Zederik Bouw ontwikkelt innovaties voor wonen op het water
Waterwoningen en modulaire bouw: MKB-bouwbedrijf Zederik Bouw BV uit Meerkerk heeft twee bijzondere specialisaties. Recentelijk leverde het bedrijf 27 van die drijvende woningen op in de Lentse Plas bij Nijmegen. Voor dit project ontwikkelde Zederik Bouw samen met Aannemersbedrijf Damsteegt bv een drijflichaam uit beton die op de bouwplaats in één stortnaadloos wordt gestort. Arnaud de Bruin: “Waterwoningen bouwen is een vak apart.”
Bijzondere drijfbak, flexibele steiger
Tekst: Hans Fuchs
Foto’s:Zederik/Damsteegt
De Lentse Kust, zo heet het project dat Zederik Bouw als ontwikkelend bouwer realiseerde in de nieuwbouwwijk Waalsprong. Dat deed de aannemer uit Meerkerk samen met het bedrijf Balance d’eau uit Monster, ontwikkelaar van waterwoonprojecten.
Dat Zedrik Bouw bij de Lentse Kust optrad als ontwikkelaar en uitvoerende partij tegelijk is bijzonder – en heeft een enorm voordeel. Arnaud de Bruin: “We ontwikkelen hier woningen waarvan we zelf het allerbeste weten hoe je ze bouwt.”
Drijfbak bouwen op locatie
Bijzonder zijn ook twee projectgebonden innovaties van de Lentse waterwoningen; het drijflichaam en de steiger. Arnaud de Bruin: “Normaal gesproken staat een waterwoning op een drijfbak uit composiet of prefab beton. Die bak wordt elders in een fabriek geproduceerd en vervolgens met een duwboot over water aangeleverd. Daarbij bepalen de sluizen en bruggen op de vaarroute de dimensies van de bak.”
Transport over het water – in Lent ging die vlieger niet op; de recreatieplas nabij Nijmegen heeft geen open verbinding met de Waal. De Bruin: “Dat betekende dat we de 27 drijfflichamen voor de Lentse Kust noodgedwongen op locatie moesten opbouwen, aan de waterkant van de Lentse Plas.”
“Dankzij het gietbeton kregen de woningen een drijflichaam zonder aansluitende delen of stortnaden – dus zonder kans op lekkage.”
Gietbeton
Om die reden koos Zederik Bouw voor een alternatieve grondstof voor de drijfbakken; gietbeton – ter plaatse te storten met een enorme kist op maat. Die bekisting liet Zederik Bouw maken bij Hendriks precon in Veenendaal. De montageploeg van Zederik Bouw bouwde de negen elementen van de kist op locatie op een betonnen vloer op tot een bekisting van acht bij twaalf meter en een hoogte van twee meter. Arnaud de Bruin: “Zonder de beperkingen aan de maatvoering door sluizen en bruggen konden we de beste dimensies kiezen voor het drijfvermogen, de plattegronden en de opbouw van de woningen. En dankzij het gietbeton kregen de woningen een drijflichaam zonder stortnaden – dus zonder kans op lekkage.” Productietijd van één drijfbak, van opbouw van de kist, storten van het beton en het te water laten met een kraan: drie dagen.
Vrij zicht en privacy
De Lentse kust bestaat uit 27 drijvende woningen van 152 tot 162 vierkante meter, met vier tot vijf woningen geclusterd aan een steiger. Zeinstra Veerbeek Architecten tekende voor vier woningtypen, die verschillen in dakvorm en gevelbekleding. De woningindeling is in alle woningen nagenoeg identiek: de drijfbak heeft een dubbelfunctie als souterrain met vier slaapkamers en een badkamer. Op de begane grond liggen keuken, woonkamer en een inpandige berging. De drijvende woningen hebben grote glaspartijen die bewoners vrij zicht bieden over het water van de Lentse Plas. Aan de steigers zijn de gevels meer gesloten omwille van de privacy.
Steiger beweegt mee met het water
Niet alleen de op locatie gegoten drijfbak was innovatief. Ook in de steigers steekt veel denkwerk, vertelt Arnaud de Bruin: “De steigers moeten meebewegen met het water. Er is geen getijdenwerking in de Lentse Plas, want er is geen open verbinding met de Waal. Maar er is wel een seizoensgebonden hoogteverschil van 2,5 meter tussen hoog en laag water. Om op zeker te spelen hebben we een worst case scenario aangehouden, met de laagste historische waterstand als uitgangspunt. Maar we verrekenden ook de impact van klimaatverandering; toenemende droogte en extreem hoge waterstanden. Op die data is afgestemd hoever de steigers aan de wal en aan de drijflichamen kunnen scharnieren.”
Lichte SIP-panelen
Ook de opbouw van de woningen moest in Lent anders dan gebruikelijk, vertelt Arnaud de Bruin: “We zijn als bouwbedrijf ooit kleinschalig begonnen, met kleine waterwoningen die we op traditionele wijze bouwden met hout skeletbouw. In Lent kon dat niet, want daar was het zaak om in twee tot tweeënhalf jaar tijd 27 woningen op te leveren. Om die snelheid te halen, hebben de woningen op de Lentse Plas een casco van SIP-panelen.”
