BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

Commitment opdrachtgever en aannemer

16-09-2021
door Redactie
Nieuws

Buitengewoon inspirerend. Dat is de kortste samenvatting van de AFNL-themabijeenkomst Circulariteit. Vijf sprekers presenteerden een bonte staalkaart van creatieve vondsten, originele technische invallen tot verwijzingen naar relevante regelgeving en richtlijnen. En het aardige is dat u er nog bij kunt zijn. In de BouwBelang nieuwsbrief van augustus staat een link naar de video. Vraag ‘m gratis aan via redactie@bouwbelang.com.

Sprekers op mini-symposium eens over succesfactor circulair bouwen

Bijzondere setting vanwege corona. AFNL-voorzitter ontpopte zich als moderator en directeur Jaco Uittenbogaard als sidekick.

Tekst en fotografie: Arie Grevers

AFNL-Voorzitter Riek Siertsema liet zich kennen als een volleerde tv-moderator en directeur Jaco Uittenbogaard vervulde met verve de rol van sidekick. De AFNL-themabijeenkomst Circulariteit vond plaats in de bijzondere setting van een in blauw licht badende opnamestudio. Van de vijf sprekers waren er twee lijfelijk aanwezig en drie vertelden hun verhaal via beeldschermen. Het publiek zat eveneens thuis achter het computerscherm. Van daaruit konden ze via de sidekick vragen stellen aan de sprekers en dat waren in volgorde van optreden: Peter Hereijgers (Gemeente Roosendaal), Arno Snellen (Snellen Sloopwerken), Eric Peters (Superuse Studios), Maurice Beijk (Reinteninfra en Rentmeester2050) en Klaas Graveland (Hunebouw).

Peter Hereijgers, ‘één container afgevoerd’

Peter was projectleider bij de grondige ombouw van het oude Stadskantoor dat nu Huis van Roosendaal heet. Een nieuwe naam, maar er is nauwelijks nieuw materiaal verwerkt bij de renovatie. Want 99 procent van de materialen dat vrijgekomen is bij de ontmanteling van het betonnen casco is hergebruikt. Voor een belangrijk deel om dat casco weer aan te kleden. Wat niet ingezet kon worden, kreeg een bestemming elders. Er is zegge en schrijven één container afval afgevoerd. De inhoud daarvan heeft sloopaannemer Snellen op zijn werf in Rijsbergen gesorteerd voor recycling. Het echte afval is verwaarloosbaar. En dat voor de ontmantelingen van een gebouw met een inhoud van ongeveer 30.000 kubieke meter en 9000 vierkante meter vloeroppervlak.
Een onvoorstelbaar resultaat van dit circulaire project vindt Peter: “Een resultaat dat te danken is aan de gezamenlijke wil van sloper Snellen en ons eigen team om er het maximale uit te halen. Het moest een echt voorbeeldproject worden, dat een beweging en een bewustwording op gang zou brengen richting een circulaire economie onder onze eigen diensten en onder de ondernemers, woningcorporaties en burgers van onze stad. We hebben onze inwoners rondgeleid en laten zien wat we allemaal hebben gedaan. Het hele project heeft veel aandacht gekregen. Je kunt gerust zeggen dat we Roosendaal als circulaire stad op de kaart hebben gezet. Het heeft ook een impact in de wijde omgeving gehad. We hebben inmiddels bestuurders uit drie buurgemeenten mogen ontvangen en ook is er belangstelling over de grens in België.”
De betrokkenheid van een sloopaannemer die verstand had van circulair slopen is één van de belangrijkste randvoorwaarden geweest. Peter is nog altijd lyrisch als hij over de Gebroeders Snellen begint. “We wilden dat sloopaannemer zich zou committeren aan de Slim Slopen Tool, een set regels en richtlijnen ontwikkeld door de gemeente Rotterdam om circulair slopen in goede banen te leiden. Maar die hebben we op de plank kunnen laten liggen. Snellen bleek een vliegwiel en een creatieve inspirator in één. Dat heeft ons enorm geholpen.”
Peter heeft vele voorbeelden gegeven van hoe de materialen opnieuw zijn ingezet. Vele zijn genoemd door Arno Snellen. Om doublures te voorkomen, komen ze bij hem aan de orde

Arno Snellen, ‘creatieve oplossingen verzinnen’

De teams van Snellen en van opdrachtgever gemeente Roosendaal werkten zo intensief samen dat ze als het ware versmolten. Er was een gezamenlijke wil een succes te maken van het project.
Beide zochten schouder aan schouder intensief naar creatieve oplossingen op een manier dat het er nauwelijks nog toe deed wie met het idee kwam, al deden ze wel hun best elkaar te overtreffen. Arno geeft een verre van volledige opsomming.

