BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

Zwaarwerkregeling bouwplaatspersoneel

22-02-2021
door Redactie
GAzet

Het was één van de belangrijke onderhandelingsresultaten in de cao Bouw & Infra die vorig jaar werd afgesloten; de zwaarwerkregeling voor bouwplaatspersoneel. Een regeling waar jarenlang voor gestreden is door onder andere de bouwsector. Per 1 januari 2021 kan er een beroep gedaan worden op deze regeling. Hoe wordt die in de praktijk ontvangen? Met enigszins gemengde gevoelens, zo blijkt.

De zwaarwerkregeling biedt bouwplaatsmedewerkers de gelegenheid om drie jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd te stoppen met werk. Gedurende die drie jaar ontvangen ze jaarlijks een uitkering van ruim € 21.000,-. Die uitkering kan desgewenst aangevuld worden door het opgebouwde pensioen naar voren te halen.De regeling wordt betaald vanuit de collectieve werkgeverspremie aan het Aanvullingsfonds en mogelijke overheidssubsidie.
Eéen van de voorwaarden om deel te kunnen nemen is dat de medewerker op 1 juli 2019 of 1 januari 2020 actief was als bouwplaatsmedewerker. Op dat moment moest de medewerker ook vallen onder de cao Bouw & Infra. Daarnaast moet de aanvrager van de laatste 25 jaar, minimaal 20 jaar als werknemer onder deze cao gewerkt hebben. Bouwplaatsmedewerkers kunnen tot eind 2025 starten met de zwaarwerkregeling, zo is afgesproken in de cao.

Punt van zorg

“Ik ben blij met de regeling, ook al is die van korte duur. Maar daar zit voor mij wel meteen een punt van zorg”, zegt Johan Middelkamp, directeur van Sallandse Wegenbouw, aangesloten bij MKB INFRA. “Want wat gebeurt er na 2025? In mijn ogen is dit vooral een mooi begin van hopelijk meer.”
Datzelfde geldt voor Toon van den Broek, eigenaar van Lijmbedrijf Van den Broek en voorzitter van de Vereniging Kalkzandsteen Lijmbedrijven (VKL). “We willen in de bouw toe naar meer flexibiliteit en keuzevrijheid in de cao. Daarin is deze regeling een mooie stap.”

Individueel afgerekend

Beide ondernemers zijn blij dat er voor de groep werknemers die maximaal drie jaar voor hun AOW-leeftijd zitten nu een keuze is. “Die vrijheid was er nooit, maar die is wel heel belangrijk. Het geeft lucht voor deze mensen met een zwaar beroep”, zegt Van den Broek. “Maar voor de grote groep daaronder is nog niets geregeld.”
Iets wat Middelkamp ook ziet. “We hebben deze regeling collectief opgepakt en ingericht. Maar voor de overige werknemers worden we nog steeds individueel afgerekend. Terwijl we ook daar binnen de bouw veel aandacht aan besteden. Van goede arbo-voorzieningen tot advies over voeding en beweging. We doen al veel goed als bouw dus het zou goed zijn om een regeling als deze veel breder te trekken”, zegt Middelkamp.

Regelingen nog te streng

Zowel Van den Broek als Middelkamp hechten als ondernemer veel belang aan het op een gezonde en nette manier kunnen behalen van de pensioenleeftijd. “Dat kan alleen door enerzijds zaken als sector collectief te regelen en anderzijds te komen tot minder strenge regelgeving. Overheidsbeleid zorgt er nog steeds voor dat het voor veel ondernemers een te groot risico is om mensen in dienst te nemen. Zaken als de transitievergoeding, doorbetaling bij ziekte, het verdwijnen van vorst- en regenverlet werken een grote flexibele schil nog steeds in de hand”, aldus Middelkamp.

En zolang er voor zzp’ers geen goede collectieve afspraken zijn gemaakt, blijft het moeilijk om voor de ‘gehele bouw’ soortgelijke regelingen te realiseren. Van den Broek: “Daarvoor zal de overheid eerst duidelijke regels moeten opstellen wat ze nu precies onder een zzp’er verstaan. Vervolgens kun je kijken naar algemeen geldende afspraken, zoals pensioenen en verzekeringen. Daarna kun je sectorbreed ook verder kijken.”

Zwaarwerkregeling

Deelnemers aan de zwaarwerkregeling voor bouwplaatspersoneel ontvangen drie jaar lang maandelijks een uitkering van €1.766,67 (€21.200,- per jaar) bij een fulltime dienstverband. Dit bedrag is inclusief vakantiegeld. Iedere deelnemer kan individueel bepalen of ze het ouderdomspensioen op hetzelfde moment als de AOW laten ingaan, of dit ook drie jaar naar voren halen. De medewerker bepaalt eveneens zelf of hij gebruik wil maken van de regeling, de werkgever kan hem dit recht niet ontzeggen.
De regeling geldt niet voor mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn. Gedeeltelijk arbeidsongeschikt kan wel, de uitkering is dan naar rato van het percentage arbeidsongeschiktheid. Ook de medewerkers die voor het stoppen met werk van UTA-medewerker zijn omgezet naar bouwplaatsmedewerker kunnen geen aanspraak maken op de regeling. Dat geldt eveneens voor medewerkers die naast de uitkering werken of een eigen bedrijf beginnen. Medewerkers die gebruik willen maken van de regeling kunnen deze zelf aanvragen via www.zwaarwerkregeling.nl.

Afspraken over zzp’ers

Dat dergelijk stappen op korte termijn gezet kunnen worden, verwacht Van den Broek niet. “Daar zal wel een tijd overheen gaan voor we zover zijn. Met name de discussie rond zzp’ers laat zien dat het moeilijk is om daar collectief regelingen voor te maken. Toch moeten we die kant wel op.”
Een mening die Middelkamp deelt. “Ik wil een goede medewerker – die niet verder kan omdat zijn knieën versleten zijn – niet kwijt omdat hij te duur is. Zo iemand wil ik met zijn kennis en ervaring inzetten als leermeester. Maar dat kan nu niet omdat het veel te duur is. Uiteindelijk moeten we naar collectieve afspraken die ook dat mogelijk maken.”

Meer keuzevrijheden

Het is voor beide ondernemers duidelijk dat de cao in de toekomst steeds flexibeler zal worden. “Dat moet ook wel, aangezien we meer en meer toe gaan naar een welzijnsmaatschappij. Met minder tijdsdruk en meer aandacht voor hoe we ons werk veilig, verantwoord en goed kunnen uitvoeren. Daar passen keuzevrijheden bij waarmee werknemers en werkgevers verder kunnen”, aldus Van den Broek.

Interesse

Twee medewerkers van Sallandse Wegenbouw hebben inmiddels geïnformeerd naar de regeling en de mogelijkheden. Middelkamp: “Ze maken er nog geen gebruik van, maar de interesse is er. En die geluiden hoor ik ook van collega’s.” Van den Broek heeft geen medewerkers in dienst, maar de ondernemer hoort ‘veel goede geluiden uit de markt’. “De vrijheid om als medewerkers zelf te bepalen wanneer je stopt is heel belangrijk. Bovendien willen we als branche naar een veel flexibelere cao met minder dwingende regels en bepalingen. De zwaarwerkregeling bouwplaatspersoneel is daar een prachtig begin van.”