‘Steigerbouw is topsport’
Veiligheid staat voorop. Vakmensen op een gezonde manier begeleiden gedurende hun loopbaan. Je stem laten horen via de brancheorganisatie. Actief bemoeien met de inrichting van de opleiding. De ontwikkeling tot multidisciplinair aanspreekpunt. Het ondernemerschap bij steigerbouwer Gjaltema Groep omvat zoveel meer dan omzetdraaien en kijken naar de winstcijfers.
Meneer Gjaltema bestaat niet voor de 175 professionals van de Gjaltema Groep. En dat geldt ook voor de ongeveer 125 vakmensen in de flexibele schil. Ze kennen hem allemaal als Koos. En dat is tekenend voor de sfeer in het familiebedrijf dat inmiddels is uitgegroeid tot aanspreekpunt voor bouwbedrijven van groot tot klein voor steigers, toiletcabines, liften, hoogwerkers, roterendeverreikers, keten, verhuur van klein materieel en gereedschappen, bouwhekken, vloerondersteuning voor de betonstort… enzovoort. Kortom de klanten kunnen er terecht voor de inrichting van de complete bouwplaats en alles wat daar zo bijhoort.
Jacobus (Koos) Gjaltema, de oprichter en eigenaar van de Gjaltema Groep, is nog altijd elke dag op het hoofdkantoor in Groningen dan wel op de één van de overige vestigingen in Leeuwarden en Moerdijk. Hij neemt de belangrijke beslissingen en zet de koers uit. Maar de dagelijkse leiding is in handen van Martin Hozeman. Deze is – zoals dat heet – functioneel directeur en neemt de honneurs waar tijdens het interview met BouwBelang.
Van glazenwasser tot bouwplaatsinrichter
Het begon allemaal 41 jaar geleden in 1980. Koos werkte bij zijn broer. Deze had een glazenwassersbedrijf en moet op zekere dag, toen hij een ladder beklom om de ruiten van een verdieping te reinigen, gedacht hebben: steigers dat is misschien ook wel wat. Het idee was goed, maar bij hem in verkeerde handen. Koos had echter genoeg gezien en hij begon zelf met een steigerbedrijf. Dat verliep buitengewoon succesvol waardoor het bedrijf geworden is, wat het vandaag de dag is: een specialist voor steigers en bouwplaats inrichting, actief in de bouw, infra en ook in de groenvoorziening waar de boomsnoeier bijvoorbeeld een hoogwerker kan huren en – als het gewenst is – komt er een gecertificeerde machinist mee.
Multidisciplinair aanspreekpunt
Gjaltema profileert zich sinds enkele jaren als multidisciplinair aanspreekpunt. Wat was precies de aanleiding?
“Grote aannemers deden afstand van hun materieeldienst. En aannemers die nooit over een eigen materieeldienst beschikten, zochten hun spullen bij een reeks van toeleveranciers. Voor ons een teken: er is potentie voor een bedrijf waar je al dat soort zaken via één loket kunt regelen. Daarin zouden we eenvoudig kunnen voorzien door onze afzonderlijke bedrijfsonderdelen te presenteren in één dienst. Bovendien hebben we goed opgeleide medewerkers die alle disciplines afdekken voor een optimale invulling van de gevraagde werkzaamheden die daarbij horen:een eigen technische dienst met specialistische monteurs, steigerbouwers, onderhoudsmonteurs, machinisten, vrachtwagenchauffeurs en alles wat daar tussenin zit. Ontzorgen is het doel, zodat de klant zich kan concentreren de realisatie van het project. Inmiddels hebben we vele klanten voor wie we dat mogelijk maken.”
“Persoonlijk vind ik, dat we de pensioengerechtigde leeftijd voor de echt zware beroepen gewoon bij 65 en als het kan 60 jaar moeten leggen”
Ook industrie maakt slag naar één aanspreekpunt
Nooit overwogen om de vleugels uit te slaan richting petrochemische industrie?
Martin Hozeman: “Ik kom zelf uit die sector. De beweging die je daar gezien hebt de afgelopen jaren is dezelfde die wij hebben doorgemaakt: de ontwikkeling tot één aanspreekpunt voor alle voorkomende werkzaamheden. Vroeger waren de vakdisciplines steigerbouwer, isoleerder en schilder verdeeld over afzonderlijke bedrijven. Maar in de loop der tijd zijn ze samengegaan om zich te presenteren als groep die multidisciplinaire pakketten aan kan bieden. In Nederland zijn er ongeveer tien die dat goed kunnen. Wij hebben de keuze gemaakt daarin niet speler nummer elf te zijn. We kunnen een goede steiger bouwen en als de industrie dàt wil, zijn ze bij ons aan het goede adres. Maar we zijn geen schildersbedrijf of isoleerder.”
