BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

Hoe veilig is uw bouwplaats?

26-04-2021
door Redactie
Ondernemerschap

Veilig werken begint bij een goede bouwplaatsinrichting. De veiligheid van een bouwplaats is van veel factoren afhankelijk. Denk aan de bodemgesteldheid of kabels, leidingen en rioleringen die in de grond liggen. Hoe is de begaanbaarheid van het terrein en hoe is transport en opslag van goederen op de bouwplaats geregeld? Ook moet er aandacht zijn voor de werkhouding en uiteraard de weersomstandigheden. Samen met veiligheidsexpert Aboma gaan we hier in op de belangrijkste aandachtspunten.

Bodemgesteldheid

Er is een duidelijk verband tussen slechte begaanbaarheid van het bouwterrein en ongevallen. Regen, vorst en klei leveren de grootste problemen op. Door een slecht begaanbaar bouwterrein ontstaan er veel klachten aan voeten, enkels, knieën, heupen en onderrug. Ook kan men struikelen. Om blessures te voorkomen en het bouwterrein beter begaanbaar te maken moet je zorgen voor goede drainage, het leggen van rijplaten en het uitvlakken van het terrein. Om wegzakken te voorkomen van steigers, materiaalopslag en vrachtwagens kunnen stalen of kunststof rijplaten, betonplaten of draglineschotten worden gebruikt. Om struikelen te voorkomen is ook een opgeruimd terrein van belang. Zet de containers waar mogelijk dichter bij de werkplek en ruim met z’n allen dagelijks de rommel op.

bouwplaats

Foto: Aboma.

Kabels, leidingen en rioleringen

Het is belangrijk dat men bij graafwerkzaamheden zorgvuldig te werk gaat, zodat graafschade wordt voorkomen. Risico’s zijn er onder meer op het gebied van veiligheid (elektrocutie, brand, explosie, verstikking, instorting sleuf, wateroverlast), milieu (bodemverontreiniging), economische schade en de leveringszekerheid van nutsbedrijven. Bij zorgvuldig graven hoort daarom een aantal regels:

  • alleen graven wanneer liggingsgegevens bekend zijn;
  • alleen graven op aanwijzing van een leidinggevende of aannemer;
  • aanwijzingen van de netbeheerder opvolgen;
  • alleen graven nadat de ligging van kabels en leidingen is vastgesteld door proefsleuven binnen 1,5 meter van de opgeheven ligging;
  • eventuele afwijkende ligging of schade melden bij leidinggevende;
  • graafmachine moet een niet-getande graafbak gebruiken.

Toegankelijkheid

Een bouwterrein moet goed toegankelijk zijn voor bouwplaatspersoneel en leveranciers, maar moet juist niet toegankelijk zijn voor onbevoegden. Een overzichtelijke en ruime bouwplaats verkleint de kans op onveilige situaties. Vooral in binnenstedelijk gebied kan dat nog een hele uitdaging zijn. Houd in- en uitgaand verkeer gescheiden door middel van bijvoorbeeld een in- en uitgaande poort. Voorkom achteruitrijden, zeker vanaf het werk- en bouwterrein! Leg aparte looppaden aan, zodat bouwvakkers niet tussen zwaar transport hoeven lopen. Een ander belangrijk punt is dat de vluchtwegen niet worden geblokkeerd. In geval van gevaar moeten hulpdiensten snel ter plaatse kunnen komen.

Er mag met een verreiker alleen gehesen worden als een speciale hijsinrichting is aangebracht; besef dat de verreiker dan wordt gezien als hijskraan.

Let er verder op dat een vrachtwagen geen steiger kan raken, want dat kan tot grote ongelukken leiden. Zorg er ook voor dat de ruimte om de bouwplaats heen veilig is te gebruiken door voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer (zie artikel ‘Omgevingsveiligheid’).

