‘Beter bouwen met vrouwen’
De cijfers liegen er niet om. De bouw bungelt onderaan in de statistieken over vrouwelijke werknemers. Hoe komt dat? We vragen het enkele ervaringsdeskundigen in de achterban van de Aannemersfederatie.
Uit een onderzoek dat in 2021 is uitgevoerd door Techniekpact blijkt, dat het met het aantal vrouwen in de uitvoerende bouw droevig gesteld is. Het Techniekpact is een samenwerkingsverband van onderwijsinstellingen, werkgevers- en werknemersorganisaties, regio’s en het Rijk.De afbouw spant de kroon met nul procent aandeel vrouwelijke medewerkers, gevolgd door timmerlieden met één procent en de ruwbouw met drie procent. Daarmee bungelt de bouw met gemiddeld twee procent helemaal onderaan in de statistieken over het aandeel vrouwelijke werknemers in technische beroepen. De metaalsector is runner up met een treurige zes procent. In een tijd waarin de bouwsector net als vele andere sectoren kampt met enorme personeelstekorten is het niet te vatten, dat de helft van de werkzame bevolking het bouwvak overslaat. Hoe komt het dat decennialange inspanning om de bouwsector te promoten onder het vrouwelijke deel van de bevolking weggegooid geld lijkt te zijn?
Een ander onderzoek, uitgevoerd door VHTO Expertisecentrum genderdiversiteit in bêta, techniek en IT – VHTO is de afkorting van Voor Haar Technische Ontwikkeling – geeft een aantal redenen voor het geringe percentage vrouwen in de genoemde sectoren. Vrouwen voelen zich niet thuis op hun werkplek, worden anders beoordeeld dan hun mannelijke collega’s, er is geen geschikte werkkleding voor ze of ze krijgen weinig ruimte om hun werk flexibel in te delen. Tegelijkertijd geven vrouwen aan dat zij het werk zelf interessant en uitdagend vinden.
Hoe beoordelen de ondernemers in de achterban van de AFNL de kennelijke weerzin tegen een keuze voor een carrière in het bouwvak? We vroegen het aan:
– Petra Geerts-Mesken van bouwbedrijf G.Geerts & Zn in Zeijen (Drenthe) en voorzitter van de AFNL-lidvereniging NVBU. Ze is binnen het bedrijf verantwoordelijk voor de P&O.
– Rudmer de Vries van Drowa Isolatiechips (Leeuwarden). Hij is commercieel manager en zijn bedrijf is aangesloten bij de branchevereniging Isolerend Nederland.
– Berry Endevoets, directeur bij Orly & Endevoets, en Inge van Gool. Zij is verantwoordelijk voor de bewonerscommunicatie bij Orly& Endevoets. Het bedrijf is specialist gevelonderhoud, maar voert ook complete verduurzamingsprojecten uit voor woningcorporaties. Dat omvat veel contacten met huurders van de woningen.
Petra Geerts: “Een kwestie van tijd.”
“Vrouwen, tja, we zien ze helaas nog erg weinig op de bouwplaats. In de werkvoorbereiding komt er wel eens eentje voorbij. Onlangs nog via een zij-instromerstraject. Maar onder jongeren die via de roc’s instromen, zijn de meisjes doorgaans de grote afwezigen. Ik vind dat erg jammer. Elk jaar melden zich meer vrouwen bij de technische opleidingen, maar dat zie je niet terug in de statistieken voor de beroepen op de bouwplaats. Uiteindelijk kiezen ze dan kennelijk toch een andere richting. De resultaten zijn weliswaar bedroevend, ook al timmert de bedrijfstak behoorlijk aan de weg. Toch wordt veel gedaan om de jonge vrouwen over de streep te trekken. Elk jaar doen we bijvoorbeeld mee aan zogeheten meeloopdagen. Leerlingen in de hoogste klassen van het vmbo komen op de bedrijven om te ‘snuffelen’ aan het beroep. En dan is het enthousiasme bij de meisjes niet minder dan bij de jongens. Kennelijk spelen externe factoren een rol. Wat zeggen de ouders? Wat doen de vriendinnen?
Ik heb onze medewerkers gevraagd wat volgens hen de oorzaak is van de geringe belangstelling van vrouwen voor het ambacht. En zij menen dat de fysieke belasting vrouwen weerhoudt. Op zich is het vak dankzij hulpmiddelen allang niet zo belastend meer, maar als je de hele dag op de bouwplaats in touw bent, blijft het een zwaar beroep, aldus de medewerkers. De oudere garde kan zich moeilijk voorstellen dat de vrouwelijk bouwvakker een normaal verschijnsel zal worden. Het past niet in wat ze hun hele leven gewend zijn geweest. Bij onze jongere werknemers ligt dat een beetje anders. Weliswaar zijn ook bij hen de omgangsvormen zo, dat je je ‘mannetje’ moet kunnen staan, maar zíj hebben in opvoeding en scholing meegekregen dat mannen en vrouwen in principe hetzelfde kunnen. Ik denk dat zij veel gemakkelijker een vrouwelijke bouwvak-collega zullen accepteren. Die cultuurverandering komt er vanzelf wel een keer en daardoor zullen ook de strikte grenzen tussen wat we typische mannen- en typische vrouwenberoepen noemen, vervagen. Dat geeft hoop voor de toekomst. Als we doorgaan met de ontwikkeling van hulpmiddelen die het werk lichter maken, verwacht ik op termijn, dat vrouwen zich meer op hun gemak voelen dan nu vaak het geval is.”
