Bouwen met de lange adem
In het buitengebied van Meppel restaureert en herbestemt Bouwbedrijf Poortman de historische boerderij het Evesingehus. “Restaureren en herbestemmen is aftasten. Hoe staat het rijksmonument ervoor? Wat is de kwaliteit van de constructie en de bouwdelen?”
Die moderne eisen, daarvan worden de eerste contouren langzaamaan zichtbaar, in de historische boerderij even buiten Meppel. Bouwbedrijf H. Poortman stortte in het achterhuis een nieuwe vloer met geïntegreerde vloerverwarming. Hier ontstaat een schuurwoning, gekoppeld aan een gastenverblijf. Over een jaar kunnen daar de nieuwe gebruikers terecht. Het monumentale voorhuis – in de toekomst bestemd voor vergaderingen en bijeenkomsten – krijgt eveneens moderne verwarming, aldus Poortman: “De betonvloer is al gestort. Nu komt hier ook een geïsoleerde betonvloer met vloerverwarming bovenop.”
Poortman is inmiddels druk bezig met de volgende stap in het achterhuis: de komende tijd brengt hij tegen het rietgedekte dak een isovlas isolatiepakket aan. Poortman: “Dat pakket moet een plek krijgen binnen de historische dakconstructie. Dat is maatwerk en vergt veel planning vooraf. Met het isoleren zijn we een aantal weken bezig.”
De kunst is het luchtdicht maken van de binnenconstructie door alles af te plakken met Deltafolie, aldus Poortman: “Je moet voorkomen dat de warme lucht van binnen in contact komt met de koude lucht van buiten, want daar ontstaat condens en dan rot het riet van het dak weg. De warmte mag niet bij het riet komen.”
Ruimtelijkheid weer beleefbaar
Boerderij Het Evesingehus is een rijksmonument met erf in het buitengebied van Meppel. Het oud-Drentse boerenhuis heeft een diepe ‘onderschoer’ in de achtergevel en een voornaam voorhuis uit de achttiende eeuw. Het Evesingehus ligt op een steenworp afstand van het Isala ziekenhuis, in het Reestdal, waar de gelijknamige rivier de provinciegrens tussen Drenthe en Overijssel trekt.
De herbestemming en restauratie van het Evesingehus gebeurt in opdracht van Stichting Bosch en Vaart, eigenaar van het rijksmonument. Ook de Stichting Het Drentse Landschap is bij het project betrokken. Het Drentse Landschap beheert de naastgelegen boerderij met het hospice en trekt samen met Bosch en Vaart op om de ecologische en cultuurhistorische waarden in dit gebied te behouden en te versterken. Bertus Poortman: “Daarnaast kijken de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Nationaal Restauratiefonds, de gemeente en een restauratie-architect mee bij de restauratie en herbestemming.”
Bij die herbestemming vond de restauratie-architect het van belang om de oorspronkelijkheid van de ruimtes en afwerkingen zoveel mogelijk te sparen en in het achterhuis de ruimtelijkheid weer beleefbaar te maken. Bertus Poortman: “De schuur heeft een mooie hoge afmeting en een fraaie houten gebintenconstructie uit 1850.”
Tegelwerk en bedsteden
Bij het gastenverblijf wordt ingezet op een R-waarde van 4,5 tot 5 voor de wanden, 6 voor de vloer. Poortman: “De ruimte wordt verwarmd met wtw en warmtepomp, afgestemd op de R-waarden die we halen. De grootte van de installatie is afhankelijk van die waarden. Dat stemt de installateur af.”
Het bakstenen voorhuis met zijn pannendak en eensteensmuren krijgt een terughoudende isolering. Dat is mogelijk doordat de ruimte niet permanent gebruikt gaat worden. Poortman: “Zo blijven het fraaie tegelwerk, de schouw en de bedsteden behouden en in het zicht.” In de kelder onder de baksteenbouw staat geregeld water – grondwater uit de weilanden in het Reestdal. Poortman: “Dat is dan maar zo. Dat kunnen we in het bestek van de restauratie niet aanpakken.”
In dit deel van het rijksmonument wordt straks ook een stuk familiegeschiedenis van Bertus Poortman ingevlochten: “De houten vloer in het voorhuis was niet meer te redden en wordt vervangen door een honderd jaar oude vloer uit de Lindenhorst, een gebouw in buurtschap de Schiphorst. De Lindenhorst is een monumentaal pand waar mijn opa in 1925 nog actief betrokken bij was.”
Restauratieladder
Bouwbedrijf Poortman uit het Drentse Veeningen is een klein bouwbedrijf met ongeveer tien medewerkers dat overwegend regionaal werkt. Het bedrijf is lid van NVBU en de vereniging Restauratie Noord. Bertus Poortman: “We houden ons vooral bezig met restauraties van kerken en boerderijen en bouwen in de agrarische sector.”
Bij de restauratie van het Evesingehus hanteert Poortman de restauratieladder, die als volgorde hanteert: conserveren, repareren, imiteren en vernieuwen: “Restaureren en herbestemmen is aftasten. Hoe staat het rijksmonument ervoor? Wat is de kwaliteit van de constructie en de bouwdelen: de staat van fundering en gebinten, het metselwerk en de vensters, historische details zoals het oorspronkelijke glas, de luiken, tegeltableaus?”
Geduldig en secuur
De aanpak van het Evesingehus begon afgelopen nazomer – met het maken van een toegangsweg naar de historische boerderij, vanaf de openbare weg. Poortman: “We konden met ons materieel helemaal niet bij het gebouw komen.”
Bij een rondgang door en om het pand wijst Poortman aan hoe het rijksmonument er voor aanvang van de restauratie en herbestemming bijstond: “Onvoorzien waren de slechte ramen, het hout van de vloer in het voorhuis en de staat van de luiken. Sommige luiken zijn niet te restaureren, tachtig procent wordt vervangen.”
De oude kozijnen van het Evesingehus worden ter plaatste zo aangepast dat er HR++ glas in kan. Het voegwerk van het voorhuis wordt terughoudend hersteld, Poortman weet hoe lastig het is de kleur van nieuw voegwerk correct te krijgen – nat en droog. Bij de gepotdekselde planken van de onderschoer is dat te zien: de donkere houten delen bovenin zijn nieuw, vers behandeld. Een van de muren in het achterhuis stond uit het lood en bleek geen fundering te hebben; daar maakte het bedrijf van Poortman een smalle nieuwe betonfundering op maat. Poortman: “Restaureren is een vak voor mensen van de lange adem. Je moet geduldig zijn en secuur werken om het goed te krijgen.”