BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

Ontwerpend aannemer dankzij prefab

25-03-2025
door Redactie
Thema’s

Greep op planning en levering, grip op kwaliteit en ontwerp; De Kuiper Infrabouw had meer dan één reden om in de eigen productiehal te gaan prefabriceren. De prefab-afdeling slingerde de transformatie aan die het bedrijf uit Hardinxveld-Giessendam voor ogen stond.

Jan-Willem Meerkerk.

Jan-Willem Meerkerk.

Je kunt er onmogelijk omheen, letterlijk en figuurlijk, als je in Hardinxveld-Giessendam de werf bezoekt van De Kuiper Infrabouw. In loodsen en hallen, langs de rand van de weg over het terrein, op parkeervakken; overal staan bundels prefab betondelen, klaar voor transport naar één van de projectlocaties van De Kuiper Infrabouw.

Die kant-en-klare betonelementen komen uit de eigen productiehal die het GWW-bedrijf realiseerde op bedrijventerrein Nieuweweg – want ja, De Kuiper Infrabouw maakt de prefab delen voor zijn infraprojecten zelf, op de eigen werf. “Onder aannemers zijn we op het gebied van het maken van prefabbetonelementen één van de grootste spelers”, vertelt directeur Jan-Willem Meerkerk. Maar waarom? “Voorheen kochten we dat prefabbeton bij grote leveranciers. Maar dat betekent wel dat je geen grip hebt op de planning, de levering en de kwaliteit. Plus: je hebt geen invloed in de ontwerpfase. Dat wilden we veranderen.”

De bruggen in Bergschenhoek kregen bijzondere voorzieningen voor dieren.

De bruggen in Bergschenhoek kregen bijzondere voorzieningen voor dieren.

Proces in eigen hand

Belangrijk motief om de prefabproductie naar de eigen bedrijfslocatie te halen was ook de situatie in de markt, stelt Jan-Willem Meerkerk: “Opdrachtgevers hebben niet altijd meer de kennis en mankracht in huis om projecten te begeleiden. Ingenieursbureaus weten ook niet altijd van de hoed en de rand. Daarom hebben we hier in 2017 de ontwikkeling in gang gezet om het hele proces in eigen hand te nemen, als ontwerpend aannemer. Met prefab als basis en met de focus op toegevoegde waarde in projecten – en niet op werken voor de laagste prijs. ”

Maar er waren ook andere redenen voor prefab. Streven naar meer duurzaamheid en een betere bouwlogistiek bijvoorbeeld. Meerkerk: “Door in eigen huis te prefabben reduceren we onze CO2-uitstoot. Er zijn minder reisbewegingen naar onze projectlocaties, waardoor ook het brandstofverbruik daalt. We hoeven op locatie geen bouwplaats meer in stand te houden voor de bruggen en andere kunstwerken die we ontwerpen, maken en bouwen. Het traditionele bouwen heeft bij ons goeddeels plaats gemaakt voor aanvoer en montage van prefabdelen. En prefabben betekent ook: werken onder betere arbo-omstandigheden, bij ons in de productie en op de bouw.”

Nieuwe koers

De nieuwe koers die De Kuiper Infrabouw insloeg hangt samen met recente veranderingen in het familiebedrijf in Hardinxveld-Giessendam. Jan-Willem Meerkerk: “We bestaan binnenkort zeventig jaar – of acht, net hoe je het bekijkt. Het oorspronkelijke familiebedrijf gaat zeven decennia terug, maar in 2017 is het gesplitst – in een bedrijf in Noordeloos en ons bedrijf in Hardinxveld-Giessendam. Vanaf de splitsing voeren wij hier infraprojecten en infrabouwwerken uit en doen aan engineering – allemaal binnen de nieuwe koers als ontwerpend aannemer.”

Vaste onderaannemers

Die nieuwe weg zorgde in Hardinxveld-Giessendam voor groei. De omzet verdubbelde, het aantal mensen nam toe van 45 naar 90, exclusief de flexibele schil van vaste onderaannemers. Jan-Willem Meerkerk: “Groei op zichzelf is voor ons geen doel, maar we willen wel naar een bepaalde omvang, met rond de honderd werknemers. Met die bedrijfsomvang kunnen wij als drie directeuren zelf nog de regie houden op de delen waar we afzonderlijk directie op voeren – in plaats van groter groeien en een extra managementlaag tussenvoegen.”

De Kuiper Infrabouw werkt voor waterschappen, provincies en gemeentes. Meerkerk: “Onze manier van werken geeft onze klanten in de voorfase volledige invloed. Wij kunnen locatiespecifiek ontwerpen. Neem de Krimpenerwaard. Daar kan de bodem niet te zwaar belast worden. Wij kunnen daar toch prefab inzetten. Dat stemmen we helemaal af op de draagkracht van het gebied. Dat is toegevoegde waarde, waarbij prefab ook zorgt voor duurzaamheid – in de bouw en in de levenscyclus. Beton heeft een goede total cost of ownership. Als je een object afbreekt, kan het beton gewoon in de breker en als granulaat hergebruikt worden.”

