BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

“Neem de samenleving mee in de plannen”

30-11-2022
door Redactie
Nieuws

Op 1 november nam Hans Mommaas afscheid van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Zeven jaar gaf hij leiding aan deze organisatie. Tijd om even terug en vooruit te kijken op de PBL-thema’s die de bouw raken. “Nederland is een land van hollen of stilstaan. Meer geleidelijkheid in de ontwikkelingen is gewenst. Zonder overigens de doelstellingen uit het oog te verliezen. Maar de politiek heeft altijd het laatste woord.”

Scheidend directeur van Planbureau pleit voor meer geleidelijkheid in ambities

De overheid moet meer tijd nemen om de transitieprocessen geleidelijk te laten verlopen voor een goede acceptatie bij ondernemers en burgers.

Tekst: Arie Grevers
Foto’s: Kees Stuip

Hans Mommaas: “We zijn voor een integrerende aanpak, waarbij je veel van de vraagstukken van deze tijd tegelijkertijd kunt oppakken.”

Op de Parijse klimaattop eind 2015 is – als bekend – afgesproken dat de deelnemende landen zich committeren aan een inspanning de globale temperatuurstijging onder twee graden Celsius te houden. Een belangrijke trigger voor klimaatbeleid en een vliegende start voor Hans Mommaas die als vers aangetreden PBL-directeur – amper een maand in dienst –deelnemer was.
“Vóór de klimaattop kenden we het nationale energieakkoord gesloten door allerlei organisaties en bedrijven op initiatief van  de SER. Het PBL sloot  jaarlijks daarop aan met de Nationale Energieverkenning. Dat ging over energiebesparing en duurzame energie. Er was nog geen serieus klimaatgericht CO2-reductiebeleid. Eigenlijk kwam dat pas in 2017 toen Eric Wiebes in Rutte 3 minister werd van Economische Zaken en Klimaat. Er kwam een klimaatakkoord met een onderliggende doelstelling tot een reductie van 49 procent ten opzichte van 1990. De lat ligt inmiddels onder Rutte 4 bij 55 procent tot 60 procent in 2030.”

“In elke gemeente enkele straatjes erbij is geen goed antwoord op de woningbouwbehoefte.”

Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek

Het planbureau informeert de beleidsmakers over de stand van zaken op een onafhankelijke en wetenschappelijk gefundeerde wijze. Het bureau kijkt naar ontwikkelingen die direct of indirect invloed hebben op de fysieke leefomgeving en hoe deze ontwikkelingen zich verhouden tot het beleid. Mommaas: “In onze missie staat dat we er zijn om een vinger aan de pols te houden bij de kwaliteit van de besluitvorming over de leefomgeving. We informeren de beleidsmakers. Het is aan hen om er besluiten over te nemen en er al dan niet conclusies aan te verbinden. Als ze zeggen: we doen er niks mee of stellen andere prioriteiten. Prima, maar dan zullen wij erop blijven wijzen dat zich daar een probleem voordoet. We zullen er op blijven wijzen dat nalaten van doelgericht beleid consequenties heeft en dat er toch iets gedaan moet worden aan bijvoorbeeld klimaatadaptatie en aan de veiligheid. En dat de wereld toch beweegt richting hernieuwbare energie en dat het niet verstandig is om te doen alsof we in Nederland op een eiland zitten.”

Samenleving meenemen

De programma’s voor klimaat en milieu zijn volgens Mommaas in Nederland traag op gang gekomen. Daardoor lopen we achter. “In tijden waarin economische krachten dwingen tot ingrepen, is er weinig ruimte voor milieubeleid. De urgentie wordt dan niet gevoeld.Er komt pas weer ruimte als het economisch voor de wind gaat. Vervolgens blijkt dat we er internationaal gezien op die terreinen niet zo goed voorstaan. Wie over de laatste tien, vijftien jaar naar het beleid kijkt, ziet een patroon van hollen en stilstaan. We hadden Parijs, de rechter en de Europese Unie nodig om echt in beweging te komen. En nu hebben we weer huizenhoge ambities op een relatief korte termijn. Tot 60 procent reductie in 2030. We zitten nu ongeveer op 25 procent ten opzichte van 1990. Daar hebben we dertig jaar over gedaan. In acht jaar tijd willen we ruim 30 procent realiseren. Onze inschatting: het grenst aan het realiseerbare. Voor de stikstofambities geldt hetzelfde. Je merkt dat er in Den Haag nu een dynamiek is om door te pakken.Maar pas op, je moet het ook nog uitvoeren en dat betekent ondermeer, dat je de samenleving meeneemt in het transitieproces. Pas op voor draconische maatregelen, waardoor je het draagvlak in de samenleving kunt kwijtraken. Het is goed je af te vragen of  de samenleving ’t allemaal nog aan kan? Meer balans tussen planvorming en de uitvoeringsdynamiek is gewenst. In onze jongste jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning (KEV) stellen we overigens vast , dat er nog wel een tandje bij moet om de klimaatdoelstellingen voor 2030 te halen.”

