BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

De woning uit de fabriek

24-09-2021
door Arie Grevers
Circulariteit

Hoe realiseren we een circulaire en werkelijk duurzame bouweconomie? En welke taak is daarin weggelegd voor het bouwend deel – in het bijzonder de mkb’ers? Econome Sabine Oberhuber en haar partner in zaken en leven de architect Thomas Rau hebben daar een uitgesproken mening over. Vaak verpakt in uitdagende quotes. Een interview om de eigen inzichten te scherpen en vooral ook ter inspiratie.

Turntoo: hoogste tijd voor een volstrekt andere aanpak

Thomas Rau en Sabine Oberhuber: ‘Waarom zou een autoproducent geen woningen kunnen maken?’

Tekst: Arie Grevers
Fotografie: Kees Stuip en Turntoo

Verandering richting een circulaire, emissiearme en duurzame bouweconomie is noodzakelijk. Anders loopt het spaak op schaarste van grondstoffen, op doelstellingen woningbouwproductie en op klimaatdoelstellingen. De huidige bouwmarktpartijen zijn ongeschikt om die verandering door te voeren. Je ziet wel marginale wijzigingen in de bouwkolom, maar die vallen onder optimalisatie van het oude denken over de bouw. Een doodlopende weg, zeggen Thomas Rau en Sabine Oberhuber van Turntoo. Er zullen andere partijen komen die het roer overnemen en die beter in staat zijn een woonproduct te maken dat voldoet aan de eisen van deze tijd. En dat zal dan ook nog eens een woonproduct zijn dat een stuk goedkoper is dan wat we nu gewend zijn.

‘Wetgeving en catastrofen… Cynisch genoeg is dat een goede cocktail voor innovatie en vernieuwing’

Woningbouw versus auto-industrie

Dat scenario is waarschijnlijk volgens Turntoo. Ten minste als een radicale koerswijziging bij de traditionele partijen in de bouwsector uitblijft. Welke argumenten hebben Thomas en Sabine daarbij?
Thomas: “Hoe bouwen we nu? Elke bouwwerk komt tot stand door een projectmatige aanpak, waarbij afspraken tussen partijen worden gemaakt om een uniek product tot stand te brengen. Wat je eigenlijk doet: je maakt telkens weer een prototype. En dat gaat gepaard met veel onzekerheden. Je weet niet wanneer het klaar is. Doen alle onderdelen wel wat ze moeten doen? Geraamde kosten worden overschreden. En de uitvoerende partijen zijn blij met een winstmarge van een paar procent, wat op zich een raar businessmodel is. Verder: de woningbouwproductie blijft ver achter bij de opgave. Duurzaamheids-, emissie- en klimaatdoelstellingen worden slechts incidenteel gehaald. Die hele constellatie is niet meer houdbaar. Deze tijd vraag om een andere aanpak.”
Sabine: “Het is al vaker gezegd, maar het kan geen kwaad het nog eens te herhalen: de bouw zal gaan lijken op het productieproces in de automobielindustrie. En daar weten ze al heel lang, dat een product tot stand komt in een logistiek proces. We verwachten dat de veranderingen in bouw tot stand gebracht worden door partijen die verstand hebben van logistiek. In andere sectoren zie je dat soort verschuivingen ook. Softwareondernemingen stappen in de automobielsector. Kortom: waarom zou een autoproducent geen woningen kunnen maken?”
Thomas: “Automerken ontwikkelen één prototype en dat kost ongeveer 1,5 miljard euro. Die investering kunnen ze doen, omdat ze er een miljoen van maken. Zo brengen ze een aantal modellen op de markt. Ze individualiseren hun product met gestandaardiseerde elementen gemaakt door partners in een keten. BMW heeft 1200 van zulke partners. Het enige wat de automerken zelf doen is de logistiek organiseren en assembleren. Maar voor de consument lijkt het alsof de keten slechts uit één partij bestaat. Hij of zij gaat naar de merkdealer als er een onderdeel van de stoel stuk is; niet naar de producent van de stoel.”

Positie mkb’er?

