BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

Mini enquête achterban AFNL

18-02-2021
door Redactie
Ondernemerschap

Een moeilijk jaar voor de hele samenleving ligt achter ons. De nabije toekomst is onzeker. Sommige branches zijn ernstig getroffen – horeca en evenementen. Hoe is ’t bij de mkb-bouwers in de achterban van de AFNL? Hoe is de omzetontwikkeling en de personeelsbezetting? Investeren, niet investeren? Wat zijn de verwachtingen voor het komend jaar? En wat kan het komende kabinet voor hen betekenen? Tweede Kamerleden reageren in aanloop naar de verkiezingen op wensen en verwachtingen van de ondernemers.

BouwBelang heeft de stemming gepeild bij de aangesloten lidverenigingen van de AFNL. Hebben de achtereenvolgende crises invloed gehad op de omzetten in 2020? Zijn die lager dan de gemiddelden over het jaar ervoor? En wat zijn – gelet op de orderportefeuille – de verwachtingen voor dit jaar? Gemiddeld genomen hebben ondernemers die vooral afhankelijk zijn van overheidsopdrachten het jaar 2020 qua omzet ongeveer gelijk kunnen afsluiten als het jaar ervoor. Dat zijn met name de ondernemers van de brancheverenigingen MKB INFRA, VMS (modern straatwerk), OBN (stratenmakers) en deels ook Veras (sloopbedrijven).

Mini-enquête crises achterban AFNL toont gemêleerd beeld, politiek reageert

Daarbij past de kanttekening dat in het derde en vierde kwartaal het aantal aanvragen achtergebleven is. De ondernemers noteerden een daling van gemiddeld vijftien procent en die is niet alleen te verklaren door seizoensinvloeden. Dat is zorgelijk. Als die trend zich doorzet en dat ziet er wel naar uit, voorspelt dat weinig goeds voor de omzetontwikkeling van dit jaar. De brancheverenigingen wijten de extra terugloop aan de onzekerheid omtrent de stikstofwetgeving en de vertraging die het uitzetten van de werken oplopen doordat verantwoordelijke gemeenteambtenaren door corona van huis uit werken. De besluitvorming blijkt daardoor minder efficiënt en trager te verlopen dan normaal.

Particuliere markt

De lidverenigingen die een deel van hun omzet uit de particuliere markt halen – NVBU en MKB BOUW (beide bouwkundige aannemers), OBN (stratenmakers), VENIN (isoleerbedrijven), Bovatin (tegelzetters) en GNL (werkers op het hellend dak, metselaars, voegers en kalkzandsteenverwerkers) – hebben mede dankzij corona een redelijk jaar achter de rug. Vele particulieren hebben noodgedwongen thuis moeten werken, terwijl er geen thuiswerkplek was ingericht. Dat leidde tot verbouwingen. Verder is er geld gespaard doordat men niet op vakantie is geweest. Bovendien is de hypotheekrentestand historisch laag te noemen. Hierdoor is in vele gezinnen financiële ruimte ontstaan voor een verbouwing, uitbreiding, renovatie en ook nieuwbouw.

Investeren

Opvallend is de investeringbereidheid bij de branchevereniging voor wapeningstaalverwerkers (VWS). Waar andere branches pas op de plaats maken, omdat ze niet precies weten wat hen boven het hoofd hangt, geven de VWS-ondernemers aanzienlijk meer geld uit aan nieuwe machines dan in de jaren ervoor. Een belangrijke drijfveer blijkt de wens om minder afhankelijk te zijn van voldoende medewerkers. Ook sorteren zij voor op een toekomst waarin een nog grotere rol dan nu al het geval is, zal zijn weggelegd voor prefabricage. Verder verloopt de aanwas van vakbekwame medewerkers stroef – iets wat overigens AFNL-breed gedeeld wordt – en is de animo voor de inzet van buitenlandse zzp’ers aan het afnemen vanwege communicatieproblemen.

