BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

“Houd de woningen betaalbaar”

22-11-2021
door Redactie
Bouweconomie

Waar bouwen we voor 2030 de één miljoen woningen voor de Nederlandse samenleving? Dat is een politieke vraag ingebed in tal van hete hangijzers, als stikstof- en CO2-uitstoot, beperkte ruimte en natuurbescherming. D66 heeft een voorkeur voor binnenstedelijke verdichting en hoogbouw. Elke uitbreiding moet gepaard gaan met verbeterde aansluiting op het openbaar vervoer. Het groen wil de partij zoveel mogelijk sparen. Woordvoerder Faissal Boelakjar is inmiddels ook fan van het OV.

Tweede Kamerlid voor D66, Faissal Boelakjar, is onder meer woordvoerder voor wonen, infrastructuur en openbaar vervoer.

Betere verbinding tussen regio’s succesfactor voor gezonde spreiding woningbouw

Tekst: Arie Grevers – Foto’s: Kees Stuip

Elke morgen stapt Faissal Boelakjar op de snelbus voor zijn deur in Teteringen om in Breda over te stappen op de intercity naar Den Haag en ’s avonds vice versa. Dat wil zeggen elke werkdag waarop hij in het gebouw van de Tweede Kamer moet zijn. Daar doet hij nog geen uur over. Als hij aankomt heeft hij de eerste e-mails al beantwoord. “Dat was voor mij een echte eye-opener, want ik heb – om het gevoel van vrijheid – altijd graag achter het stuur gezeten.”

Vele woningbouwinitiatieven

Faissal Boelakjar is sinds de beëdiging van de Tweede Kamerleden dit jaar woordvoerder van ondermeer bouwzaken, openbaar vervoer en infrastructuur. Een goede combinatie, vindt hij. “Wij vinden dat die zaken onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Als je gaat bouwen, moet je direct ook de infrastructuur verbeteren en in het bijzonder het openbaar vervoer. In de Nederlandse samenleving is het essentieel de regio’s onderling te verbinden en snel bereikbaar te maken. Het meeste werk vind je nu eenmaal in de Randstad en daar is tegelijk de druk op de woningmarkt het grootst. Wie wil er niet in Groningen blijven wonen als je binnen een uur op je werk in Amsterdam kunt zijn? Door covid hebben we geleerd dat je heel goed enkele dagen thuis kunt werken om twee of drie dagen per week op kantoor te zijn. Verkorting van de reistijd is te bereiken door de bestaande verbinding via Zwolle te optimaliseren. En als de nieuwe Lelylijn er komt, inclusief de verlenging naar Amsterdam via de IJmeerlijn, dan win je volgens Bouwstenen voor het Deltaplan dat de drie noordelijke provincies en Flevoland hebben gepresenteerd, ten minste veertig minuten op de twee uren reistijd die er nu voor staan. De plannen voorzien in de bouw van 220.000 extra woningen tot 2030 bovenop de autonome groei van 100.000 woningen. Ook hier een combinatie van woningbouw en ontwikkeling/verbetering van het OV. Met zulke plannen halen we onze targets wel, dat wil zeggen 1 miljoen woningen erbij in 2050.”
Ook kan Faissal voorbeelden noemen van extra woningbouwinspanningen in Eindhoven en Breda. Het is wel zaak, zegt hij, de vinger aan de pols te houden. “Het mag niet zo zijn dat vertragingsmechanismen optreden en de voortgang frustreren. Aan de andere kant moeten we erop toezien, dat er voldoende zorgvuldig gehandeld wordt.”

“Het is een schandvlek dat mensen uit de middenberoepen niet kunnen wonen in de stad waar ze werken”

Geen betaalbare woningen voor jongeren

In Breda is hij wethouder geweest. Hij kent de schrijnende woningmarktsituatie in ook deze stad.
“En dan heb ik het vooral over de betaalbaarheid. Je ziet het in heel Nederland. Jonge mensen kunnen niet meer in de stad wonen omdat de huizen veel te duur zijn. En ook de middengroepen worden de stad uitgejaagd. Een docent, politieagent of verpleger kan de woning in de stad waar hij werkt niet betalen en wordt gedwongen een locatie te zoeken waar de woningen wel betaalbaar zijn. Wij vinden dat een onduldbare situatie. Het is een schandvlek. Deze groepen komen vaak niet in aanmerking voor een huurwoning en voor een koopwoning verdienen ze te weinig. Daar moet echt iets aan gebeuren.”
Maar wat dan?
De politicus verwacht dat de productie van prefab-woningen de prijs van nieuwbouwwoningen zal drukken. “Ik ben zelf in de fabriek geweest van Dijksma en Draisma. Het is indrukwekkend wat deze mkb’er in korte tijd heeft neergezet. We moeten kritisch durven kijken naar woningbouwprogramma’s en – zoals dat nu in Amsterdam al gebeurt – naar de positie van investeerders op de huizenmarkt.”

