Zuid-Holland gaat onderhoud kunstwerken bundelen
De Provincie Zuid-Holland bundelt twaalf contracten voor regulier onderhoud aan 90 bruggen en sluizen in één groot contract, met een looptijd van tien jaar. De contractwaarde ligt rond de 50 miljoen. Wil het mkb meedoen in de aanbesteding, dan zal het zich waarschijnlijk moeten aansluiten bij een grote aannemer of de krachten moeten bundelen.

Papenbrug (Papenveer, gemeente Nieuwkoop).
Zuid-Holland is de provincie met het grootste aantal ‘beweegbare kunstwerken’. Ze telt in totaal 86 beweegbare bruggen en vier sluizen. Het reguliere onderhoud van die kunstwerken is nu geregeld met twaalf verschillende contracten. Elk contract behelst alle 90 beweegbare kunstwerken, maar slechts één discipline, zoals werktuigbouw, civiele techniek, elektrotechniek en besturingstechniek. Voor storingen is er een coördinerend aannemer die eerste aanspreekpunt is en die ervoor zorgt dat de juiste specialist naar het kunstwerk gaat. Deze twaalf contracten voor ‘dagelijks onderhoud’ wil de provincie Zuid-Holland nu samenvoegen tot één contract, met een looptijd van tien jaar.

Chris Haakman: “We zoeken niet alleen naar technisch inhoudelijke expertise, maar juist ook extra kennis van assetmanagement.”
Over welke werkzaamheden hebben we het als we spreken over ‘dagelijks onderhoud’?
Chris Haakman, projectleider van de aanbesteding: “Inhoudelijk gaat het vooral om frequent en planbaar onderhoud. Een brug wordt bijvoorbeeld vier keer per jaar gesmeerd en eens per jaar wordt de brugkelder schoongemaakt. Zo is er voor elke brug een onderhoudsschema. Daarnaast gaat het om het verhelpen van storingen, waarvoor binnen een uur iemand ter plekke moet zijn. Er zijn nu zo’n 600 storingen per jaar. Dat is overigens niet veel op 200.000 brugopeningen. De beschikbaarheid is daarmee 99,8 procent, wat heel hoog is.”
Wat is de reden om nu deze contracten samen te voegen? Gaat het nu niet goed?
Haakman: “We denken dat we het nu goed doen, maar we doen het al jaren zo en willen graag kijken of het beter kan. We zoeken met deze aanbesteding de inhoudelijke expertise van de aannemer om te kijken of het onderhoud slimmer kan en we vragen hem om ons daarover te adviseren. Bij storingen vragen we van de aannemer om niet simpelweg op de resetknop te drukken, maar om ze te analyseren en te kijken hoe je ze kunt voorkomen.”

Carla Weber: “We kunnen het mkb niet bevoordelen. We zijn gebonden aan het aanbestedingsrecht.”
Carla Weber, directeur van het domein uitvoering bij Provincie Zuid-Holland: “Het werkt nu wel goed genoeg, maar we zijn steeds op zoek naar beter. Geïntegreerde contracten maken het werken efficiënter. Geld dat we daarmee besparen kunnen we in het werk zelf steken, in verbetering van kwaliteit, zoals het verminderen van het aantal storingen. Het doel van deze aanbesteding is niet om te bezuinigen; wat we besparen willen we inzetten op kwaliteit.”
“Daarnaast kiezen we voor langdurige samenwerking. Elke aanbesteding kost veel energie en organisatie en procedureel werk, waar ook bij ons niemand op zit te wachten. Onze mensen zijn liever inhoudelijk bezig. Een ander voordeel is dat de aannemer bij een langjarig contract kan investeren in bijvoorbeeld mensen en materieel voor slimmer onderhoud, zodat dat ook kan renderen.”
Haakman: “Verder is het voor de provincie efficiënter om één aanspreekpunt te hebben dan met twaalf verschillende partijen zaken te doen. Partijen kunnen dan ook niet meer naar elkaar wijzen.”
Op basis van de twaalf bestaande contracten, heeft het nieuwe contract een waarde van circa 50 miljoen euro en al die objecten zijn onderling ook nog eens heel verschillend. Is 90 objecten in één contract dan niet te veel?
Weber: “De vraag is of je het ook zou kunnen opsplitsen in bijvoorbeeld regio’s. Daar hebben we wel lang over gesproken. Maar dat is niet zo eenvoudig als het lijkt. Je moet dan kijken of er in elk pakket voldoende balans zit. Je hebt moeilijke en makkelijke objecten en een aannemer moet er wel wat aan kunnen verdienen. Er zijn bruggen die recent groot onderhoud hebben gehad en die dat in de looptijd van dit contract krijgen en er zijn bruggen die aan het eind van de onderhoudsperiode zitten. Diversiteit biedt dan juist een oplossing.”
Haakman: “En als je het verdeelt, hou je als provincie toch weer een deel van de coördinatie. Het onderhoud aan wegen en vaarwegen hebben we wel in vier regio’s gesplitst, maar dat areaal is veel groter.”

