Deltaplan Noordelijke provincies: ontsluiten en bouwen
De vier noordelijke provincies hebben grootse plannen waar heel Nederland van profiteren zal. Nieuwe en snelle treinverbindingen met de overige delen van het land, 220.000 nieuw te bouwen woningen extra. Dat zijn aantallen waar het mkb-bouwhart sneller van gaat kloppen. Maar kunnen de mkb-bouwers volop aan de bak? Een interview met Cees Bijl en Hans Kuipers, beiden gedeputeerden van de provincie Drenthe.
Tekst: Arie Grevers Fotografie: Kees Stuip
Bouwstenen voor het deltaplan, Noordelijk Nederland en het stedelijk netwerk Nederland beter verbonden. Zo luidt de complete titel van het in april dit jaar gepresenteerde plan voor en door de provincies Drenthe, Flevoland, Friesland en Groningen.De aanleiding is een Tweede Kamer motie eind 2020, waarin de provincies zijn uitgenodigd om samen met het kabinet voor de komende vijftien jaar de groeipotentie van Noord-Nederland in beeld te brengen. Een rapportage over kansen, voorwaarden en kosten.
Gedeputeerden van de provincie Drenthe Cees Bijl (PvdA) en Hans Kuipers (GroenLinks) zijn enthousiast. De portefeuille van de eerste omvat ondermeer Verkeer en Vervoer, Wegen en Vaarwegen, Arbeidsmarkt en Onderwijs. De tweede gaat onder andere over Water (inclusief klimaatadaptatie en -mitigatie), Wonen, Vergunningen, Sociale agenda en Vitaal platteland.
Drieslag
De bouwstenen bestaan uit de drieslag mobiliteit, nieuwbouw en werkgelegenheid. Met andere woorden:
- nieuwe spoorlijntrajecten en intensiever gebruik van de bestaande;
- de groei van het woningenbestand de komende vijftien jaar met 220.000 voornamelijk nieuwbouwwoningen bovenop de autonome groei van ongeveer 100.000 wooneenheden. Drenthe is goed voor 45.000 nieuwe woningen extra;
- een impuls geven aan nieuwe economische ontwikkelingen, maar ook aan sectoren waar de provincies al sterk in zijn. Denk bijvoorbeeld aande agrifood-sector, natuurontwikkeling en recreatie. Ook loopt het Noorden voorop inde ontwikkeling van waterstoftoepassingen– denk aan de fabriek hiervoor in Delfzijl – en watertechnologie.
Achterhaald vooroordeel
Zoveel woningen extra bovenop de vraag naar woningen vanuit de eigen bevolking, is daar wel behoefte aan? Waar moeten al die kopers en huurders vandaan komen?
Cees Bijl: “Je hoort nog vaak: ‘Wie wil er nou in het Noorden wonen’. Een vraag die gebaseerd is op een volstrekt achterhaald vooroordeel. Ik zie heel veel gezinnen en jonge mensen vanuit de Randstad hier naartoe komen. Starters op de woningmarkt voor wie een huis daar onbetaalbaar is geworden, kunnen hier nog terecht. En ik neem waar – ook in mijn eigen omgeving – dat jongeren van hier die voor een studie naar Utrecht of Amsterdam zijn gegaan, graag weer terugkomen om hier ruim, comfortabel en rustig te kunnen wonen. Een trend die door corona nog veel duidelijker geworden is. Niemand kijkt er immers raar meer van op dat je drie dagen thuiswerkt en eens per week op kantoor ergens in de Randstad. Mede daarom zijn de goede en snelle verbindingen met de Randstad een belangrijke pijler onder de plannen voor de extra woningbouw.”
Hans Kuipers: ‘Geleidelijkheid is leidraad bij de ontwikkeling van nieuwbouw. Dat zal een diversiteit aan bouwstromen opleveren waar mkb-bouwers gemakkelijk op kunnen aanhaken’
Hans Kuipers: “Maar je ziet ook een sterk autonome groei van zeker 50- tot 60-duizend woningen. Dat zijn nog getallen uit de pre-corona periode toen we samen met het ministerie verstevigingstrategieën ontwikkelden en de woningbehoefte in kaart brachten voor de groeiregio’s. Dan heb ik het over het zuidwesten, de regio Zwolle, Meppel, Hoogeveen. Verder de regio Assen/Groningen in het noorden en Emmen in het zuidoosten. Daar zitten vier Drentse 100.000-plusgemeenten, de zogeheten HEMA-gemeenten (Hogeveen, Emmen, Meppel en Assen). Hier zal ook het leeuwendeel vande extra 45.000 woningen ondergebracht worden.”
