BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

Volledig circulair kwestie van tijd

24-02-2021
door Redactie
Sloop

De term circulair bouwen is anno 2021 gemeengoed voor iedereen die actief is in – of een directe link heeft met – de bouw. Hoe anders was dat toen Woonbedrijf in Eindhoven bijna tien jaar geleden besloten het circulaire pad op te gaan. Inmiddels mag de woningcorporatie zich tot een van de voorlopers rekenen als het gaat om circulair bouwen.

Tekst: Arie Grevers Foto’s: A. van Liempd

Dat de praktijk van circulair bouwen weerbarstig is, weet Paul Terwisscha van Scheltinga, directeur vastgoed bij corporatie Woonbedrijf in Eindhoven en omstreken als geen ander. “Om een sloopproduct te begeleiden naar een nieuw leven heb je soms een keten van zes tot zeven bedrijven nodig. Het valt niet mee om partijen die een traditionele positie in het bouwproces innemen, te overtuigen van het circulaire gedachtegoed. Ook vandaag de dag nog niet.”
Toch zijn er inmiddels de nodige successen behaald. “Dat geeft energie om stug door te gaan met ons duurzaamheidsbeleid. Je merkt wel dat het circulaire denken aan terrein wint. Voor ons is 100 procent circulaire bouweconomie een kwestie van tijd”, zegt Terwisscha van Scheltinga.

Medewerkers van Van Liempd bij de sloop van het Grafisch Lyceum

Kopererts

Het is rond 2012 als Paul Terwisscha van Scheltinga, directeur vastgoed bij corporatie Woonbedrijf in Eindhoven en omstreken, een gesprek voert over duurzaamheid. “We bespraken toen onder meer over de toenemende schaarste van kopererts en de noodzaak van recyclen. Dat hield me toen al een tijdje bezig en ik heb een grove berekening laten maken van de waarde van al het koper in de ruim 31.000 huurwoningen, die we destijds in de verhuur hadden. Die berekening kwam uit op een slordige zes miljoen euro.”

Het bood de directeur en zijn collega’s het inzicht dat ze bij Woonbedrijf maar weinig inzicht hadden in de materialen waaruit hun vastgoedportefeuille was opgebouwd. “Om die informatie boven tafel te krijgen, hebben we verschillende onderzoeken gehouden. Zo ontdekten we bijvoorbeeld dat de bouwwerkzaamheden aan onze woningen gemiddeld 60.000 ton jaarlijks aan bouwafval opleverde. Dat is twee aanhangers per woning per jaar.”

Pionieren

Het was voor de Eindhovense corporatie aanleiding om in actie te komen. “We zijn begonnen met circulariteit door te ontdekken, pionieren en verdiepen. Tot 2015 hebben we veel tijd gestoken in mogelijkheden, methodieken en theorieën. Zo laten we ons leiden door The Natural Step, een internationaal aanvaarde en wetenschappelijk onderbouwde methodiek met enkele eenvoudige principes, om inhoud te geven aan een duurzame omgang met onze omgeving.”
De methodiek komt er volgens Terwisscha van Scheltinga op neer dat je de natuur niet meer belast dan ze kan verwerken. “De natuur moet in balans blijven en zichzelf kunnen herstellen.” Het werk van Babette Porcelijn is eveneens inspiratiebron geweest voor Woonbedrijf. “Zij thematiseert op heldere wijze de impact van de mens op de planeet. Haar boek De Verborgen Impact was een echte eyeopener. Zo maakt ze overtuigend duidelijk dat de impact van wonen voor tweederde is toe te schrijven aan het gebruik van de woning en voor een derde aan bouw, verbouw en sloop.”

Finse school

De Finse school in de tuin van een klooster in Eindhoven maakt plaats voor dertien woningen die corporatie Woonbedrijf realiseert met en voor woonvereniging ’t Rondeel. In het klooster komen nog eens vijftien appartementen. De school is kort na de oorlog gebouwd en verleend zijn naam aan het materiaal waarvan het is gemaakt: Fins hout.
Het hout verkeert nog in goede staat en wordt gebruikt bij de bouw van de schuurtjes en wellicht voor een deel in de kapconstructie van de woningen. Ook wordt het voormalige klokkentorentjes van de school geplaatst bovenop de gemeenschapsruimte van de woonvereniging. Tevens heeft de vaste slooppartner van Woonbedrijf, Van Liempd, onder meer binnendeuren, wastafels, brandslanghaspels, deurdrangers, stoppenkasten uit het pand gehaald, zodat ook deze producten hun weg naar hergebruik vinden.