Werknemersbestand stabiel

Hoewel traditiegetrouw de mkb-bouwondernemers graag met eigen mensen werken, zijn de ondernemers in alle branches beducht voor wetgeving waardoor medewerkers met een vast dienstverband een risicofactor zijn geworden. Dan gaat het over het ongemak dat ze voelen bij de ontslagwetgeving en de doorbetalingsplicht van twee jaar bij ziekte.
Op zich hebben deze zorgen weinig te maken met de corona-, stikstof- of pfas-crisis. Want de crises hebben niet of nauwelijks effect op het werknemersbestand. De ondernemers hebben afgelopen jaar geen mensen hoeven te ontslaan en verwachten dat ook het komend jaar niet te hoeven doen. Waar het werk minder werd, ging dat ten koste van de zzp’ers in de flexibele schil. En bij een tekort aan mensen werd een beroep gedaan op dezelfde schil. In sommige branches functioneert collegiaal inlenen prima en in ander komt dat systeem maar niet van de grond. Het ontbreekt daar nog steeds aan het kritische aantal participerende ondernemers.

Isoleren gaat door

Zorgen zijn er bij vrijwel alle ondernemers over de ontwikkeling van de orderportefeuille dit jaar. Er is één branchevereniging waar de ondernemers deze zorgen niet herkennen en dat is de Venin (de na-isolatiebedrijven). Zij werken zich zoals de voorzitter het verwoordde ‘een slag in de rondte’. Corona is niet problematisch, want ze hoeven behalve voor isolatiewerkzaamheden op zolder of in de kruipruimte, de woning niet te betreden. De bulk van hun werkzaamheden is gevelisolatie aanbrengen in het bestaande voorraad woningen en dat kan van buitenaf. Maar de belangrijkste motor voor de goed gevulde orderportefeuille is de subsidieregeling voor isoleren. Tot 2030 staat er jaarlijks een potje van 100 oplopend tot 140 miljoen euro klaar. Dat geld is overigens ook voor investeringen in zonnepanelen en warmtepompen.

Vertraging besluitvorming

Alle ondernemers uit de AFNL-achterban zien de vertraging van de besluitvorming bij de overheid, met name op gemeentelijk niveau (door thuiswerkende ambtenaren), als een bedreiging voor werkgelegenheid en omzet. Dit effect is direct toe te schrijven aan de coronamaatregelen en heeft in brede zin gevolgen. Hiervoor is al aangegeven dat infra-bedrijven last hebben van vertraging bij het uitzetten van overheidswerken. Maar vertraging wordt ook gevoeld bij processen rond vergunningverlening. Hierdoor stokt de werkstroom of verloopt op zijn minst met horten en stoten. Gevolg: plannings- en afstemmingsproblemen, bijvoorbeeld richting toeleveranciers.
Infrabedrijven vrezen overigens dat de coronatijd nog een vervelend staartje zal krijgen. De overheden hebben veel geld uitgegeven aan steunmaatregelen. Dat zal naar verwachting een wissel trekken op de begrotingen voor de komende jaren. En het zou niet voor het eerst zijn dat gemeenten besluiten onderhoudswerkzaamheden uit te stellen en projecten die al in de pijplijn zitten, te schrappen.

Vragen aan TK-leden

Een aantal van de punten die naar voren zijn gekomen via de enquête, komen terug in de vragen aan Tweede Kamerleden van de regeringspartijen (zie kaders). Ze nemen elk voor zich enkele vragen voor hun rekening. De thema’s behoren tot de terreinen waarover ze het woordvoerderschap voeren. Het gaat om zaken die volgens de mkb-ondernemers zeker meegenomen moeten worden in het volgende regeerakkoord.

Gevolgen corona

Veel disciplines in de achterban van de AFNL zijn, zoals dat heet, laatcyclisch. Als de architect een terugloop in de opdrachten signaleert, merkt de voeger dat pas een jaar later. Met de ondernemers in de ‘laatcyclische’ beroepen gaat het op dit moment redelijk goed. Andere disciplines uit de achterban zitten juist meer aan de voorkant, bijvoorbeeld de grond-, weg- en waterbouw. Daar is al een afname van de aanvragen waarneembaar van gemiddeld vijftien procent. Dat is zorgwekkend. Bovendien achten de ondernemers het zeer aannemelijk, dat gemeenten, provincie en rijk noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden opschorten, doordat ze in de coronatijd veel hebben moeten uitgeven aan steunmaatregelen.