Binnenstedelijk woningbouw geniet voorkeur

We hebben nog altijd te maken met een stikstofbeleid dat beperkende maatregelen oplegt. Waar moeten de woningen gebouwd worden volgens D66?
“In de eerste plaats: onderzoek uitputtend de mogelijkheden in de binnensteden. Daar heb je het minst last van de stikstofregels. En het liefst zie ik daar betaalbare woningen voor de al eerder genoemde groepen.”
Is er dan zoveel plaats in de binnensteden?
“Het zal niet voldoende zijn, maar wij denken dat we heel aardig op streek zijn, als we de binnensteden verdichten. Denk aan hoogbouw op dure locaties en ook aan de transformatie van leegstaande kantoor- en winkelpanden. Het komt de leefbaarheid en de binnensteden ten goede en het schaarse groen tussen de steden blijft behouden. Verder zijn er aan de rafelranden van de steden nog uitbreidingslocaties denkbaar. We zien ook woonopties door overtollig bezit van Rijksvastgoedbeheer te transformeren. Op deze terreinen die in eigendom van de overheid zijn, kun je denken aan gronduitgifte tegen moderate prijzen.”

“We moeten leren van de fouten gemaakt in de vorige crisis en een crisisdoorbouwfonds inrichten voor als de nood aan de man komt”

Een ministerie van VRIM?

Wie moet het voortouw nemen? De AFNL ziet wel iets in een minister van VRIM – Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Milieu. Een minister met mandaten die voortvarend en met slagkracht de grote uitdagingen van nu en de nabije toekomst weet op te pakken. Iedereen kent ze: voorzien in woningbehoefte, renovatieopgave, klimaatbestendig maken van de leefomgeving, enzovoort.
“Wij zien ook de noodzaak van een minister van Wonen en Volkshuisvesting. We willen dat er een steekhoudende samenwerking komt tussen rijk en gemeenten. Ook de manier waarop we volkshuisvesting via de corporatie hebben georganiseerd is een groot goed en uniek in de wereld. Dat kan dan ook via dat ministerie gaan lopen. De gedeeltelijke afschaffing van de verhuurdersheffing is alvast een stap in de goede richting. Het is zaak goed te monitoren wat het betekent voor de corporaties. Sorteert de maatregel het beoogde effect of doen we er goed aan een corporatiefonds in te richten voor renovatie van de bestaande voorraad en leefbaar maken van wijken. Functioneert dat naar behoren, dan kunnen we op termijn de verhuursheffing in zijn geheel wel afschaffen.”

“Leegstaande en overtollige gebouwen van Rijksvastgoedbedrijf transformeren naar woningen en – indien mogelijk – nieuwe betaalbare (!) kavels uitgeven tussen het bestaande vastgoed”

Met crisisdoorbouwfonds gemaakte fouten voorkomen

Er is een schreeuwend tekort aan goed opgeleide vakmensen. Voor de belangrijkste oorzaak moeten we terug naar de kredietcrisis in de periode van 2009 tot 2016. Deze is vele mkb-bouwondernemers fataal geworden. Ze moesten de poorten sluiten of zich ontdoen van de kern aan vaste medewerkers om het hoofd boven water te houden. Er was geen werk. Gevolg: een ongekende leegloop van vakmensen waar we nu de wrange vruchten van plukken.
“We moeten leren van de fouten die we toen gemaakt hebben en – als de nood aan de man komt – een crisisdoorbouwfonds in het leven roepen. Dan kun je vakkrachten behouden. Ik weet dat ook de AFNL in die tijd de rijksoverheid opgeroepen heeft om anticyclisch te investeren en vast te houden aan de voorgenomen woningbouwproductie. Juist ook omdat men uit ervaring wist dat na de crisis het tekort aan vakkrachten voelbaar zou worden als men niks deed. Zulke fouten moeten we niet meer maken.”

Bouwprijsoverschrijding

Faissal Boelakjar voert namens de parlementariërs het woord over de verbouwing en renovatie van het Tweede Kamergebouw. Hij doet dat graag en heeft ervaren – voor zover hij dat al niet wist – hoe het gaat bij grote projecten. “De begroting is destijds geraamd op 450 miljoen euro. We zitten nu al op 700 miljoen euro en het zou me niks verbazen als we daarmee niet klaar zijn. De prijzen voor de bouwmaterialen zijn – zoals ongetwijfeld bekend bij de aannemers – enorm gestegen. Ben benieuwd naar de uitwerking op de kostprijs. Ik weet het niet zeker, maar ik vermoed niet dat de prijsstijgingen al ten volle zijn doorberekend.”