BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

“Balanceren op een dun koord”

04-10-2021
door Redactie
GAzet

Het nieuws dat het aantal vacatures in de bouw in het tweede kwartaal van 2021 tot historische hoogte is gegroeid, verbaast veel ondernemers niets. Al lange tijd is het vinden van geschikt bouwplaats en UTA-personeel een groot probleem. Hoe houden ondernemers uit de achterban van AFNL hun medewerkersbestand op peil en welke oplossingen zien zij?

Ondernemers over tekorten aan personeel

man op dak

De teller staat inmiddels op bijna 21.000 vacatures en de verwachting dat hierin snel verandering komt, lijkt niet heel groot. Dat is af te leiden uit de reacties van enkele werkgevers in de bouw en infra op recent gepubliceerde cijfers van het CBS.

Instroom van onderaf

“Het grote probleem is dat de instroom van nieuwe vakmensen toch voornamelijk van leerlingen en jongeren moet komen. En die instroom is de afgelopen jaren alleen maar verder teruggelopen. Dat is echt schrikbarend. Dus al zou het aantal leerlingen in het vmbo en mbo de komende jaren stijgen, dan hebben we daar op dit moment nog niets aan. Terwijl we ze nu juist al hard nodig hebben”, zegt Peter Remmits, directeur van Gebr. Remmits.
Binnen het bedrijf, gespecialiseerd in grond-, water en wegenbouw en aangesloten bij MKB-INFRA, is continu behoefte aan medewerkers. “Gelukkig hebben wij het op ons kantoor nog goed op orde, maar in de uitvoering is het erg lastig om mensen te vinden. Van uitvoerders tot riool- of grondwerkers. Maar ook chauffeurs voor bijvoorbeeld de kipperwagen of containerauto zijn amper te vinden.”

man voor metselmuur

Branchebreed probleem

Soortgelijke geluiden klinken bij Salverda Bouw uit ’t Harde. “Het vinden van goed opgeleide vaklieden is zeker een groot issue. Of het nu gaat om een ervaren werkvoorbereider of een uitvoerder op de bouw; het vinden van gekwalificeerde mensen is al langer bijzonder lastig”, zegt Gert Winkelaar, als adjunct-directeur verantwoordelijk voor het personeel van Salverda Bouw.
En Winkelaar weet dat het niet een zoektocht is waarmee alleen Salverda Bouw worstelt. “Het is echt een branchebreed probleem. Overal waar ik kom hoor ik hetzelfde. Er is gewoon niet voldoende personeel te vinden.”

In contact komen

Een van de grote uitdagingen in het vinden van nieuwe medewerkers is volgens Winkelaar het in contact komen met deze groep. “Een timmerman heeft geen account op LinkedIn en zal niet snel uit zichzelf op onze website naar de vacatures kijken. Datzelfde geldt voor tegelzetters, betonreparateurs en andere gespecialiseerde vaklieden die wij zoeken.”
Voor alle vacatures die bij de aannemer op werkenbijsalverdabouw.nl staan geldt dat de behoefte inmiddels zo groot is dat als twee geschikte kandidaten zich melden voor een vacature, ze allebei aangenomen worden. “Er ligt voldoende werk dus die uitspraak durf ik wel te doen. Dat geldt overigens ook als een goede vakman zich zelf meldt. De vraag is gewoon zo groot dat we die topper graag verwelkomen, ook al is er op dat moment geen directe vacature voor die functie.”

Zelf opleiden

In de zoektocht naar manieren om toch vacatures vervult te krijgen, besteden beide werkgevers aandacht aan het zelf opleiden. “Zo hebben wij onlangs een jonge calculator aangenomen, die we nog wel verder moeten inwerken de komende periode. Gelukkig wil de calculator die deze zomer met pensioen zou gaan wel doorwerken om deze nieuwe collega drie dagen in de week in te werken. Dat helpt ons enorm.”
Ook Salverda Bouw ziet zelf opleiden als een mogelijkheid, al plaatst Winkelaar wel een kanttekening. “Het nadeel in de huidige situatie is dat we eerst energie moeten steken in die nieuwe werknemer voordat we profiteren van zijn energie. Dat betekent dat de medewerker die de nieuwe collega inwerkt zich niet volledig kan richten op zijn eigen werk. We zijn natuurlijk blij met iedere nieuwe medewerker, maar je kunt ze niet vanaf de start meteen volop inzetten. En dat zouden we in deze drukke tijden wel willen.”

Samenwerken met opleidingen

Voor beide ondernemingen geldt dat ook nauw met roc’s en andere praktijkopleidingen wordt samengewerkt. Winkelaar: “De contacten zijn goed en we krijgen ook leerlingen vanuit de bouw- en technische opleidingen, maar het probleem is dat daar niet de aantallen uit voortkomen die je nodig hebt om de markt in balans te houden.”
Remmits bevestigt dat. “Ik ben de derde generatie in het bedrijf en inmiddels geef ik 30 jaar leiding aan het bedrijf. In al die jaren hebben we altijd te maken gehad met een grotere vraag naar werknemers dan dat er aanbod was. Het is alleen de laatste jaren wel veel erger geworden. Dat zien ze op de opleidingen ook. De instroom van leerlingen is nagenoeg opgedroogd.”

Branche beter op de kaart zetten richting jongeren

De reden voor de impopulariteit van bouw en infra onder jongeren kennen Remmits en Salverda wel. “Het slechte imago van onze branches. Het heeft nog steeds de naam dat het zwaar en vies werk is en dat je lange dagen maakt. Maar er is in de afgelopen jaren zoveel veranderd en verbeterd. Ik heb geen kant-en-klare oplossing, maar ik denk dat we vooral dat imago moeten verbeteren om uit deze crisis te komen.”
De kansen om dat imago nu te verbeteren zijn volgens Winkelaar volop aanwezig. “Alleen al gezien de bouw- en verduurzamingsopgave bieden bouw en infra werkgelegenheid voor vele tientallen jaren. Iedereen die nu een opleiding volgt of gaat volgen is bijna verzekerd van een baan. Met volop kansen, doorgroeimogelijkheden en een goed salaris.”

Brede aanpak

De ondernemers zijn het erover eens dat alleen met een brede en gezamenlijk aanpak dit slechte imago veranderd kan worden. “Dat moet echt een samenwerking worden waarin overheid, beroepsopleidingen en branches een hoofdrol hebben. Want uiteindelijk hebben die ook allemaal het meeste te winnen.”

“Industrialisatie haast onontkoombaar”

Hoewel prefab wel wat verlichting kan bieden op de overspannen arbeidsmarkt in bouw en infra, zien Remmits en Winkelaar het zeker niet als dé oplossing. “Ik denk dat we in de infra al best veel prefab doen, zoals fietstunnels bijvoorbeeld, maar verreweg het meeste werk moet gewoon op en in de grond gebeuren en daarvoor hebben we gewoon handjes nodig. Zoals het plaatsen van die tunnel of reconstructiewerk.”
Volgens Winkelaar is prefab vooral voor de woning- en utiliteitsbouw een optie. “Industrialisatie is haast onontkoombaar. Een kap die in de fabriek wordt gemaakt en op de bouw ingehesen kan worden biedt talloze voordelen. Je hebt er bijvoorbeeld minder vaktechnisch personeel voor nodig waardoor een timmerman op een ander project ingezet kan worden. Maar het gaat het tekort aan vakmensen niet oplossen.”