningen per jaar toegevoegd kunnen worden. Dan moet er echter nog wel veel gebeuren, want de bouwsector heeft tijdens de laatste crises te maken gehad met een flinke uitstroom. Gekoppeld aan de relatief hoge leeftijd van het huidige bouwpersoneel en de beperkte instroom van jongeren in de sector, kan dat een probleem worden. Daar zal ook serieuze aandacht voor moeten zijn vanuit de overheid, het onderwijs en de bouwsector zelf.”

De gestelde ambitie van 100.000 woningen is sinds het opstellen ervan nooit gehaald

Continuïteit voor aannemers

Industrialisatie kan bijdragen aan de versnelling, maar ook daarvoor is goede regelgeving nodig. “Fabrieksmatige woningbouw vraagt om heldere standaarden, anders gaat het geen voordelen opleveren. Het is vooral de factor mens die belangrijk is voor de snellere bouw van die aantallen woningen. Daarom zijn onze aanbevelingen slechts een deel van de oplossing. Aannemers hebben behoefte aan continuïteit, dan gaan ze weer investeren in mensen en middelen. Die continuïteit kan komen uit harde plancapaciteit, want het gebeurt nu nog te vaak dat plannen van de kaart vallen.”

In de Nota Ruimte, die eind september wordt gepresenteerd, schets het demissionaire kabinet een beeld van onder meer de aanvullende locaties waar de komende decennia woningbouw gerealiseerd kan worden. “Samen met onze aanbevelingen kan dit een aanzet voor versnelling zijn, waarbij we als commissie wel benadrukken dat monitoring van projecten belangrijker wordt. Dan kan namelijk snel een vertraging geconstateerd en aangepakt worden. De politiek, projectontwikkelaars en bouwsector zijn nu aan zet om invulling aan onze aanbevelingen te geven.”

‘Drama van de goede bedoelingen’

De Adviescommissie STOER is niet het eerste initiatief in de strijd tegen de stapeling van regelgeving, eisen en ambities die woningbouw ernstig vertragen. De Zeeuw: “Het probleem is al decennialang aanwezig, maar eerdere pogingen van onder meer de overheid zelf en de NEPROM om dit te doorbreken, kenden steeds teleurstellende uitkomsten.”

Reden voor dat uitblijvende succes? De druk om het steeds beter te doen is erg groot. Het vermijden van risico’s op het gebied van veiligheid, gezondheid en duurzaamheid heeft een hoofdrol gekregen. De Zeeuw noemt het ‘het drama van de goede bedoelingen’.

“Zowel de politiek als de maatschappij is het er al jaren over eens dat het simpeler en sneller moet om de woningbouw te versnellen. Maar zodra het concreet wordt, hebben we te maken met een onevenwichtigheid in de machtsbalans. Dan blijkt de groep die voor steeds beter gaat, toch weer groter en blijft de versnelling uit.”

Andere situatie

Van die onevenwichtigheid is in het huidige – demissionaire – kabinet geen sprake. De woningcrisis staat inmiddels bovenaan de maatschappelijke agenda en de verantwoordelijke minister maakt zich hard voor oplossingen. “Dat maakt de situatie nu wel anders. Ik ben door minister Keijzer gevraagd om op alle mogelijke manieren te kijken hoe we sneller en beter meer woningen kunnen toevoegen. Die mogelijkheden hebben we als commissie onderzocht en vertaald naar aanbevelingen.”

Daarvoor heeft de commissie de volledige scope van de regelgeving in het woningbouwproces geanalyseerd, nadat eerst een knelpunteninventarisatie in het werkveld was gedaan. “Die leverde 350 knelpunten op. De oplossingen die men aandroeg waren lang niet allemaal realistisch. Zo opperde een aantal indieners om de provincie er helemaal tussenuit te halen. Leuk voor een discussie in de kroeg, maar niet uitvoerbaar…”

Intensief onder tijdsdruk

Dankzij deze inventarisatie was de commissie wel snel in staat om mogelijke oorzaken van vertraging in het bouwproces in beeld te brengen. “Van de voorfase en grondverwerking, het omgevingsplan tot het Bbl, en de bezwaar- en beroepsprocedures. Daarmee zijn we als commissie aan de slag gegaan en hebben we in het voorjaar onze eerste aanbevelingen al gepresenteerd. In juli volgde het tweede deel en hebben we ons eindrapport aangeboden aan de minister. Een heel intensief traject onder flinke tijdsdruk”

Die druk had de adviescommissie zichzelf opgelegd. “We onderzochten manieren om de woningbouw te versnellen, daar hoort een snelle advisering bij. Met de verschillende specialisten binnen de adviescommissie konden we op alle terreinen binnen de Omgevingswet snel analyseren en adviseren.”