Rudmer de Vries: “Gemixte teams, man én vrouw, is optimaal”
“Het is al wel heel normaal dat vrouwen achter het stuur van een bus of een vrachtwagen zitten. Dat waren tot voor kort toch ook typische mannenberoepen. Die verandering moet in de bouw nog op gang komen. En dan graag structureel, want wij willen heel graag ons personeelsbestand meer divers maken. We hebben in het verleden uitvoerende koppels gehad – onze mensen werken altijd in teams van twee mensen – met twee vrouwen en ook een man en vrouw. Daar hebben we goede ervaringen mee opgedaan. Maar hetwas incidenteel. De vrouwen bleven nooit lang. De laatste is twee jaar bij ons geweest, maar kreeg helaas een spierziekte – overigens niet vanwege het werk. Ze vond het zelf erg jammer, dat ze moest stoppen, want ze deed het graag. In principe kunnen vrouwen in onze bedrijfstak prima aan de slag. Het werk is fysiek niet heel erg belastend. Vrouwen doen niet onder voor hun mannelijke collega’s – ook als het gaat om de isolatie van de kruipruimte.
Bovendien – hebben we gemerkt – brengen ze wat extra’s mee. Doorgaans werken ze preciezer en communiceren gemakkelijk met onze klanten. Dat zijn eigenschappen die in de bouw en zeker in de isolatiebranche goed van pas komen. Onze teams komen veel bij huiseigenaren en huurders over de vloer en dan is het prettig dat er snel een vertrouwensband kan ontstaan. Daarom zijn de meeste woonconsulenten in onze bedrijfstak ook vrouw. Voor ons is een gemixt team mede door die extra kwaliteiten het meest optimaal. We staan er dus echt voor open. En doordat we in teams van twee vakmensen werken, is de typische machosfeer van de bouwkeet geen beletsel. Overigens, moet daar wel iets aan gebeuren, als je serieus vindt dat er meer vrouwen op de bouwplaats moeten komen.”
Berrie Endevoets en Inge van Gool: “Graag meer collega’s in de leiding en op de werkvloer.”
Berrie: “We hebben een vacature voor uitvoerder en zouden daar dolgraag een ‘uitvoerster’ zien. Het is een uta-gerelateerde functie Uitvoering/Techniek. Wie belangstelling heeft, kan zich melden. Ik hoop dat het eindelijk eens lukt. Het is zo belangrijk dat vrouwen in leidinggevende bouwplaatsfuncties terechtkomen. Ze zijn dan toch een rolmodel. En misschien lukt het dan ook een keer vrouwen te winnen voor het vak. Dat zal volgens mij de sfeer ten goede komen, waarin vrouwen zich meer op hun plek voelen in de bouwkeet. Onze bewonersconsulent is een vrouw, Inge van Gool. Zij legt de contacten met de bewoners bij wie we aan de slag gaan. Ik heb het gevoel dat het goed is voor het vertrouwen als het eerste contact door een vrouw wordt gelegd. Maar dat kun je beter aan Inge vragen.”
Inge: “Het zou goed kunnen dat vrouwen meer dan de mannen van de bouw over kwaliteiten beschikken, die hen geschikt maken voor de communicatie met bewoners. Want dat is wat ik doe. Bewoners zien mij als eerste in het traject dat soms een forse inbreuk maakt op hun dagelijkse leven. En dan is het belangrijk dat je hen met empathie benadert. Goed luisteren naar hun verhaal en zorgen wegnemen op een manier waardoor je het vertrouwen wint. Daar heb je soms veel geduld en tijd voor nodig. Als je te ongeduldig bent en snel aan de slag wil, dan kan dat verstorend werken als je te maken hebt met bewoners die kampen met oud zeer van een vorige renovatie. Vóór mijn collega’s aan de slag kunnen moet er rust in de verhoudingen zijn. En daar moet ik voor zorgen. Eerst ga ik naar de bewoners om met ze te praten en om me een beeld te vormen van eventuele weerstanden. Soms gaat dat snel en willen ze meer technische informatie over bijvoorbeeld de verduurzaming. Dan haal ik onze uitvoerder erbij. Maar het kan ook zomaar zijn, dat je een informatiebijeenkomst en meerdere keukentafelgesprekken verder bent, voordat er vertrouwen is gegroeid. Zijn vrouwen daar beter in? Ik weet het niet, maar ik begrijp wel wat Berrie bedoelt. Ik voel me overigens prima op mijn plek bij Orly & Endevoets en werk met enorm veel plezier samen met uitvoerders en bouwvakkers. Nee, ik heb geen last van de zogenaamde mannensfeer in de bouwkeet. Sterker nog, ik werkte in mijn vorige baan in een kantoor en heb bewust voor de dynamische wereld van de bouw gekozen. De oordelen over de bouw zijn vaak gebaseerd op een verouderd beeld dat nog gevormd is door normen die niet meer van deze tijd zijn. Hoogtijd dat er verandering komt en ik meer vrouwelijke collega’s kan begroeten in leidinggevende banen en op de werkvloer.”