Stevig dossier

PBL houdt zich bezig met vraagstukken op een viertal beleidsterreinen:

  • Klimaat en energie;
  • Voedsel, landbouw en natuur. Daar is in 2019 de zogenaamde stikstofcrisis bij gekomen;
    ●Duurzaam grondstoffengebruik in het kader van een circulaire economie;
    ●Ruimtelijke kwaliteit, stedelijke en regionale ontwikkeling. Daar heeft het woningbouwvraagstuk een extra impuls aan gegeven.

“Die vraagstukken zijn stuk voor stuk naar het hart van het beleid gekomen. Er zijn grote budgetten voor vrijgemaakt: 35 miljard voor klimaat, 25 miljard voor stikstof, 7,5 miljard voor infrastructuur en woningbouw. Je kunt zeggen dat het een stevig dossier is geworden en dat komt mede door toedoen van ons onderzoek.”

Zeventien locaties voor geconcentreerd bouwen

Vrijwel alle vier beleidsterreinen raken ook mkb-ondernemers en dat geldt in het bijzonder voor het woningbouwvraagstuk. Voor deze categorie ondernemers klinkt het idee dat het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) onlangs lanceerde, sympathiek. Gewoon bij elke gemeente enkele straatjes met woningen toevoegen. Hoe ziet Mommaas dat?

“Aan de ene kant is het een verrijking dat andere kennisinstellingen zich bezighouden met de woningbouwmarkt. Hoe meer input, hoe beter. Er zijn immers vele varianten denkbaar tussen de woningbouwproductie uitsmeren over het hele land en alles concentreren in enkele steden. Maar we moeten niet vergeten dat het om een heel complex vraagstuk gaat, waarbij functies in elkaar grijpen en vele disciplines betrokken zijn. Denk onder meer aan ontwikkelingen op terreinen van regionale bevolkingsgroei en arbeidsmarkt. Verder: hoe integreer je duurzaamheidsaspecten en de beperkte beschikbaarheid van grondstoffen. Of: hoe schakelt woningbouw met de arbeidsmarkt, de infrastructuur, mobiliteit, de stringente Europese natuurontwikkelingsdoelstellingen en met de inzet van hernieuwbare energie. Ook de ruimtelijke kwaliteit moet op niveau blijven of liever: verbeterd worden. Al die factoren moet je wegen en waarderen. We kunnen nu wel heel veel gaan bouwen, maar we weten ook dat de bevolkingsgroei een keer een knik vertoont. Het moet dan niet zo zijn, dat je dan te veel leegstand krijgt.De opgave van de samenhang vraagt om  maatwerk en daarvoor moet je continu de vinger aan de demografische pols houden en oog hebben voor differentiatie. Dus  een integrerende aanpak, waarbij je veel van de vraagstukken van deze tijd gaandeweg het proces tegelijkertijd  oppakt. En vooral daar bouwen waar de behoefte aan woningen groot is en aansluiting met de bestaande infrastructuur voor de hand ligt. Daar past een strategie van geconcentreerd bouwen bij die aansluit op bestaande voorzieningen. In elke gemeente enkele straatjes erbij bouwen doet onvoldoende recht aan de complexiteit van het woningbouwvraagstuk.  Net zo min als een compleet nieuwe stad bouwen in de polder een goed antwoord zou zijn.”