Steigersysteem
Gjaltema kan goed uit de voeten met het allround-en het Blitz-systeem van Layher. Martin Hozeman is tevreden over de breedte van het assortiment en maakt gebruik van enkele speciale constructies. Het cassettedak bijvoorbeeld. Dat heeft het bedrijf op voorraad liggen en kan ingezet worden als er een dak verwoest is door brand of storm.
3D-modelleren voorkomt knelpunten
Vooralsnog dus steigerwerk voor de bouw en infra. Hoe gaat dat in zijn werk? Met welke functionarissen van de aannemer is er contact? En op welk moment ontstaat dat contact?
“Het liefst zitten we zo vroeg mogelijk aan tafel. Dat lukt steeds beter omdat de aannemer inziet dat een goed geregeld steigerwerk de planning gunstig beïnvloedt. In de regel hebben wij contact met degene die weet wat, wanneer, waar nodig is. Dat zijn de werkvoorbereiders, projectleiders en uitvoerders. Met hen spreken we het steigerontwerp door: welke disciplines maken gebruik van de steiger en wat zijn de bijzondere wensen? Op basis van die informatie maken we een 3D-model van de steiger. Eerst bespreken we die met de uitvoerder en na goedkeuring in bouwteamverband met de bedrijven die er gebruik van moeten maken. Denk daarbij aan de metselaar, voeger, kozijnensteller, de gevelbekleder, de loodgieter en verder degenen die de dakelementen aanbrengt, de pannen legt en pv-panelen monteert. Kortom alle disciplines die aan de buitenschil van het gebouw werkzaamheden moet verrichten. Je hebt zo te maken met vijf tot zes partijen die er op hun beurt ook wat van vinden. Het gaat erom een ontwerp zo te optimaliseren dat iedereen min of meer tevreden kan zijn. Het is onmogelijk het voor iedereen 100 procent naar ’t zin te maken.”
Het 3D-modelleren heeft het vak een forse meerwaarde gegeven, vindt Martin. Met name ook doordat je in een vroeg stadium de knelpunten signaleert en oplost. Kortom minder faalkosten. Gjaltema heeft inmiddels zes werkvoorbereiders in dienst die het 3D-tekenen beheersen.
“We proberen de mensen te wijzen op het belang van gezond eten en veel beweging. Noem het een stukje life style coaching”
Opleiding volgens Richtlijn Steigers
Net als vrijwel in elke branche is het voor steigerbouwers ook lastig om aan vakmensen te komen. Bouwplaatsmedewerkers wordt al steeds moeilijker maar lukt nog wel. Maar met name het middenkader is een probleem, mensen voor een commerciële of technische functie.
“Het is volstrekt normaal dat een sollicitant tijdens het gesprek te kennen geeft dat hij behalve met ons nog vier gesprekken heeft lopen.”
Mensen die montagewerk willen verrichten zijn erop zich voldoende, zegt Martin. Maar velen beschikken niet over de juiste kwalificatie. Dus moeten ze bereid zijn een opleiding te volgen, anders mogen ze geen steigers bouwen. Dat staat in de Richtlijn Steigers die de branchevereniging VSB in overleg met de deskundige partijen heeft opgesteld.
“Monteren mag de steigerbouwer eerst als hij of zij over een DNV-persoonscertificaat beschikt. Deze DNV-pas moet elke vijf jaar vernieuwd worden. Met het certificaat is het bewijs geleverd dat de houder over de kennis en kunde beschikt om steigers te monteren, aan te passen en te demonteren onder supervisie van een 1ste Monteur of Voorman Steigerbouw.”
Wildgroei steigerbedrijfjes is bedreiging
Martin Hozeman noemt de wildgroei aan bedrijfjes één van de grootste bedreigingen voor het steigervak. Hij ziet op LinkedIn in foto’s voorbijkomen van steigerwerk dat zeker niet voldoet aan de Richtlijn Steigers en dus niet gebouwd kanzijn door gecertificeerde vakkrachten. “Er kunnen op die manier slachtoffers vallen onder mensen die rekenen op jou als steigerbouwer dat je een goed en veilig product levert. Daar hebben we als branche last van en het is schadelijk voor het imago dat we zo zorgvuldig aan het opbouwen zijn. En ze komen ermee weg, want de handhaving is op z’n zachtst gezegd niet optimaal.”