Kunnen – wat uw partij betreft – mkb-ondernemers die pas later, bijvoorbeeld over driekwart jaar, hinder ondervinden van de gevolgen van de coronacrises evengoed rekenen op eventuele steunmaatregelen als de vroegcyclische?

Hilde Palland (CDA): “Het CDA heeft vanaf eerste begin van de Coronacrisis aandacht gevraagd voor een soort deeltijd ww-regeling. Uiteindelijk is dit de NOW geworden. Desalniettemin ligt bij het kabinet op basis van een CDA-motie al de opdracht om een meer permanente Deeltijd-WW regeling op te zetten voor na de NOW, om economische tegenwind op te kunnen vangen. Enigszins vergelijkbaar met de Kurz-arbeit in Duitsland.

Daarbij lijkt werk ons de beste remedie in plaats van subsidie: In ons verkiezingsprogramma hebben wij geschetst dat een omvangrijk herstel- en innovatiepakket nodig is voor investeringen in de woningbouw, infrastructuur, maatschappelijk vastgoed, digitalisering, innovatie en duurzaamheid. Voor deze projecten willen we de procedures versnellen en vereenvoudigen om sneller resultaat te boeken. Cofinanciering vanuit het Nationale Groeifonds en InvestNL kan gezonde bedrijven – groot en klein, helpen in de overstap naar nieuwe verdienmodellen.

Overigens stelt het rijk compensatie beschikbaar aan gemeenten voor de kosten die zij maken aan steunmaatregelen inzake corona dus dat kan geen reden zijn voor opschorten van onderhoudsmaatregelen door gemeenten.”

Bent u bereid om via de instrumenten die u ter beschikking staan er bij de overheidsopdrachtgevers op aan te dringen werken naar voren te halen en niet te bezuinigen op noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan wegen, dijken, rioleringen e.d.?

Hilde Palland (CDA): Zeker, wat het CDA betreft investeren we ons uit de crisis.Er zijn ook al diverse maatregelen getroffen; Rijkswaterstaat heeft de opdracht gekregen om te kijken welk werk naar voren gehaald kan worden. ProRail heeft werkzaamheden aan de Willemstunnel en de Schipholtunnel naar voren gehaald en er is een investeringsimpuls voor maatschappelijk vastgoed (schoolgebouwen, sportaccommodaties) dat ervoor zorgt dat renovatie en groot onderhoud naar voren gehaald worden en dat dit wordt gekoppeld aan verduurzaming en energiebesparing.

Ook hebben wij als CDA onze lokale afdelingen aangeraden om ook op lokaal niveau te kijken welke werken naar voren gehaald kunnen worden. In ons verkiezingsprogramma hebben wij opgenomen om te kijken naar verbetering van aanbestedingen, zodat investeringen met belastinggeld bij voorkeur ten goede komen aan bedrijven in Nederland of Europa. Daarbij zetten wij in op het vergroten van de kennis van inkopers bij de overheid om bij aanbestedingen meer oog te hebben voor de belangen en de kansen van het eigen MKB.

Ontslagwetgeving.

Er heerst op een aantal punten onvrede over de ontslagwetgeving.

  • De transitievergoeding kan oplopen tot 84.000 euro. Het initiatief voor een ontslag van een werknemer die recht heeft op deze maximale vergoeding, betekent voor een mkb’er met hooguit tien werknemers in vaste dienst zijn faillissement.
  • Los van de financiële consequenties kan de werkgever pas overgaan tot een ontslagprocedure na opbouw van een uitgebreid dossier. Dat is voor vele mkb’ers een extra administratieve last waar zij vaak niet aan toekomen. Zij willen dat ontslag gemakkelijker en goedkoper kan. Dat betekent overigens, dat ze dan ook gemakkelijker mensen aannemen.
  • Ontslag is voor mkb’ers, veelal familiebedrijven, een middel dat bij crisis wordt ingezet als het water hen aan de lippen staat. En in de overige gevallen moet de betreffende werknemer het wel heel bont gemaakt hebben, wil de mkb’er overgaan tot deze draconische maatregel. In beide gevallen kun je het de werkgever niet kwalijk nemen dat hij wil overgaan tot ontslag. Toch moet hij ervoor opdraaien. Dat voelt als onrecht. De werknemer wordt beschermd en daar is op zich helemaal niets op tegen, maar wie beschermt de werkgever?