Dankzij de SIP-panelen hebben de waterwoningen een lichte, maar sterke en goed thermische geïsoleerde constructie, stelt De Bruin: “Daar komt bij dat je vergeleken met traditionele bouwmethoden minder materiaal gebruikt en geen zwaar materieel nodig hebt. De montage is snel en eenvoudig; de panelen zijn door hun gewicht en maat goed te handelen.”
De bouw van één woning nam in de Lentse Kust vier maanden in beslag – van het te water laten van de drijfbak tot en met de oplevering.
Duurzaam
De waterwoningen in Lent zijn een duurzaam alternatief voor grondgebonden woningbouw, stelt Arnaud de Bruin. Bouwgrond is schaars en kostbaar, de toekomst van sommige bouwgebieden is ongewis door het stijgende water, aan de kust en in bijvoorbeeld veenweidegebieden: “Onze woningen bieden een kans om het water te benutten als nieuwe uitleg.”
Ook in de Lentse waterwoningen zelf was duurzaamheid een belangrijk aspect. Dat is voor de bewoners merkbaar in het dagelijks gebruik, vertelt Arnaud De Bruin: “De waterwoningen A+++. Ze zijn all-electric en toegerust met een luchtwarmtepomp, WTW en negen zonnepanelen.”
De waterwoningen in Lent zijn inmiddels opgeleverd. In Zeewolde bouwt Zederik Bouw momenteel De Blauwe Diamant: negen drijvende woningen, in vier blokjes van twee geschakelde en één vrijstaande woning. Projecten in onder meer Krimpen aan de Lek en Hoogeveen zijn in ontwikkeling.
Wonen en werken op water
Kennisinstituut Deltares doet al jaren onderzoek naar de impact van het stijgende water en de kansen en mogelijkheden van het water als nieuwe ondergrond voor wonen en werken. In Nederland verrezen her en der ook al buurtjes op het water – Schoonschip in Amsterdam (met onder andere woningen van Balance d’eau), de drijvende havenlofts in Rotterdam-Feijenoord. In Delft staan zes drijvende woningen die water opslaan op momenten dat er veel regen valt. Dat water kan in tijden van droogte weer worden afgegeven of gebruikt – een slimme bijdrage aan de waterproblematiek. Het zijn allemaal relatief kleinschalige projecten – met aan de horizon het wenkend perspectief van drijvende steden, zoals ze onder andere worden getekend door Blue21. Dat Delftse ingenieursbureau werkte ook mee aan de bouw van de eerste drijvende conferentie- en exporuimte van Nederland: het Floating Pavilion in Rotterdam – de stad waar ook het eerste drijvende kantoor van Nederland staat: Floating Office Rotterdam.
Duurzame innovaties
Zederik Bouw is een relatief klein MKB-bouwbedrijf. Het heeft negen medewerkers in vaste dienst: vier op kantoor, vijf op de bouwplaats. Die worden geruggesteund door een flexibele schil van twintig man die werken aan de waterwoningen en de modulaire bouwprojecten van het bedrijf. Arnaud de Bruin: “Dat zijn binnen vastgoed en bouw twee echte specialismes. Die allebei veel innovaties genereren – zoals de flexibele steiger en de op locatie vervaardigde drijfbak.”
Dat innoveren zit ook in het dna van GWW-moederbedrijf Damsteegt Waterwerken, stelt De Bruin: “Zij maken bijvoorbeeld 3D geprinte bruggen en bruggen uit kunstharscomposiet. Daarbij staat duurzaamheid voorop: de footprint van dat composiet is vele malen beter dan van beton.”
Modulaire bouw
Duurzaamheid is ook een rode draad in de modulaire projecten van Zederik Bouw. Het bedrijf bouwde medio dit jaar 83 modulaire flexwoningen in Wijchen. De woningen van 25tot dertig vierkante meter zijn bestemd voor mensen uit Oekraïne, om – afhankelijk van de ontwikkelingen in hun thuisland – daarna op de markt te komen als studio’s voor starters. Arnaud de Bruin: “Dat tweede leven maakt deze woningen al heel duurzaam. Maar ook de productie in de fabriek, onder geconditioneerde omstandigheden, is duurzaam: het zorgt voor een bestendige kwaliteit en minder afval. Er is geen bouwplaats met rommelige ad hoc oplossingen en faalkosten en we zijn onafhankelijk van het tekort aan vaklieden op de bouw. Op die bouwplaats assembleren we de kant-en-klare modules tot een nieuw gebouw – snel en met minimale overlast voor omwonenden. De units zijn demontabel en herbruikbaar en gaan ook als je ze verplaatst gewoon vijftig tot zestig jaar mee.”
De bouw van de flexwoningen in Wijchen is slechts een van de modulaire projecten die Zederik Bouw realiseerde, al dan niet als co-maker met Damsteegt. De markt groeit, onder meer onder druk van de woningnood en de stijgende bouwkosten. Arnaud de Bruin: “Daarom overwegen we de bouw van een eigen fabriek voor de productie van breed in te zetten units. Dat idee zoemt binnen ons bedrijf al een tijdje rond.”