Hefbrug Waddinxveen. Een van de drie hefbruggen over de Gouwe; bekende en markante monumentale bruggen in Zuid-Holland.
Jullie hopen nu op interesse van grotere bouwers. Hoe staat het nu met hun belangstelling?
Haakman: “We hebben twee marktconsultaties gedaan. De inschrijvingen moeten half februari binnen zijn. We zitten nu in de fase van de nota van inlichtingen. We verwachten interesse van zo’n zes à acht partijen. Veel meer partijen die dit kunnen zijn er ook niet en als je in deze markt zit, wil je dit contract wel heel graag hebben. Met 90 objecten en een looptijd van tien jaar is dat heel interessant. Daar kun je als bedrijf op investeren en ook elders inzetten. Na Rijkswaterstaat zijn wij de organisatie met de meeste beweegbare kunstwerken.”
En welke rol zien jullie nog voor de gespecialiseerde mkb-bedrijven?
Haakman: “We merken dat zowel grote aannemers als het mkb interesse hebben. De vorm kan wel variëren. Voor mkb-bedrijven zal dit contract te groot en te risicovol zijn. Maar zij kunnen zich aansluiten bij een grotere bouwer of ze kunnen met meerdere mkb-bedrijven een combinatie vormen. Gezien de diversiteit heb je er dan wel een aantal nodig.”
“Er blijven natuurlijk wel specialistische werkzaamheden. De inzet van specialistische bedrijven blijft noodzakelijk, maar gaat straks via de opdrachtnemer. Hoe die bedrijven betrokken zijn, kan verschillen. Als het gaat om heel specialistische werkzaamheden die maar een paar keer per jaar voorkomen, zal zo’n bedrijf waarschijnlijk nu nog niet meedoen in de inschrijving, maar er later bij gevraagd worden. Specialisten met werkzaamheden die vaker voorkomen, zullen waarschijnlijk nu al aansluiten in de tender.”
“Verder zie je in de hele bouw en infra dat grote aannemers niet meer alles zelf doen, maar vooral managen en voor de uitvoering onderaannemers inschakelen. Daarvoor komen ze dan vanzelf uit bij de kleinere gespecialiseerde bedrijven.”

Sluis Leidschendam
Krijg je met deze opzet uiteindelijk wel de beste specialisten op het werk? Het kan zijn dat een mkb-bedrijf als beste bedrijf toch in een verliezende combinatie zit.
Haakman: “Wij vragen uit op criteria als samenwerking en ervaring en vragen van de opdrachtgever een plan hoe hij ons kan helpen om het slimmer en beter te doen. We boordelen de ingediende inschrijving objectief op basis van die criteria en de beste prijs-kwaliteitverhouding. We kijken dus niet of partij x die altijd goed werk levert daar bij zit. Die heeft geen streepje voor.”
Weber: “We kunnen het mkb ook niet bevoordelen. We zijn gebonden aan het aanbestedingsrecht. Het blijft een neutraal verhaal, dat kan niet anders. Het is aan de opdrachtnemer om kwaliteit te leveren en daar kunnen wij hem op aanspreken. We hebben een opdrachtnemer nodig die diversiteit kan bieden en die de kennis, de expertise en het weerstandsvermogen heeft om deze grootte van opdracht aan te kunnen. We hebben een stevige combinatie nodig, omdat we een intensief gebruikt infranetwerk hebben met beweegbare kunstwerken als meest kwetsbare onderdeel daarin. De opdrachtnemer moet die complexiteit aankunnen. Het is een spannende vraag doordat de objecten heel divers zijn, veel gebruikt worden en gebruikers niet heel tolerant zijn in geval van overlast of storing. Ook moet er wel altijd veilig worden gewerkt. Dat maakt het heel complex.”
Haakman: “We zoeken niet alleen naar technisch inhoudelijke expertise, maar juist ook extra kennis van assetmanagement: hoe zorg je dat deze kunstwerken zo lang mogelijk meegaan, met de juiste balans tussen kosten, prestatie en risico’s. Gespecialiseerde aannemers kunnen alleen adviseren op hun eigen expertise, terwijl het bij dit soort objecten juist gaat om het totale systeem.”
De kennis en expertise van mkb-bedrijven blijft dus wel nodig. Waar doen mkb-bedrijven nu verstandig aan?
Weber: “Dat is aan mkb-bedrijven zelf. We laten ons graag verrassen. Als partijen denken dat ze over de kennis en expertise beschikken voor deze mooie opdracht, zijn ze zeer welkom. Maar de diversiteit aan kennisgebieden lijkt te groot voor één bedrijf. Dan doe je er dus goed aan om samenwerking te zoeken.”