Nieuwe snelle treinverbindingen met Randstad
De samenstellers van Bouwstenen voor het Deltaplan zien een eenmalige injectie van 9,5 miljard in het spoornetwerk verdeeld over twee nieuwe lijnen en één bestaande als belangrijke voorwaarde voor het aanvullende woningbouwprogramma. Dan gaat het over de Lelylijn als snelle verbinding Randstad-Noorden (met 40 minuten reistijdwinst), de Nedersaksenlijn van Groningen via Stadskanaal naar Emmen en dan door via Coevorden, Hardenberg en Almelo naar Enschede, alsmede de verbetering van bestaand spoor (Amsterdam-Almere-Zwolle-Groningen/Leeuwarden en Zwolle-Emmen). Ook benadrukt het plan het belang van ruimte op het spoor tussen Lelystad en Amsterdam om de bereikbaarheid van Almere en Lelystad en daarmee van heel Noord-Nederland te garanderen, onder andere door de aanleg van de IJmeerlijn.
In het Deltaplan is becijferd dat de waarde van de regionale productie van goederen en diensten met zo’n €24 miljard per jaar zal oplopen. Als de economische potentie van Noordelijk Nederland ten volle kan worden benut, profiteert heel Nederland, aldus het Deltaplan.
Cees Bijl: ‘Goede en snelle verbindingen met de Randstad zijn een belangrijke pijler onder de plannen voor extra woningbouw
Elke rijdende trein moet sneller
Voordat de nieuwe lijnen in gebruik genomen worden, zullen zeker vijftien tot twintig jaar verstreken zijn. Het is ook niet ongebruikelijk dat dit soort megaprojecten meer tijd in beslag nemen dan van tevoren verwacht werd. Terwijl de nieuwbouw van woningen nu juist in die periode gerealiseerd zal worden. Hoe wil je de mensen aantrekken met snelle verbindingen die er dan nog niet zijn?
Cees Bijl: “Juist om die reden is de optimalisering van de bestaand lijn via Zwolle zo belangrijk. Als daar een probleem opduikt, blijft het Noorden verstoken van een goede treinverbinding met West-Nederland. We zien nu al dat het treinverkeer gemiddeld negen uur per week stilligt. Er moet op die lijn vaker, sneller en betrouwbaarder gereden kunnen worden. Nu doe je er ruim twee uur over om van Groningen via Zwolle naar Amsterdam te komen. Die reistijd moet voor 2030 met een half uur ingekort kunnen worden door inzet van beter materieel en het opheffen van onbewaakte overwegen. De frequentie en ook de snelheid zijn verder nog op te voeren door ERTMS, European RailTraffic Mobility System. Dat is een mondvol, waar niemand iets van begrijpt. Daarom zeg ik altijd dat het een afkorting is voor Elke Rijdende Trein Moet Sneller. Dankzij het systeem kun je de treinen op een veilige manier korter op elkaar laten rijden. Daarmee vergroot je de capaciteit van het baanvak zonder de noodzaak van meer rails.”
Stikstofprobleem
Drenthe heeft net als de rest van Nederland een stikstofprobleem. Er zijn veertien Natura 2000 gebieden, waarvan er twee niet overbelast zijn. Is er wel ruimte voor de ambitieuze plannen?
Hans Kuipers: “De kracht van Drenthe schuilt voor een deel in de charme van het platteland. Daarin is ruimte voor natuurontwikkeling, de agrarische bedrijven en recreatie. En dat willen we zo houden. We gaan de provincie dus zeker niet volbouwen met woningen. Het aantal woningen uitbreiden doen we daar waar al een goede infrastructuur ligt of de gebieden gemakkelijk te ontsluiten zijn en dat is in de steden.
In een gemeente als Emmen zal de nieuwbouw voortkomen uit herstructurering van de wijken – er is hier vooralsnog geen behoefte aan meer woningen dan er nu al zijn. Er staan nu nog veel woningen die niet meer voldoen of niet op de juiste plek staan. Die ga je vervangen door woningen die in de bouw- en gebruiksfase stikstof-arm zijn. Ook zal een deel van de woningen komen uit transformatie van winkels naar woningen. In de steden met een grote regiofunctie hebben we 100.000 vierkante meter aan leegstaande winkelpanden. Als je daar werk van maakt sla je meerdere vliegen in één klap:
- Je verbetert de leefbaarheid in de binnenstad – we stellen hiervoor budgetten ter beschikking via het regiostedenfonds.