Biodiversiteit

Jan-Willem Meerkerk haalt een project naar voren om die toegevoegde waarde concreet te maken. De Kuiper Infrabouw bouwde in de woonwijk Wilderszijde in Bergschenhoek vier verkeersbruggen: “De gemeente had een visuele voorstelling van de verkeersbruggen. Wij konden op basis daarvan een vormontwerp maken – én de bijzondere elementen toevoegen die de gemeente verlangde om met deze bruggen de biodiversiteit te bevorderen. Het plan daarvoor ontwikkelden we samen met een ecoloog. De verkeersbruggen zijn voorzien van een vishotel waar ook amfibieën gebruik van maken, plekken voor vleermuizen en broedvoorzieningen voor vogels. Die extra aandacht voor biodiversiteit zorgde bij de opdrachtgever voor meer fictieve korting.”

In Bergschenhoek was De Kuiper Infrabouw ook onderscheidend in de planning, aldus Meerkerk: “Andere aannemers haakten af omdat de planning te krap was. Dat probleem hadden wij niet; wij houden met onze prefabproductie alles in eigen hand. Dat is ons bestaansrecht.” In april 2025 levert het bedrijf nog eens acht langzaamverkeerbruggen op voor de woonwijk.

Bepaalde onderdelen van de bruggen zijn uit geopolymeer beton, dus cementloos. Meerkerk: “Het alternatieve bindmiddel voor cement in het geopolymeer beton zorgt voor een extra CO2-reductie.” Geopolymeer beton ziet Meerkerk als een tussenstap: “Er wordt inmiddels gewerkt aan koolstofarm ACT-beton, dat volgen we nauwgezet.”

Kraan op waterstof

Binnenkort hoopt De Kuiper Infrabouw te starten met het testen van een rupsgraafmachine – op waterstof. Het is de derde waterstofaangedreven rupsgraafmachine in Nederland. De machine is de volgende stap in de verduurzaming bij De Kuiper Infrabouw. Het bedrijf koos eerder al voor de elektrificering van materieel, materiaal en wagenpark en gebruikt mobiele batterijen als bouwstroomaansluiting.

Waarde en waardering

De Kuiper Infrabouw volgt niet alleen de innovaties op betongebied, het kijkt ook naar ontwikkelingen in de maatschappij en op het vakgebied: “We zetten ons in voor de waarde en waardering van ons vak en het belang ervan voor het dagelijks leven van iedereen. Men ziet ons vaak als de partij die zorgt voor ‘die lastige wegafsluiting’. Maar we werken aan primaire levensbehoeftes – het behoud van rioolsystemen, een goede verwerking van het afvalwater. En ons werk raakt tegenwoordig meer en meer aan zaken als klimaatadaptatie, biodiversiteit, energie, vergroening en natuuurinclusieve ontwerpen.”

Die thema’s gaan meer en meer een rol spelen in het bedrijf, stelt Jan-Willem Meerkerk: “Hoe gaat ons vak zich ontwikkelen? Wat kunnen wij bijdragen? Wij willen als bedrijf een toekomst hebben en houden. Dus kijken we vooruit; worden over tien jaar bruggen nog in beton gebouwd of verschuift het naar bruggen uit heel andere materialen, zoals bamboe? Heeft een woning straks nog wel een rioolaansluiting? Die is kostbaar en wordt betaald met maatschappelijk geld. Kan of wil men dat in de toekomst nog wel besteden aan of opbrengen voor een riool? Er worden al heel wat huizen gebouwd met een ingegraven regenton van drie of vijf kuub voor een grijswatercircuit op woningniveau.”

“We zetten ons in voor de waarde en waardering van ons vak en het belang ervan voor het dagelijks leven van iedereen”

Microvervuiling aanpakken

In projecten raakt het werk van De Kuiper Infrabouw al heel vaak aan die thematiek. Bij de verkeersbruggen in Bergschenhoek bijvoorbeeld, met de extra voorzieningen voor dieren. Maar ook op andere projecten speelt het, meldt Meerkerk: “In Dordrecht werken wij aan herstel en uitbreiding van de waterzuivering. Wat deze opdracht bijzonder én complex maakt, is dat door de industrie in de omgeving het grondwater een hoger PFAS-gehalte heeft dan normaal. Om het bestaande rioolsysteem van de waterzuivering te herstellen moeten wij eerst een installatie bouwen die die microvervuiling aanpakt. Maar wij kijken ook naar de vraag: wat als we minder afvalwater kunnen gebruiken – is een voorziene uitbreiding van die waterzuivering misschien niet nodig? Projecten zo aanvliegen, dat is toegevoegde waarde.”