Maar, voegt Mommaas eraan toe: “Bij al die afwegingen heeft de politiek het laatste woord. Er tekent zich in de bestuurlagen – ook bij decentrale overheden – een breed draagvlak af voor de strategie van geconcentreerd bouwen. Daarvoor zijn zeventien locaties aangewezen.”

car rides in heavy rain on a flooded road

Problemen aan horizon

Maar liefst 100.000 nieuwe woningen per jaar wil het kabinet realiseren. Los daarvan is er nog de verduurzamingsopgave van de bestaande voorraad woningen. Zijn deze ambities te realiseren?

Mommaas: “We hebben de plannen in onze analyse van het Coalitieakkoord tegen het licht gehouden en geconstateerd dat de plannen ambitieus zijn. Tegelijk stellen we vast, dat er wel enkele potentiële problemen opdoemen aan de horizon. Die hebben te maken met materiaal- en personeelbeschikbaarheid en verder prijsstijgingen die voor een deel ontstaan door energieschaarste. Ook een overkill aan subsidies leidt tot prijsopdrijving. Dat zijn toch een paar systeemrisico’s die roet in het eten kunnen gooien.”

“Ook een overkill aan subsidies leidt tot prijsopdrijving.”

Pareltjes van verdichting

Het zal volgens Mommaas niet lukken de gehele woningbouwopgave binnenstedelijk te realiseren. Ook aan de randen van de steden en in dorpen zal er gebouwd moeten worden. Maar dan altijd bij voorkeur in de buurt van de voorzieningen. Maar dat je binnenstedelijk veel kunt bereiken staat voor hem als een paal boven water. Bovendien levert het bijzonder aantrekkelijke woonmilieus op. “En dat betekent echt niet dat je per se de oplossing moet zoeken in hoogbouw. Er zijn prachtige voorbeelden van middelhoge bebouwing in grote dichtheden. Kijk maar eens in Utrecht, de Merwedekanaalzone achter het Centraal Station en Jaarbeurs. Een schitterend voorbeeld van verdichting: vlakbij de binnenstad, een goed voorzieningenniveau, een uitstekende infrastructuur en toch in een rustige omgeving. En zo zijn er wel meer pareltjes: de gebieden rond de NS-stations in Rotterdam en Arnhem, het Sphinxkwartier in Maastricht, het Paleiskwartier in Den Bosch… Stuk voor stuk prachtige plekken waar mensen graag wonen.”

Ontstaansgeschiedenis PBL en Ecologische Autoriteit

Het Planbureau voor de Leefomgeving is een organisatorisch onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en is in 2008 ontstaan door een fusie tussen het Ruimtelijk Planbureau (RPB) en het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP). De beleidsvelden overlapten elkaar en door de fusie zou er een bureau ontstaan met meer slagkracht. De eerste zeven jaren werkten de beide gefuseerde organisaties onder leiding van prof. dr. Maarten Hajer. Toen waren ze nog fysiek gescheiden: de één huisde in Bilthoven en de ander in Den Haag. Dat veranderde in 2015. Hetzelfde jaar waarin prof. dr. ir. Hans Mommaas directeur werd. Toen kwam er één vestiging voor het PBL aan de Bezuidenhoutseweg 30 in Den Haag. Een prachtig pand dat gerenoveerd is volgens circulaire principes.
In 2019 werd de kennis, vaardigheid en capaciteit van de organisatie op de proef gesteld bij de complexe doorrekening van de Klimaatwet. Het PBL heeft die testfase glansrijk doorstaan, aldus Mommaas. Hij heeft 1 november afscheid genomen als PBL-directeur om zijn carrière onder meer voort te zetten als voorzitter van de commissie MER die belast is met de beoordeling van milieu effectrapportages in brede zin. De commissie gaat ook de Ecologische Autoriteit, die op 19 september van start is gegaan, verder vormgeven. De Ecologische Autoriteit gaat onder meer kijken naar de ecologische onderbouwing van natuurherstelplannen. Denk daarbij aan stikstofbelasting van Natura 2000-gebieden. Zijn de plannen om dat aan te pakken wel gebaseerd op de juiste informatie?
Mommaas’ taak bij het PBL wordt 1 januari 2023 overgenomen door prof. dr. Marco Hekkert van de Universiteit Utrecht. Hij gaat aan de slag voor een organisatie waaraan inmiddels 260
wetenschappers verbonden zijn.