- Je hebt geen stikstofprobleem want je creëert woonruimte waar al gebouwen staan.
- Met relatief kleineen luxe appartementen kun je gericht voorzien in de woonbehoeften van ouderen – in het centrum dichtbij de voorzieningen. Die woonvraag groeit, want we zien ontgroening in de demografische ontwikkeling; het aantal kinderen blijft stabiel en het aantal mensen op leeftijd neemt toe.
- Door bouwen voor ouderen komt doorstroming op de woningmarkt op gang.”
Lokale investeringsinitiatieven
Cees Bijl: “De subsidie voor herstructureringslocaties is ook bestemd voordorpen. Mooi voorbeeld is Exloo. Op het terrein van een oude fabriek die aljarenlang leegstaat, komen nu twintig tot dertig woningen. Mooie ontwikkeling en voor zo’n dorp een geweldige opsteker. En ook daar in de voormalige veengebieden, waar tot voor kort nieuwbouwontwikkelingen kansloos waren, gaan woningen grif van de hand. Het zijn niet de pensioenfondsen die hier investeren, maar de regionale ondernemers die de schouders eronder zetten. Op lokaal niveau willen ze de leefbaarheid verbeteren. Mooie ontwikkelingen. En ook dat zijn inbreidingsprojecten die geen negatieve invloed hebben op de stikstofbalans. Ik zie daar geen echte problemen ontstaan door de nieuwbouw. Bovendien is er in Drenthe ‘stikstofruimte’ ontstaan door de 100-kilometerafspraak.”
Hans Kuipers: ‘Heel belangrijk is het behoud van goede vakopleidingen waar jonge mensen leren hoe ze de duurzame kwaliteitswoningen kunnen bouwen die wij willen hebben’
Mkb’ers profiteren mee door gespreide productie
Werk aan de winkel voor de bouwsector. Zullen daarbij ook de mkb-bouwers aan hun trekken kunnen komen? Of worden de bouwopdrachten weggezet in grote clusters?
Hans Kuipers: “De provincie geeft geen opdrachten voor de bouw van woningen. Maar je kunt gerust stellen, dat doseren van de bouwopgaaf in het proces ingebakken zit. De gemeenten stemmen in onderling overleg af hoe de verdeling wordt en wat er de eerste tien jaren mogelijk is. Niemand is gebaat bij een snelle sprint trekken door de hele opgaaf binnen enkele jaren te realiseren. Dat is ook een ongezonde keuze voor de werkgelegenheid. We hebben al te kampen met een tekort aan vakmensen, waardoor de productiecapaciteit onder druk staat. Nu voelen we dat in Drenthe nog niet zo erg, maar we moeten voorkomen dat er nu te veel werk is en over vijf jaar niks meer. Want dan krijg je weer een exodus van vakmensen die elders hun heil gaan zoeken.
Die insteek waarbij geleidelijkheid leidraad is, zal een diversiteit aan bouwstromen opleveren. Daar zit volgens mij meer dan voldoende bij waar de lokale en regionale mkb-bouwers op aan kunnen haken. Ik vind dat ook belangrijk voor de werkgelegenheid in de provincie zelf. Net zo belangrijk: het behoud van goede vakopleidingen, waar jonge mensen leren hoe ze de kwaliteitswoningen kunnen bouwen die wij willen hebben: duurzaam, met de kleinst mogelijke CO2-footprint en met een optimaal wooncomfort in ruim opgezette wijken met veel groen – een ecosysteem in balans.”
Cees Bijl: ‘Bij aanbestedingen voor onderhoud en aanleg van provinciale wegen is de regionale werkgelegenheid een belangrijk criterium’
Aanbestedingen wegenbouw; kans voor regionale partijen
Cees Bijl: “Collega Kuipers constateert terecht dat de productiecapaciteit onder druk staat. Daardoor zullen we in de toekomst voor een deel ook aangewezen zijn op de prefab-woning uit de fabriek. Maar die keuze is aan de gemeenten. Daar gaan wij als provincie niet over. Onderhoud en aanleg van provinciale wegen valt wel onder onze verantwoordelijkheid. Bij aanbestedingen willen we heel nadrukkelijk regionale partijen een kans geven. Dat zie je terug bij Europese aanbestedingen. Dan vragen we wel wat de inschrijver wil doen aan de werkgelegenheid in Drenthe. Bij meervoudig onderhandse aanbestedingen nodigen we natuurlijk ook regionale partijen uit.”