Hoe ziet volgens u een rechtvaardige ontslagwetgeving eruit? En wat zegt u tegen de mkb-ondernemer die gedwongen is één of meerdere medewerkers te ontslaan?

Eppo Bruins (CU): “De ChristenUnie vindt dat op dit moment een vast contract te vast is en een flexibel contract te flexibel. We willen daar meer evenwicht in brengen. Het moet dus ook niet al te moeilijk gemaakt worden voor een werkgever om een werknemer te ontslaan als die niet goed functioneert. De ChristenUnie vindt dat de rechter dat wel moet toetsen, maar als de werkgever goede redenen heeft dan moet de rechter het ontslag gewoon bekrachtigen. Bovendien is de ChristenUnie er ook voorstander van dat de cumulatiegrond is ingevoerd; daarmee is ontslag ook mogelijk bij een combinatie van omstandigheden en wordt de ‘bewijslast’ van de werkgever minder zwaar.”

Instroom jonge vakmensen.

Het is geen geheim dat het voor vele beroepen in de bouw lastig is om jonge mensen te werven. Dat heeft voor een deel ook met de inrichting van het beroepsonderwijs te maken, aldus de mkb’ers in de bouw. Neem de kleine beroepen als betonstaalvlechter, steigerbouwer, voeger of dakdekker van hellende daken. Roc’s zijn niet geïnteresseerd voor deze beroepen modules aan te bieden, want dat kost geld. Een vreemde motivatie, vinden mkb’ers. Daarom zien de mkb-ondernemers in die kleine beroepen wel iets in een bonussysteem. Roc’s die wél deze beroepen aanbieden zouden door de overheid beloond moeten worden.

Bent u het eens met de ondernemers? Of ziet u andere financieringsmogelijkheden voor de kleine beroepen?

Paul van Meenen (D66): “D66 vindt dat we zuinig moeten zijn op specialistisch vakmanschap en kleine opleidingen. Ik heb me er bijvoorbeeld nog voor ingezet om de Leidse instrumentenmakerschool open te houden. Daarbij heeft D66 een mbo-plan gelanceerd met daarin vijf actiepunten hoe we het mbo beter kunnen waarderen en nog beter kunnen maken. Eén van de punten in dit plan is dat we de samenwerking tussen het mbo en bedrijfsleven willen verbeteren. Want die hebben elkaar keihard nodig. Zo duurt het nu bijvoorbeeld nog lang om kwalificatiedossiers en keuzedelen in te dienen of aan te passen. Daarbij spelen de scholen, het SBB en de bedrijven een belangrijke rol. D66 wil dat opleidingen flexibeler kunnen inspelen op de veranderingen in de maatschappij. Hierbij hoort ook zeker het inspelen op kleine, maar belangrijke beroepen als steigerbouwers en dakdekkers.

D66 wil dat het voor iedereen zo makkelijk mogelijk wordt om bij-, om- en na- te scholen. Mensen willen zich graag kunnen blijven ontwikkelen en zijn nooit uitgeleerd. Zo worden mbo’s weer de (regionale) plek om te leren. In deze coronatijd leren we dat werkgelegenheid voor sommige beroepsgroepen geheel of gedeeltelijk verdwijnt, terwijl voor sommige andere beroepen juist meer aanbod komt. Met behulp van certificaten en keuzedelen zijn hier nieuwe mogelijkheden voor. Daarbij heeft dit kabinet de afgelopen kabinetsperiode, mede op aandringen van D66, 100 miljoen geïnvesteerd in techniekonderwijs op vmbo en mbo.”

Gevolgen corona

Mkb-ondernemers merken dat verstrekking van bouwvergunning en het uitzetten van werken vertraging oploopt, doordat gemeentelijke ambtenaren vanuit een home-office situatie minder efficiënt besluiten nemen. Het is kennelijk voor een adequate gedachtewisseling toch van belang dat besluitvorming plaatsvindt aan een tafel waar de betrokken ambtenaren aanzitten.

Op welke manier denkt u in dit opzicht iets te kunnen betekenen voor de mkb’ers?

