Wkb: wat zijn gevolgklassen?
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) wordt als eerste ingevoerd voor bouwactiviteiten die vallen in gevolgklasse 1 (laag risico). Het streven is nu, dat na vijf jaar het stelsel van de Wkb wordt uitgebreid naar overige gevolgklassen 2 en 3. Maar wat houden die gevolgklassen eigenblijk in?
Gevolgklasse 1: wat valt hieronder?
Bouwen en verbouwen van de volgende gebruiksfuncties valt volgens artikel 2.17 van het Bbl onder gevolgklasse 1:
- een niet in een woongebouw gelegen grondgebonden woonfunctie, niet zijnde een woonfunctie voor zorg of een woonfunctie voor kamergewijze verhuur, en nevenfuncties daarvan;
- een woonfunctie en nevenfuncties daarvan, voor zover het bouwwerk een drijvend bouwwerk betreft;
- een niet in een logiesgebouw gelegen grondgebonden logiesfunctie;
- een industriefunctie en nevengebruiksfuncties daarvan, voor zover het bouwwerk uit niet meer dan twee bouwlagen bestaat;
- een industriefunctie als nevengebruiksfunctie van een andere gebruiksfunctie, voor zover gelegen in een bijbehorend bouwwerk van niet meer dan twee bouwlagen;
- een bovengronds gelegen bouwwerk geen gebouw zijnde voor een infrastructurele voorziening bestemd voor langzaam verkeer, voor zover niet gelegen over een rijks- of provinciale weg en met een te overbruggen afstand van niet meer dan 20 meter; of
- een ander bovengronds gelegen bouwwerk geen gebouw zijnde dat niet hoger is dan 20 meter, met uitzondering van een infrastructurele voorzieningen bestemd voor verkeer anders dan bedoeld onder f en bouwwerken met een waterkerende functie.
Er zijn ook enkele uitzonderingen. Een bouwactiviteit valt niet onder gevolgklasse 1 als:
- Het een monument betreft.
- Voor het gebruik een melding brandveilig gebruik nodig is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een industriefunctie met meer dan 150 werkplekken.
- Voor het gebruik een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit nodig is.
- De constructieve veiligheid of de brandveiligheid via een gelijkwaardige oplossing is opgelost of voor de omvang van de brandcompartimenten gebruik gemaakt is van de rekenregels voor grote brandcompartimenten (NEN 6060 / NEN 6079).
Bouwsector
Dit betekent dat voor de bouwsector – vrij vertaald – grondgebonden eengezinswoningen, waterwoningen, grondgebonden logeergebouwen (vakantiehuizen en dergelijke) en bedrijfsgebouwen van maximaal twee bouwlagen onder gevolgklasse 1 vallen.
Infrasector
In de infrasector vallen fiets- en voetgangersbruggen met een maximale overspanning van 20 meter en niet gelegen boven een rijks- of provinciale weg, onder gevolgklasse 1. Dat geldt ook voor GSM-masten, keermuren, nutsbouwwerken, reclamezuilen, windmolens, duikers, leidingstelsels en dergelijke, die niet hoger zijn dan 20 meter. Een groot deel van deze bouwwerken is echter, net als nu, vergunningsvrij. Voorbeelden zijn een ondergronds buis- en leidingstelsel (duiker), bouwwerken ten behoeve van verkeersgeleiding of tijdelijke constructies bij bouwprojecten, zoals een damwand. Voor deze bouwwerken hoeft straks ook geen kwaliteitsborger ingeschakeld te worden.
Gevolgklassen 2 en 3
De exacte beschrijving van gevolgklassen 2 en 3 is nog niet definitief. Deze gevolgklassen blijven vooralsnog het reguliere publieke traject volgen van vergunningverlening, toezicht en handhaving van bevoegd gezag. Globaal kunnen we wel zeggen:
- Gevolgklasse 2. Kans op maatschappelijke of persoonlijke gevolgen als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Hierbij valt te denken aan bibliotheken, gemeentehuizen, onderwijsgebouwen, woongebouwen tot 70 meter hoogte.
- Gevolgklasse 3. Kans op aanzienlijke maatschappelijke of persoonlijke gevolgen als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Denk aan metrostations, ziekenhuizen, sporthallen, stadions en gebouwen hoger dan 70 meter.