Meteen kritiek

De aanbevelingen werden in twee fases gepresenteerd. In de eerste fase is vooral gekeken naar de versnellingskansen die het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) biedt. Minister Keijzer ging direct met de aanbevelingen binnen haar portefeuille aan de slag, ondanks de kritiek die er op de aanbevelingen kwam. “Dat hadden veel mensen niet verwacht. Zo was er veel discussie over ons voorstel om de eisen aan de plafondhoogte te verlagen en steilere trappen toe te staan. Terwijl het puur om het eisenniveau gaat dat gemeenten kunnen stellen voor plafondhoogten. Wij adviseren wat meer te kijken naar de normen die West-Europa gelden dan zitten wij nog steeds aan de bovenkant, letterlijk en figuurlijk. Maar sommigen reageerden alsof niet het plafond, maar de hemel naar beneden kwam.”

Al die lieden die zo tekeer gaan, spreken zich tegelijkertijd uit voor de bouw van kleinere woningen, omdat we vervolgens hen te groot wonen in vergelijking met andere Europese landen. “Heel apart, want bij het voorstel voor een lager plafond gaat het dak eraf, maar kleinere woningen zijn wel een goed idee…”

‘Niet zo radicaal’

De aanbevelingen die in de tweede fase zijn gedaan, wachten nog op een politiek oordeel. Het demissionaire kabinet komt 13 oktober met een reactie op alle 150 aanbevelingen. “Daarbij zitten de aanbevelingen die ook betrekking hebben op verantwoordelijkheden van andere ministeries, zoals IenW. Bouwen bij luchthavens, omgaan met vervuilde grond, omgevingsveiligheid en flora en fauna bijvoorbeeld.” Ook op die aanbevelingen kwam al de nodige kritiek uit de sector en politiek na de presentatie.

“Het totaal van de 150 aanbevelingen is voor Nederland misschien vrij radicaal, maar op zichzelf zijn de voorstellen niet zo radicaal. We hebben in veel gevallen bij sectorale regels het schuifje net iets meer richting snellere en goedkopere woningbouw geschoven.”

Besparing door maatregelen

Hoewel niet alle gedane aanbevelingen zijn doorgerekend, kan in de voorbereidende fase van een project tot twee jaar tijdwinst geboekt worden. “Als gemeenten sneller kunnen werken en de Raad van State evident ongegronde bezwaren meteen afwijst, is dat mogelijk. De aanpassingen van de bouwvoorschriften die we voorstellen, kunnen volgens onze inschatting een kostenreductie tot 10.000 euro per woning opleveren. En als we ervan uit dat er door de gemeente geen aanvullende bouwtechnische voorwaarden meer stellen, zoals wij voorstellen, loopt dat voordeel op termijn op globaal 30.000 euro.”

“Dit moet nog wel verder onderzocht worden, hiervoor had onze commissie geen tijd. Bovendien vraagt dit andere disciplines, maar een Kamermeerderheid heeft al aangegeven die doorrekening te willen ontvangen.”

Koersvast beleid

Vooruitlopend op de Tweede Kamerverkiezingen schreef De Zeeuw deze zomer samen met hoogleraren Peter Boelhouwer (TU Delft) en Jan Rouwendal (VU) en expert gebiedsontwikkeling Desiree Uitzetter het manifest ‘Wonen in de nieuwe kabinetsperiode’. Hierin waarschuwen ze het nieuwe kabinet voor tien valkuilen en geven ze zes verschillende ingrediënten voor structurele verbeteringen. Het integraal overnemen van de aanbevelingen van de Adviescommissie STOER is daar een onderdeel van, maar ook de kansen om woningen toe te voegen binnen de bestaande voorraad worden benoemd.

“Als commissie dragen wij het stokje over aan de politiek en in het manifest vragen we nadrukkelijk om koersvast beleid. Dat is een voorwaarde om te komen tot een gezonde woningmarkt.”

Koersvast beleid is een voorwaarde voor een gezonde woningmarkt

Houd Europa in de gaten

De adviescommissie roept de overheid in haar aanbevelingen op om de ontwikkelingen in Europa goed te volgen. Enerzijds om te kijken waar Europese regels kunnen helpen in standaardisering en versnelling, maar ook om nieuwe belemmeringen te voorkomen. “Flora en faunawetgeving, de kaderrichtlijn Water en nieuwe natuurmaatregelen die in Brussel worden afgekondigd, kunnen zorgen voor nieuwe hobbels in de Nederlandse woningbouw”, waarschuwt De Zeeuw.