“Regeldruk ontstaat door gebrek aan vertrouwen”
Er is al veel bereikt. Nieuwe wetten worden langs de lat van de MKB-toets gelegd. Desondanks produceert Den Haag nog altijd regelgeving die leidt tot nutteloze administratieve rompslomp. Een voorbeeld: de Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie. Een sterke Haagse lobby voor mkb-standpunten blijft hoogstnoodzakelijk. Dat werd duidelijk tijdens een AFNL-bijeenkomst in de Malietoren, het thuishonk van MKB Nederland.
AFNL-bijeenkomst: nieuwe stelsels voor eigentijdse uitdagingen
Tekst: Arie Grevers
Foto’s: Kees Stuip
“Discriminatie op grond van ras, geslacht of leeftijd is fout en wie zich daaraan bezondigt, moet dat voelen in de portemonnee of anderszins. Daar kan geen misverstand over bestaan. Zo is het ook geregeld in de grondwet. En daarmee is impliciet vastgelegd, dat je niet mag discrimineren bij werving en selectie van medewerkers. Een extra wet om dat te regelen, werkt contraproductief voor het mkb. Je maakt een wet voor een klein aantal boosdoeners en bestraft de overige 95 procent welwillende ondernemers met een extra administratieve last. De wet geldt weliswaar voor de bedrijven met meer dan 25 werknemers. Neemt niet weg dat de wet vele mkb’ers raakt.” Jacco Vonhof, voorzitter van MKB Nederland is net als Leendert-Jan Visser, directeur van dezelfde mkb-koepelorganisatie, en Mustafa Amhaouch, lid van de CDA-fractie in de Tweede Kamer spreker tijdens een AFNL-discussiebijeenkomst in Den Haag. Met zijn opmerking over de wet haakt hij aan op wat gastvrouw en voorzitter van de Aannemersfederatie, Riek Siertsema, er in haar inleiding over gezegd had. Ze agendeerde voor de bijeenkomst de volgende punten:
- de regeldruk moet minder. – “Een oerwoud aan vaak disproportionele regels en wetten vergen van mkb’ers veel nutteloos bestede tijd en energie. Een positieve uitzondering: de omgevingswet, één wet die 26 andere vervangt.”
- de wig, een steeds acuter probleem – “Wij vinden dat het verschil tussen de loonkosten voor een werkgever en het netto-loon van de werknemer drastisch kleiner moet worden. Het loonstelsel moet op de schop. Onze ondernemers willen graag een gezond aandeel medewerkers in vast dienstverband, maar dat kan alleen als het voor ondernemer en werknemer aantrekkelijker wordt dan het nu is. Anders vervangt op termijn de zzp’er de werknemer.”
- loondoorbetaling in het tweede ziektejaar moet anders. – “Nergens in Europa is het zo lang.”
• schijnzelfstandigheid. – “We bepleiten een taskforce schijnzelfstandigheid in een brede coalitie met marktpartijen en het ministerie van SZW.”
Mooie voorzetten waar de gastsprekers wel mee uit de voeten konden.
Mkb is de norm
Jacco: “We zitten al jaren in een personele unie met VNO-NCW. Toen ik vier jaar geleden voorzitter werd, was het beeld dat het grootbedrijf het voor het zeggen had, terwijl de achterban voor 97 procent uit mkb’ers bestaat. En daar waren we niet blij mee. Want de maatschappelijke waarde van het mkb is enorm. Het brengt samenhang in de samenleving, verdwijnt niet zomaar naar het buitenland, zorgt voor lokale en regionale werkgelegenheid. Het imago van het grootbedrijf is inmiddels behoorlijk veranderd. Denk aan: grote vervuilers, aandeelhoudersgedreven, vlucht naar lagelonenlanden en woekerwinsten. Het mkb-ondernemerschap staat er verhoudingsgewijs goed op. We mogen daar best trots op zijn en daar past een meer zelfbewuste houding bij. Wij zijn de norm en de overige drie procent moet zich maar aanpassen.”