Het stoort Martin ook, dat dit soort bedrijfjes een beeld oproepen dat je tegen heel weinig geld een steiger kunt laten bouwen. “Wíj moeten mensen opleiden en betalen hen een salaris conform de bouw-cao. Daar hangt en prijskaartje aan. Terwijl dat soort bedrijfjes zich kennelijk kunnen permitteren zich helemaal nergens aan te houden. Opdrachtgevers die voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten, stel ik altijd de vraag: In wat voor auto rijd je? Dat is doorgaans een auto uit de hogere middenklasse. Ik zeg dan: waarom geen Suzuki Alto? Dat is toch veel goedkoper? Nee, hij wil wat extra’s. Dus, zeg ik dan, voor je plezier geef je graag wat meer uit, maar als het gaat om veiligheid, dan bel je een uitzendbureau voor drie paar handen en voeten, zonder enige kennis maar wel tegen uitzendtarief. Is dat niet een beetje krom?”
Overigens stelt Martin Hozeman tevreden vast, dat het veiligheidsbesef onder de serieuze hoofdaannemers flink is toegenomen. Niet in de laatste plaats door de inzet van de branchevereniging VSB die al jaren de veiligheid prominent op de kaart zet. “Zelf zit ik in VSB-commissies voor techniek en opleiding en ben dus nauw betrokken bij deRichtlijn Steigers. Als je iets vindt en je houdt je mond, dan gaat het geluid niet verder komen. Wij willen meepraten. Dan voorkom je ook dat je met iets geconfronteerd wordt, waar je in de praktijk niet mee uit de voeten kunt.”
Welk traject volgen nieuwkomers bij Gjaltema?
“Bij ons beginnen ze met een jaar werkzaamheden verrichten op de grond. Hun functie is dan aspirant hulpmonteur. Aansluitend gaan we in gesprek. Is het wat voor jou? Wat vinden we van elkaar? Kunnen we aan de slag? Dan komen ze in een opleidingstraject waardoor ze binnen een aantal jaren kunnen doorgroeien in het monteursvak via de respectievelijke opleidingen monteur, eerste monteur en voorman. Sommigen doorlopen het hele traject, terwijl anderen hun hele arbeidzame leven monteur steigerbouw blijven.”
Zware beroepen te vergelijken met topsport
Martin vervolgt: “Ons beroep kun je gerust rekenen tot de zware beroepen. Los van alle hulpmiddelen die we inzetten voor het transport en bij de montage blijft er sprake van een fysieke belasting. Als je een dagje ouder wordt, ga je dat merken. We werken altijd in ploegen van drie à vier mensen en onze senioren zitten allemaal in een ploeg met twee jonge kerels erbij. De jongeren staan de ouderen bij op fysiek niveau en de ouderen dragen kennis, ervaring en knowhow over. Zo begeleiden we onze mensen op een verantwoorde wijze naar hun AOW-gerechtigde leeftijd. Overigens vind ik persoonlijk, dat we die grens voor de echt zware beroepen gewoon bij 65 en als het kan 60 jaar moeten leggen. Steigerbouwers zijn eigenlijk topsporters. In de topsport zetten de meesten een punt achter hun sportcarrière nog voordat ze veertig worden.”
De begeleiding van de Gjaltema-vakmensen lijkt ook wel een beetje op die topsporters. Er wordt getraind (opgeleid) en het bedrijf zorgt voor een stukje lifestyle coaching. “We proberen de mensen te wijzen op het belang van gezonde voeding en beweging. Niet te hard van stapel lopen als je jong bent. Smijt niet te veel met je krachten, dan houd je het langer vol. En wie wel eens last heeft van zijn arm, kan rekenen op een bewegingspecialist die toekijkt hoe de medewerker zijn werkdoet. Als er verkeerd getild of bewogen wordt, treedt deze corrigerend op. Het begint en eindigt bij praten met de mensen. Niet één keer per jaar tijdens functioneringsgesprek, maar continu: Hoe gaat het? Waar loop je tegenaan, wat gaat er goed en wat fout?Het is een sociale plicht richting medewerkers en we proberen op die manier natuurlijk het ziekteverzuim te beperken. En dat lukt meestal aardig.”
Wat vindt u?
Bent u het eens of oneens met Martin Hozeman? Kan de pensioengerechtigde leeftijd voor iedereen in zware beroepen naar 65 of zelfs 60 jaar? Laat uw stem horen en stuur een mail naar arie@bouwbelang.com.