Op een bouwterrein gelden gedragsregels, zoals het dragen van een helm en veiligheidsschoenen en het weren van onbevoegden. Dit wordt al bij de ingang aangegeven door middel van bebording en pictogrammen. Er moet ook toezicht zijn op naleving van de gedragsregels. Na werktijd moet je ervoor zorgen dat het gehele terrein goed is afgesloten; kinderen spelen graag op de bouw, met alle gevaren van dien!

Horizontaal en verticaal transport

Op een verkeerde manier tillen en verplaatsen van materiaal kan rugklachten veroorzaken; het is dus belangrijk om dit op de juiste manier te doen. Op de juiste manier tillen doe je door zoveel mogelijk gebruik te maken van je beenspieren. Til met gebogen knieën en een rechte rug; houd de last of het voorwerp zo dicht mogelijk tegen je lichaam aan. Zorg ervoor dat bij het neerzetten je vingers nergens bekneld (kunnen) raken. Gebruik bij ruw of scherp materiaal handschoenen. Als je een stenenkruiwagen moet laden is het handig om een stenenklem te gebruiken; dit voorkomt verwondingen en onnodig bukken. Met een zogenoemde optang kan een kraan een pakket van 400 stenen in één keer optillen en op de steiger zetten.

Een bouwterrein moet goed toegankelijk zijn voor bouwplaatspersoneel en leveranciers, maar moet juist niet toegankelijk zijn voor onbevoegden.

Er zijn talrijke hulpmiddelen voor horizontaal en verticaal transport, zoals een palletwagen, autolaadkraan en verreiker. Zorg voor een stabiele en vlakke ondergrond en een goede lastverdeling. Tevens mag men zonder speciale werkbak geen personen heffen. Er mag met een verreiker alleen gehesen worden als een speciale hijsinrichting is aangebracht; besef dat de verreiker dan wordt gezien als hijskraan! Voor hijsen met een verreiker moet je een persoonscertificaat hebben; bij het rijden op de openbare weg moet je daarnaast een rijbewijs bezitten.

Om medewerkers verder te beschermen tegen de gevaren van elektriciteit zijn de volgende maatregelen van belang: aarding, (dubbele) isolatie (rubber of kunststof), aardlekbeveiliging, gebruik van accugereedschap en fysieke afscherming (zoals een schakelkast).

Elektriciteit op bouwplaats

In besloten ruimten zoals kelders en kruipruimten mag je geen 220 volt gebruiken; gebruik hier 120 volt gelijkspanning of 50 volt wisselspanning. Je moet erop letten dat er verschillende klassenaanduidingen bestaan, namelijk klasse I, II en III. Ook wordt dit aangegeven met IP-klassen. Nog beter is het om accu gereedschap te gebruiken.
Het kan verplicht zijn dat steigers (stellingen) zijn verbonden met een aardleiding; dit is het geval wanneer er zich op of aan de steigers elektrische kabels, leidingen en/of elektrisch materieel bevinden die onder een niet-veilige spanning staan. Ook containers moeten volgens de voorschriften geaard worden.

Gebruik zo weinig mogelijk haspels en verlengkabels. Een gevaar bij het gebruik van voedings- en verlengkabels is overbelasting van de kabel. Respecteer altijd het maximaal toelaatbare vermogen van de haspel in opgerolde en uitgerolde toestand. Rol haspels volledig af om warmteontwikkeling te voorkomen, hierdoor zou weer kortsluiting en brand kunnen ontstaan. Kabels kunnen worden ingegraven of op voldoende hoogte worden opgehangen; dit voorkomt struikelen en andere beschadigingen.
Om medewerkers verder te beschermen tegen de gevaren van elektriciteit zijn de volgende maatregelen van belang: aarding, (dubbele) isolatie (rubber of kunststof), aardlekbeveiliging, gebruik van accugereedschap en fysieke afscherming (zoals een schakelkast). Na werktijd moet de bouwelektra worden afgesloten, zodat kinderen niet met elektrisch gereedschap kunnen spelen. Ook moet de groepenkast op slot; kinderen kunnen de stroom anders alsnog zelf inschakelen.

Bron: Abomafoon.nl