BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

Losmaakbaar denken en bouwen

10-01-2023
door Redactie
Thema’s

Momenteel kopen de meeste aannemers uitsluitend nieuwe producten. Maar dat gaat veranderen. Door steeds strengere regelgeving op het gebied van circulariteit en een circulaire uitvraag van overheden zullen aannemers op zoek moeten naar methodieken om losmaakbaar te bouwen en leveranciers van gebruikte bouwmaterialen. De sloopaannemers gaan dan een grote rol spelen als leverancier van gebruikte materialen.

Tekst: ing. Frank de Groot

Slopen wordt terugwinnen, zoals deze kanaalplaatvloeren uit het oude kantoorpand van Provincie Gelderland. Foto: Dycore / Lagemaat.

Er komen steeds meer prikkels om circulair te ontwerpen, bouwen en slopen. In de eerste plaats moet bij nieuwbouw een milieuprestatie van 0,8 (woningen) of 1,0 (kantoorgebouwen) worden behaald. Die milieuprestatie zal richting 2030 waarschijnlijk steeds strenger worden en daardoor is circulair bouwen een noodzaak om de schaduwkosten beperkt te houden. Maar er zijn ook andere prikkels, zoals de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen die waarschijnlijk vanaf 1 juli 2023 in werking treedt en ervoor zorgt  dat ook de milieuprestatie duidelijk aangetoond moet worden in het dossier bevoegd gezag dat na oplevering aan de gemeente moet worden overhandigd. Verder wordt een woning of utiliteitsgebouw gewoon meer waard als deze een goede milieuprestatie heeft. Hypotheekverstrekkers zijn daarnaast vaak bereid om hiervoor de leenruimte te vergroten en/of hypotheekrente te verlagen. Eventuele meerkosten voor een betere milieuscore verdien je dan uiteindelijk weer terug.

Het Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat en Prorail hebben verder de ambitie dat zij vanaf 2030 al hun opdrachten circulair aanbesteden. Maar ook private partijen zullen dat in toenemende mate gaan doen om hun duurzaamheidsdoelstellingen te halen. Verder zijn er financiële prikkels, zoals belastingvoordelen via de MIA\Vamil. Denk hierbij aan investeringen die bijdragen aan een circulaire economie of klimaatadaptatie. Tot slot is circulariteit van belang bij certificering van duurzaam vastgoed volgens BREEAM-NL en GPR Gebouw. Genoeg redenen dus om vanaf nu circulair te ontwerpen, inkopen, bouwen en slopen.

Door te werken met gestandaardiseerde verbindingsmethodieken zijn materialen die vrijkomen in de toekomst eenvoudiger weer herbruikbaar in nieuwe gebouwen. Foto: Nexteria.

Slopen wordt terugwinnen

Waar slopen voorheen een noodzakelijk kwaad was om ruimte te maken voor nieuwbouw, moet er in de toekomst gesloopt worden om zo materialen te leveren voor nieuwbouw. De werkmethode van de slopers zal een andere vorm aan gaan nemen. Slopen wordt demonteren. Beelden van volle containers met bouw en sloopafval zullen dan verleden tijd zijn. Veel materialen die vrijkomen zullen hun weg terug moeten vinden in de maatschappij. Om deze reden zal straks de voorsloop niet meer gebeuren met minimachines, maar zal alles met beleid (handmatig) gedemonteerd worden door gespecialiseerd personeel.

Het is voor de sloper en opkopers van belang goed te weten welke materialen en producten zich bevinden in een te demonteren pand. Hiervoor is een uitgebreide materiaalinventarisatie nodig met daarin de hoeveelheden, technische kwaliteit en bevestigingen.

Voorwaarden demontage

Om panden volledig te gaan demonteren moet er voldaan worden aan een aantal voorwaarden. Eén van deze voorwaarden is het hebben van ruimte. Het streven is uiteraard dat producten direct vanaf de slooplocatie verkocht worden. Zo hoeven de materialen niet naar een opslag worden gereden en vervolgens naar een opkoper. De materialen die niet verkocht zijn en op te knappen materialen zullen naar een opslag moeten. En andere voorwaarde is tijd. De voorsloop van een pand neemt met demonteren meer tijd in beslag dan met traditioneel slopen. Zowel sloper als aannemer moet rekening houden met een langer ‘sloop’ proces.

Overheid: stimuleer hergebruik fiscaal

De bouwhubs worden door de verschillende slopers voorzien van gebruikte materialen. “Het is nu aan de overheid, architecten en aannemers om hier iets mee te gaan doen. De aannemers hebben een stimulans nodig om te kiezen voor deze materialen. Het is aan de overheid om deze stimulans te geven. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door geen belasting meer te rekenen over gebruikte materialen”, aldus Albert van Steeg en Martin Haase, die op 27 januari 2022 op dit onderwerp afstudeerden op de Hogeschool Windesheim. Het onderzoek werd uitgevoerd bij sloopbedrijf RGS uit Rijssen.

Ze noemen twee redenen voor het belastingvoordeel: bij de aankoop van het nieuwe product is er al belasting betaald. Als de materialen nogmaals worden verkocht wordt er een tweede keer belasting betaald. De andere reden is dat de gebruikte materialen een financieel voordeel krijgen ten opzichte van nieuwe materialen. Dit moet de extra tijd en geld dat in het gebruikte materiaal zit opheffen. Hier moet dus een  tussenweg in gevonden worden.

Ook moet de overheid volgens beide heren het onderzoek naar hoogwaardige verwerking van gebruikte materialen stimuleren. Er missen voor een groot aantal materialen opkopers die het kunnen verwerken tot een nieuw of opgeknapt product. Door hier een subsidiepotje voor te maken worden ontwikkelaars hopelijk gestimuleerd om onderzoek te doen.

Losmaakbaar bouwen

Uiteraard moet er nu al worden nagedacht over circulair slopen in de toekomst. Dat betekent dat nieuwe gebouwen losmaakbaar worden ontworpen met droge knooppunten. Met de opkomst van industrieel bouwen en prefabricage is losmaakbaar bouwen steeds normaler geworden. De bouwplaats is hierbij steeds vaker een assemblageplaats waar prefab delen worden samengevoegd en later ook weer zijn te scheiden.

De installaties moeten hierbij zo min mogelijk worden ingestort in de prefab bouwdelen, maar juist plug-and-play in prefab modules worden aangevoerd en geplaatst. Voordeel is dan ook dat wijzigingen tijdens het gebruik eenvoudig zijn uit te voeren, zoals bij functiewijziging van een gebouw.

Voordeel van losmaakbaar bouwen is ook dat materiaalpaspoorten meer waarde krijgen, doordat die materialen ook inderdaad ‘herwinbaar’ zijn. Het is leuk om te weten hoeveel koperen leidingen er in een gebouw zitten, maar als die in beton zijn gestort heb je er later weinig aan. De volgende uitdaging is nu om losmaakbaarheid te standaardiseren. Door te werken met gestandaardiseerde verbindingsmethodieken zijn materialen die vrijkomen in de toekomst eenvoudiger weer herbruikbaar in nieuwe gebouwen en kunnen de kosten omlaag.