Producent van grondstoffen

Tijdens de jaren van verdieping en pionieren is de corporatie zich heel erg bewust geworden van het feit dat het met al haar woningen een producent van grondstoffen is. “Dat hebben we uitgedragen tijdens de Dutch Designweken (DDW). Ontwerpers gingen aan de slag met producten afkomstig uit onze woningen die aan vervanging toe waren.”

De creativiteit van jonge designers heeft tot allerlei originele oplossingen geleid, onder meer tot de productie van de Floco-kruk (ontwerp Jeroen Wesseling) in de ‘circulaire fabriek’, een paviljoen waarmee Woonbedrijf zich in de pioniersjaren op de DDW profileerde. De Floco-kruk is een zitmeubel gemaakt van een expansievat. Er wordt niets aan het vat toegevoegd en ook niets verwijderd. De top wordt afgesneden en als voet onder het vat gemonteerd. De blootgelegde rubberen expansiebal wordt het zitvlak.

Herwinbaarheid

In de experimenteerfase die volgde is een start gemaakt met het inventariseren van de opgeslagen grondstoffen in de woningen. Het huizenbezit van de corporatie is gecategoriseerd vanuit een circulair perspectief. Terwisscha van Scheltinga: “Dat wil zeggen overeenkomsten zoeken op herwinbaarheid van materialen en producten. Dat is gedaan voor een aantal archetypische woningmodellen, bijvoorbeeld: de jaren zestig eengezinswoningen met overeenkomstige bouwdelen. Je kunt dan heel goed voorspellen welke ‘grondstoffen’ er in het bestand opgeslagen zit en hoe je die op meest efficiënte wijze kunt winnen.”

Partners

Het experimenteren en inventariseren bij Woonbedrijf leidde in 2017 tot actualisatie van het duurzaamheidsbeleid. “We willen naar gesloten kringlopen toe. Al het sloopafval moet een bouwsteen van een volgend leven worden. En dat het liefst op een zo hoog mogelijk niveau. We kunnen dat niet alleen. Daarvoor heb je partners nodig die begrijpen hoe je vorm kunt geven aan het door ons geformuleerde beleid.”
Na een grondige selectieprocedure sloot Woonbedrijf twee jaar geleden een partnerovereenkomst met Baetsen Recycling en A. van Liempd sloopbedrijven. “Beide bedrijven hebben het circulaire denken al geadopteerd en structureel in hun bedrijfsprocessen verankerd. En bovendien waren ze bereid op transparante wijze samen met ons tot een nog beter resultaat te komen. We prijzen ons gelukkig met deze bedrijven.”

Paul Terwisscha van Scheltinga

Primeur

Van Liempd ontwikkelde in samenwerking met Velux een dakraam dat helemaal gemaakt is van hergebruikt hout. “Wij hadden in één van onze projecten de primeur. Ook zijn ze partner in Madaster. Via van Liempd komen alle herbruikbare sloopmaterialen terecht op Gebruiktebouwmaterialen.com. En wat er eventueel overblijft, gaat naar Baetsen die er alles aan doet om de restanten te upcyclen.”
Samen krijgen de partijen werkenderwijs steeds meer inzicht en leren ze stap voor stap hoe kringlopen gesloten kunnen worden. “Dat geldt voor sloop van bestaande woningen. Maar het duurzaamheidbeleid heeft ook impact voor nieuwbouw. Hoe bouw je een woning waarvan je de componenten na sloop weer optimaal kunt inzetten?”

Circulair keukenblok

Het aantal leveranciers waarmee de Eindhovense corporatie circulaire zaken kan doen, groeit. Ook Bribus behoort daartoe. “Met deze keukenproducent, de TU Delft en anderen hebben we inmiddels de circulaire keuken ontwikkeld. Een levensloopbestendige keuken die je iedere keer kunt aanpassen aan veranderende wensen door bijvoorbeeld snel en gemakkelijk frontjes in te wisselen door andere.”
Terwisscha van Scheltinga volgt de ontwikkelingen op de voet en zodra het concept marktrijp is, staat Woonbedrijf vooraan met het toepassen van deze circulaire keukens.

Ambassadeurs

De directeur vastgoed weet dat de verspreiding van het circulaire gedachtegoed niet zonder ambassadeurs kan. Ook niet richting de bewoners. “Als we een wastafel vervangen, dan kan onze eigen bouwservicedienst gebruik maken van de GBM-site van Van Liempd. Daar vind je prima tweedehands wastafels. Vaak zelfs van betere kwaliteit dan de nieuwe. Na een azijnbad zien ze er weer picobello uit. Maar daarbij is het wel belangrijk dat je vakmensen moet hebben die dat met de juiste instelling uitleggen aan onze bewoners. Daarom hebben we een ploeg samengesteld met monteurs die zelf enthousiast zijn over de verwerking van gebruikte – ‘gerefurbishte’ – spullen.”