Hoe ziet Turntoo de positie van de mkb-bouwer in een productiewijze die lijkt op hoe auto’s tot stand komen?
“Mkb’ers vullen de ketens van de grote ‘woning- of woonmerken’. Dat geldt zeker voor de gespecialiseerde aannemer. Voor hen zal de stap niet eens zo opzienbarend zijn. Sommigen zijn al gewend aan de positie van leverancier van een bouwdeel of –element.”
Maar hoe zit het met de traditionele aannemer die grondgebonden woningen bouwt voor de particuliere klanten? Die vraag laat zich met een tegenvraag beantwoorden. Wat zal de particuliere klant doen als hij een redelijk geïndividualiseerd woonmodel uit de fabriek kan kopen die een derde goedkoper is dan een traditioneel gebouwd woonhuis? Het klantenwerk zal vooralsnog wel blijven; er zijn nog heel veel bestaande woningen die onderhoud behoeven. Verder blijven er unieke gebouwen die je niet kunt standaardiseren. Voor een deel zullen die nog op traditionele wijze gebouwd blijven worden.

Cocktail voor vernieuwing

Misschien loopt het allemaal zo’n vaart niet. Experimenten van begin deze eeuw om het bouwproces geheel te industrialiseren zijn op niets uitgelopen. Het Zweedse bouwconcern NCC heeft miljoenen gestoken in de industrialisatie van appartementenbouw. NCC Komplett heette het concept. In 2007 werd de productielijn opgeheven. En zo zijn er nog wel enkele initiatieven te noemen die het niet gehaald hebben. Dus waarom zou het nu wel lukken?
Thomas en Sabine menen dat de tijd er toen nog niet rijp voor was. Nu wel. De klimaatcrisis, grondstoffenschaarste en de noodzakelijke woningbouwproductie dwingen tot anders bouwen voor een samenleving die vraagt om duurzame productieprocessen, energiezuinige woningen en een circulaire (bouw)economie. Die uitdagingen zijn het best aan te gaan in een geïndustrialiseerde omgeving.
“Er is wetgeving in de maak die in lijn is met onze visie. Verder zijn rampen die direct te maken hebben met de klimaatverandering aan de orde van de dag. Wetgeving en catastrofen… Cynisch genoeg is dat een goede cocktail voor innovatie en vernieuwing. Veel meer dan een verontrustend rapport van het IPCC.”
Sabine is overigens niet zo blij met het jongste rapport van die instelling. “Ja, de boodschap is weliswaar verontrustend, maar de formulering is nog erg voorzichtig. Bij vrijwel elk scenario’s staat telkens dat deze mogelijk kan voorvallen. Door deze formulering – likely, most likely… enz. – is er altijd wel een escape te vinden voor sceptici. Dat is jammer.”

‘Bij geïndustrialiseerde productie vullen mkb’ers de ketens van de grote woning- of woonmerken’

Woningcorporatie moet woonruimte faciliteren

De productiekant is uitvoerig besproken, maar hoe zit het met de opdrachtgevende kant. Neem bijvoorbeeld woningcorporaties. Wat wordt hun status?
“Die moeten stoppen met het bouwen van woningen. Hun taak zou moeten zijn: woonruimte faciliteren. De ontwikkeling van woningen moeten ze maar overlaten aan partijen die dat kunnen. In onze visie is dat – als gezegd – de partij die het best in staat is het logistieke proces te organiseren. En wat ons betreft blijft deze partij ook eigenaar van de woning.”
Sabine: “De corporatie koopt dus niet de bakstenen, maar het product ‘Wonen als Service’ van de woningproducent. Op eenzelfde manier als we dat gedaan hebben met het kunstlicht bij Thomas’ ontwerp voor de uitbreiding van Schiphol – Light as a Service (zie kader).”
Thomas: “Die woning moet dan wel een hybride model zijn. Een modulair bouwsysteem met enerzijds elementen voor de technisch intensieve elementen en anderzijds bouwelementen waarmee we de ruimte definiëren. De verwerkte materialen krijgen wat ons betreft een paspoort dat een hele set aan informatie bevat, waardoor ze na einde levensduur van de woning gemakkelijk een weg vinden in de circulaire bouweconomie. Daar hebben we vier jaar geleden Madaster (zie kader) voor opgericht.”

Light as a Service

Voor een groot project van Thomas Rau op Schiphol levert Philips het licht. Niet de lampen, maar de lumen dan wel lux om een veilige situatie in Lounge 2 te creëren die ook verzekeringstechnisch voldoet. Light as a Service noemt Turntoo dat. De klant betaalt voor die service, Philips de energierekening en regelt alles wat noodzakelijk is om de lichtservice te kunnen verlenen. Thomas: “Dan zie je dat de energierekening met een derde omlaag kan, als de verantwoordelijkheid bij de partij komt te liggen die de macht en de kennis heeft om aan de knoppen te draaien. De energierekening speelt een centrale rol in zijn verdienmodel.”