Hilde Palland (CDA): “Vanaf de eerste golf is het inderdaad een bekend probleem dat bouwvergunningen vertraging oplopen door een tekort aan (kwalitatieve) vergunningverstrekkers. Daarom heeft het kabinet maatregelen getroffen om de bouw tijdens de coronacrisis niet stil te laten vallen. In overleg met de sector zijn afspraken gemaakt om investeringen, vergunningverlening en aanbestedingen te versnellen. Zo worden er extra flexpools ingezet om gemeenten te ondersteunen bij het versnellen van vergunningverlening en andere procedures. Ook zijn de middelen uit de woningbouwimpuls naar voren gehaald, zodat gemeenten de prikkel krijgen sneller bouwvergunningen af te geven. Daardoor is 50 miljoen in 2020 eerder beschikbaar gekomen. Daarnaast dient de problematiek van adequate dienstverlening en gedachtewisseling in coronatijd met thuiswerk op gemeentelijk niveau besproken en ingevuld te worden.”

Bescherming zzp’er

Er is in de uitvoerende bouw een groot aantal zzp’ers actief dat tussen wal en schip dreigt te vallen. Ze kunnen slechts door bovenmatige inspanning maar net het hoofd boven water houden. Geen arbeidsongeschiktheidsverzekering en geen pensioenopbouw. Deze groep verdient bescherming want ze zijn essentieel voor een goed functioneren van de sector. Met bijvoorbeeld een premieheffing via de fiscus voor arbeidsongeschiktheid en pensioen zou deze groep enorm geholpen zijn. Bovendien wordt op die manier de concurrentie met de medewerkers in vaste dienst weggenomen.

Verder is er volgens vele ondernemers nog te veel onduidelijkheid omtrent de definitie van het zzp’erschap. Het ministerie van SZW hanteert een andere dan het ministerie van Financiën. Dit leidt gemakkelijk tot misverstanden over bijvoorbeeld schijnzelfstandigheid.

Onderkent u de geschetste problematiek en onderschrijft u de geformuleerde oplossingsrichtingen? Zo ja, wat gaat u eraan doen? Zo nee, waarom niet?

Eppo Bruins (CU): “Ja, de ChristenUnie onderkent zeker de problematiek rond zzp’ers. In onze ogen is er de afgelopen jaren een wildgroei aan zzp-constructies ontstaan. Veel mensen zijn feitelijk gedwongen om zzp’er te worden om nog werk te kunnen krijgen. De ChristenUnie vindt een duurzame relatie tussen een werkgever en een werknemer een belangrijk uitgangspunt. Daarom kiezen we voor het uitgangspunt ‘werknemer, tenzij’. We zien in lijn met de voorstellen van de commissie-Borstlap drie ‘rijbanen’ voor werkenden: werknemers met een contract, werknemers op uitzendbasis of échte zelfstandigen, die zelf kiezen voor het ondernemerschap. Hiermee willen we de wildgroei aan zzp’ers en schijnconstructies terugdringen.

Verder wil de ChristenUnie voor alle werkenden een gelijk sociaal vangnet en een vergelijkbare pensioenopbouw. Daarom pleiten we voor een verplichte, betaalbare publieke basisverzekering voor arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden – dus ook voor zzp’ers. Zij moeten ook het recht krijgen om pensioen op te bouwen bij een pensioenfonds.”

Loondoorbetaling bij ziekte

Loondoorbetaling door de werkgever van twee jaar bij ziekte van de werknemer – dat vinden mkb-ondernemers buitenproportioneel, zeker als je dat vergelijkt met Duitsland waar de werkgever verplicht is het loon slechts zes weken door te betalen. Het Europese gemiddelde ligt zelfs bij twee weken.

Hoe beoordeelt u de doorbetalingsverplichting van de Nederlandse mkb-bouwondernemers?

Eppo Bruins (CU): “De ChristenUnie wil de verplichte loondoorbetaling bij ziekte voor kleine en middelgrote werkgevers terugbrengen naar één jaar. Sowieso willen we de lasten voor werkgevers met werknemers in vaste dienst omlaag brengen, door de WW-premie voor werknemers met een vast contract te verlagen, net als de Aof-premie.”