  • De betonplaten van het dak zijn erfverharding geworden.
  • Een deel van de luifel aan het stadskantoor is omgekeerd en doet nu dienst als schuurtje. Een ander deel is nu een rokersruimte.
  • Het dakgrind was schoon en kon één op één in een voortuin.
  • Vele kozijnen met het glas er nog in, zijn opgeslagen totdat Superuse Studios ze kan inzetten op een project in Den Bosch.
  • Isolatiemateriaal vindt via Snellen gretig aftrek bij particulieren.
  • Wc-potten zijn opgekocht door een campinghouder om in coronatijden de sanitaire capaciteit uit te breiden.
  • Plafondplaten zijn naar collega Hooijer gebracht (zie ook p.24). Na een behandeling daar worden ze weer als nieuw in de markt gezet.
  • Snellen heeft een apparaat gemaakt om de gipsplaten uit lichte scheidingswanden in stroken van 50 cm breed te zagen. Daar kun je weer een onderlaag voor een nieuwe gipswand van maken.
  •  Al het schakelmateriaal dat vijftig jaar onaangeroerd achter het plafond zat, is na een schoonmaakbeurt weer als nieuw.
  • De receptiebalie staat nu ongewijzigd in een autogroothandel.
  • Radiatoren zijn fietsenrekken geworden.
  • Veel van de hardhouten kozijnen zijn in plakken gezaagd voor duizend vierkante meter uniek ‘kozijnengraatparket’ in het restaurant en vergadercentrum van Huis van Roosendaal.
  • TL-buizen zijn altijd lastig afval. Je kunt er niks mee. Of toch… Er zijn kroonluchters van gemaakt, die nu de grote ontvangsthal sieren.

Eric Peters, ‘dynamische materiaalstaat’

“Tot op heden zagen we ons altijd als pioniers in de circulaire bouweconomie en het ontwerpen van gebouwen van gebruikte materialen. Maar na het verhaal van Arno Snellen past bescheidenheid. Ik ben onder de indruk van hun circulaire prestaties met een geschiedenis die teruggaat tot begin jaren zestig. En ook de samenwerking tussen opdrachtgever en –nemer bij de ombouw tot Huis van Roosendaal past in onze visie waarin vriendschappen belangrijker zijn dan contracten voor het welslagen van circulaire projecten.
Verder begrijp ik Arno’s sloperswens om in de ontwerpfase al mee te denken. Wij halen onze bouwmaterialen uit slooppanden en ook wij zien ons geconfronteerd met bouwdelen die we niet kunnen oogsten, doordat er niet is nagedacht over hergebruik. Bij ons gaat ontwerpen en materialisatie van het ontwerp hand in hand. Als we het schetsontwerp maken, hebben we al een beeld van de gebruikte materialen die we willen toepassen. En als de maatvoering of de uiterlijke verschijningsvorm van het materiaal of bouwproduct enigszins afwijkt van wat ons voor ogen stond, passen we het ontwerp aan. Bij die flexibele opstelling past een continue afstemming met de aannemer. Het resultaat is een dynamische materiaalstaat, waarmee we het gat dichten tussen ontwerp en uitvoering. Bij elke wijziging kijken we overigens naar de effecten voor milieu, footprint en bouwkosten.”
De werkwijze van Superuse Studios heeft geleid tot een groot aantal projecten in binnen- en buitenland. Villa Welpeloo in Enschede is een iconisch voorbeeld. Zestig procent van de bouwmassa bestaat uit oude materialen gevonden in een straal van twee kilometer rondom de bouwlocatie. Het leverde ten opzichte van traditionele nieuwbouw een CO2-reductie van negentig procent op.
Ook Peter noemde vele boeiende voorbeelden van hergebruik. Nieuwsgierig? Vraag de BouwBelang nieuwsbrief aan met een link naar de video van de themabijeenkomst.