Project Lounge2 Schiphol: Philips levert licht en blijft eigenaar van lampen en armaturen.

Sabine: “Light as a service hebben we oorspronkelijk voor ons kantoor ontwikkeld. Daar was het rendement nog veel hoger, omdat Philips met allerlei sensoren de verlichting heeft geoptimaliseerd.”


‘Afval is materiaal zonder identiteit.’ Het is een vaak geciteerde uitspraak van Thomas Rau. Madaster, een idee uit de koker van deze architect en visionair, geeft materiaal een identiteit. Het systeem registreert gebouwen waarvan de materialen over en paspoort beschikken. De mensheid kan voor altijd de materialen identificeren en de eigenschappen achterhalen. Inmiddels staat er tien miljoen vierkante meter geregistreerd en is het platform life in vijf landen, Duitsland, Noorwegen, België, Zwitserland en Nederland. Dit jaar verwacht Thomas dat Madaster de vleugels uit zal slaan naar Taiwan en Saoedi Arabië. Thomas: Er zijn nu al banken die korting geven op hypotheken als het gebouw over een materialenpaspoort beschikt. Verzekeringen houden er rekening mee en bedrijven plaatsen de waarde van de materialen op hun balans. Verder is er wetgeving in de maak om een materialenpaspoort voor gebouwen verplicht te stellen.”
Sabine: “Stel: alle woningen van een woningcorporatie zijn voorzien van een materialenpaspoort. Dan kun je op elk moment de materialenwaarde bepalen. Ook is uit te rekenen wat de CO2-belasting is.”
Thomas: “Dat laatste is zeker van belang nu er een CO2-tax zit aan te komen. Met een materialenpaspoort kun je – zonder verrast te worden – maximaal anticiperen op de nieuwe wetgeving.”

Verworven inzichten

De verworven inzichten over een circulaire en duurzaam bouwproces zijn bij Sabine Oberhuber en Thomas Rau het resultaat van een leven lang nadenken over hoe het beter kan. Dat begon al vroeg. Sabine kreeg het groene denken met paplepel ingegoten. Haar moeder was één van de eerste leden van de groene partij in Duitsland, Die Grünen. Het was in de tijd dat de zure regen de bossen teisterde en de gevolgen van de kernramp in Tsjernobyl ook in haar geboorteland voelbaar waren. Zij zag al vroeg in dat het lineaire productiemodel van de consumptiemaatschappij de belangrijkste oorzaak was van de teloorgang van natuur en milieu. Door een studie economie zou ze er iets tegen kunnen doen.
Thomas liep als kind ernstige brandwonden op doordat hij het barbecuefeestje wilde versnellen met benzine. Een jaar lang leefde hij in de volstrekte afzondering van een couveuse waar geen zonlicht doordrong. Die ingrijpende ervaring bracht hem ertoe zijn leven te wijden aan een gezonde wereld voor iedereen. Een studie aan de Rheinisch-Westfällische Technische Hochschule in Aken was een teleurstelling. Architectuur, vond hij toen al, betekent dat je de biografische ontwikkeling van mensen ruimtelijk begeleid. Maar in de opleiding leerde hij niets over wie in zijn visie centraal stond, namelijk de mens. Een studie aan de kunstacademie in Bonn moest daar verandering in brengen. Daar wisten ze weliswaar alles over de mens, maar niets over de wereld. Een combinatie van zijn leerervaringen werd richtsnoer voor de architect Rau. Zijn inspiratie haalt hij uit het immateriële en het materiële. Het spirituele en het fysieke zijn onlosmakelijk verbonden in zijn werk.
Hun visie hebben Sabine en Thomas vastgelegd in het boek Material Matters.


Graag uw mening over de uitdagende en soms confronterende visie van Rau en Oberhuber. En wat zijn uw argumenten daarbij?

  • De woningbouw wordt assemblage-industrie. Eens/oneens
  • Industrialisatie van het bouwproces is het antwoord op vragen van deze tijd. Eens/oneens
  • Logistieke partijen nemen de bouwtaak over van bouwbedrijven. Eens/oneens