Glazen bollen
Wanneer u dit leest is de bordesscene misschien al geweest en moeten de nieuwe ministers zich gaan buigen over de uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord dat de beoogde coalitie in mei heeft bereikt. Voor de infrasector staan daar wel enige concrete zaken in, maar er staat ook meer niet dan wel. Net als veel andere onderwerpen, waarmee straks de ministersploeg nog fors aan de slag moet met de uitwerking.
Wat mij dan op zijn zachtst gezegd verbaast, is dat er mensen over elkaar heen vallen die in een goed functionerende glazen bol kunnen zien wat er niet gaat lukken van plannen, die slechts op hoofdlijnen of helemaal niet worden genoemd. Journalisten hebben ook mij gevraagd om in een glazen bol te kijken, maar ik doe daar niet aan mee.
Ik ga uit principe liever uit van de zaken die wel concreet worden benoemd. En dan zie ik staan: “Er is de komende jaren een grote onderhoudsopgave. Doel is instandhouding van de minimaal benodigde basiskwaliteit van de bestaande weg-, waterweg- en OV-infrastructuur.” Dat is goed nieuws, want dat betekent dat niet alleen de bij Rijkswaterstaat ingezette instandhoudingsoperatie met verschoven geld van MIRT naar V&R kan doorgaan. Maar ook de infrastructuur van alle 400 andere overheden zou dan dus moeten kunnen worden aangepakt.
Daarbovenop komt: “Een meerjarige investering van 2,5 miljard euro voor het ontsluiten van (nieuwe) woningbouwlocaties en het aanleggen van infrastructuur voor mobiliteit.” En: “Aanvullend – bij voldoende personeel, vergunningsruimte en middelen – worden de 17 gepauzeerde projecten opgepakt.” Voeg daarbij dat men in de regeldruk wil schrappen, administratieve lasten wil terugdringen, het aannemen van personeel weer aantrekkelijk wil maken en niet te vergeten het stikstofprobleem in ieder geval tot werkbare proporties wil terugbrengen, dan zou de infrasector een fantastische kabinetsperiode tegemoet moeten kunnen gaan. Aan de slag hiermee, zou ik zeggen. Grote zorg daarbij is wel dat met de 22% ambtenaren, die zullen moeten vertrekken, niet nog meer technische kennis wegvloeit.
Philip van Nieuwenhuizen
Voorzitter/directeur MKB INFRA