Maurice Beijk, ‘groen is doen’

Twintig jaar geleden hebben Maurice en zijn vrouw een autark huis gebouwd. Dat ging niet zonder slag of stoot. “Ik moest een proces voeren, omdat we geen gas- en geen rioolaansluiting wilden. Het ene heet nu energietransitie en het andere klimaatadaptatie. Het kan verkeren.”
Door destijds vast te houden aan duurzame beginselen is hij een van de wegbereiders geweest van wat nu op ieders tong ligt. Een heraut van de duurzame wereld. Hijzelf gebruikt liever het woord volhoudbaar, een aan het Zuid-Afrikaans ontleende term. “Je moet volhouden als je ideeën over een houdbare wereld wilt verwezenlijken. En verder wil ik ermee zeggen dat je vol moet gaan voor een houdbare wereld. Gewoon op een praktische en pragmatische wijze beginnen met doen, want groen is doen. Zo ingewikkeld is het allemaal niet.”
En dat is ook boodschap van de mantra die hij bij elk publiekelijk optreden herhaalt:
Voordenk overdenk,
Maak meer met minder
Vervang bewuster
Herstel vaker
Gebruik weer of anders.
Ten slotte hield hij een pleidooi voor de aanpassing van de belastingwetgeving. “We betalen belasting op arbeid. Maar ik zou het stelsel anders willen insteken. Waarom belastingheffing niet koppelen aan een korting voor vermeden CO2. Dat zou een boost geven aan de circulaire aanpak. Deze is nu eenmaal arbeidsintensief en tegelijk vermijd je enorm veel CO2-uitstoot. Het jaarlijks vermeden CO2 van ons nieuwe vrijwel volledig circulaire bedrijfspand in Borne komt overeen met wat onze vestigingsgemeente (30.000 inwoners per jaar) zou vermijden als iedere huishouding van het gas af zou gaan.”

Klaas Graveland, ‘jonge mensen begrijpen het’

“Ons eerste circulaire project dateert alweer van acht jaar geleden. Het ging om een bouwproject in de natuur aan een voormalige zandzuiglocatie. We hebben veel energie gestoken in het overtuigen en het meenemen van de gemeente in het proces. Dat is gelukt en het resultaat was een prachtig gebouw, waarvan de kozijnen gemaakt waren van vissteigers, de gevels van geknipte betontegels en de tafels in het interieur van oude verkeersborden. De essentie van circulair bouwen is zo min mogelijk grondstoffen toepassen. Dat kun je mede bereiken door gelaagd te bouwen. Hierdoor is de binnenafwerking eenvoudig te wisselen als dat nodig is en kun je de achterliggende structuur behouden. Niet slopen maar uitwisselen, dat spaart grondstoffen.”
Van meer recente datum is de revitalisering van roc Alfa college Hoogeveen. “Het ging om een circulaire renovatie. Daarin hebben we de studenten meegenomen. Zij hebben veel geleerd en wij ook. We hebben gemerkt dat het circulaire denken bij de jonge mensen goed ontwikkeld is. Ze droegen ideeën aan die we ook één op één hebben doorgevoerd. Zo zijn er koffiecorners ingericht, die in zijn geheel zijn opgebouwd uit restmaterialen uit de delen van het pand die gesloopt zijn. Verder zijn oude plafonds verwerkt in de nieuwe wanden. Het meest materiaal uit sloop hebben we op locatie opnieuw kunnen inzetten.”
Het nieuwe pand is opgenomen en ingevoerd in de Madastersystematiek (zie ook het kader bij het interview op pag. 12). Het project was voor Hunebouw een uitgelezen kans om kennis in te zetten voor een natuurinclusieve, klimaatadaptieve en circulaire aanpak in een renovatieproject.
“Inmiddels hebben we twee medewerkers die alles weten van wetgeving, richtlijnen, regels, modulair ontwerpen, enzovoort. Denk aan MiaG6102, Breeam, GPR, CB23 en het revit-tekenprogramma. Het circulaire denken is geborgd in de bedrijfsvoering en maakt deel uit van het Hunebouw-dna. ”