En die mkb-norm moet ook voor regelgeving gelden, vindt Jacco. “Mkb-ondernemers zijn vrijwel allemaal goede burgers die keurig volgens de regels leven. Daarom is het een slecht signaal als de overheid regels oplegt aan de hele groep om uitwassen bij een hele kleine groep ondernemers te bestrijden. Daar komt voor een belangrijk deel die regeldruk vandaan. Wat zegt de overheid namelijk: ‘toon jij maar aan dat je de regels niet overtreedt’. De mkb’er krijgt dan een administratieve rompslomp om de oren, waarvoor hij mankracht moet vrijmaken. Dat gaat natuurlijk ten koste van het feitelijke werk. Het is een low-trust/low-penalty benadering van de overheid, terwijl mkb’ers veel meer baat hebben bij een high-trust/high-penalty aanpak, waarmee je de rotte appels veel gerichter bestrijdt zonder dat iedereen eronder lijdt. De overheid gedraagt zich als iemand die het hek om zijn huis tegen inbrekers twee meter hoger maakt, als er één inbreker onder het oorspronkelijke hek is doorgekropen. Natuurlijk moet je in regels vastleggen hoe we met elkaar omgaan, hoe we omgaan met de natuur, het klimaat, enzovoort. Maar doe dat op basis van vertrouwen en laat de ondernemer niet eindeloos formulieren invullen, checklisten afvinken, certificaten halen en stickers plakken op het raam om aan te tonen dat hij of zij eerlijk aan het ondernemen is. Daar word je helemaal gek van. De Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie is weer zo’n wet gebaseerd op wantrouwen in plaats van vertrouwen. De gemiddelde mkb-ondernemer neemt zijn mensen aan op basis van capaciteiten en kijkt daarbij niet naar huidskleur, achternaam, religie of geslacht. En als uitzendbureaus zich laten leiden door foute wensen van hun opdrachtgevers, dan moet dat keiharde consequenties hebben voor beide. Dat lijkt me een betere benadering dan alle bedrijven met meer dan 25 medewerkers te belasten met extra en overbodig papierwerk. Daarom maken we ons sterk voor een dereguleringsagenda.”
Afschaffen wat niet meer past
Volgens Jacco hebben we op tal van fronten uit het oog verloren waarvoor de regels ooit bedoeld waren. “Neem nou ons sociale stelsel. Dat was ooit een prachtig systeem om mensen die het even moeilijk hadden omdat ze werkeloos waren, vooruit te helpen. Terwijl je er nu bij wijze van spreken op achteruit gaat als je vanuit werkeloosheid wilt gaan werken. De prikkel ontbreekt. Om dezelfde reden is het heel moeilijk om parttimers over te halen fulltime te gaan werken. De systemen die we met alle goede bedoelingen hebben opgetuigd, lopen vast, omdat we er allerlei regelingen en uitzonderingen aangehangen hebben. Wij bepleiten dat we regels tegen het licht van deze tijd houden. Wat niet meer past kun je afschaffen of opnieuw formuleren, aangepast aan deze tijd. Dat is een proces van jaren. Ik ga dat niet meer meemaken. Maar we kunnen wel alvast een begin maken en voortdurend aankaarten dat we nieuwe, eigentijdse stelsels nodig hebben om de uitdagingen van nu adequaat op te pakken.”
Negatieve inkomstenbelasting
De WIG is ook zo’n kwestie waar we opnieuw naar moeten kijken, vindt Jacco. “Mkb’ers willen graag een gezond aandeel eigen medewerkers om het werk uit te voeren. Maar dat kan alleen als mensen graag in jouw branche en voor jouw bedrijf willen werken. Wil je daar in de beloningssfeer iets aan doen, dan blijkt dat je voor elke euro extra ruim 70 procent moet afdragen aan de fiscus. Onder de streep krijgt de werknemer er een paar centen bij. Daar wordt je niet vrolijk van. Het verschil bruto/netto is in Nederland veel te groot om op termijn de arbeidsmarkt interessant te houden. Daar heb je geen last van als je zzp’er bent. Dus veel werknemers kiezen eieren voor hun geld en worden zzp’er. Een taskforce, zoals Riek voorstelt, is misschien zo’n slecht idee niet. Het is in ieder geval verstandig nu alvast de eerste bouwstenen te leggen voor een totaal nieuw beloningsstelsel. Ik denk aan iets, wat je negatieve inkomstenbelasting zou kunnen noemen. Daar zoek ik nog wat mensen bij die ervoor doorgeleerd hebben. Maar in grote lijnen ziet het er als volgt uit. Iedereen tot 30.000 euro betaalt geen inkomstenbelasting. En verdien je bijvoorbeeld 20.000 euro per jaar, doordat je een uitkering krijgt, dan wordt dat via de inkomstenbelasting aangevuld tot 30.000. Verdien je een salaris boven die grens, dan ga je progressief belasting betalen over elke euro meer. Verder geen poespas. Geen toeslagen, geen subsidies. Heel simpel . De plannen bevinden zich in een rudimentaire fase en ik ga het niet meer meemaken mocht het ooit zover komen. Maar we moeten het durven om fundamenteel over zulke zaken na te denken.”
Doorbetaling in het tweede ziektejaar
Vanaf de eerste dag dat er over re-integratie van langdurig zieke medewerkers is gesproken, hebben de bonden gezegd dat er niks aan het ontslagrecht mag veranderen. Dat is belangrijk om te begrijpen dat het bereikte resultaat het maximaal haalbare is, zegt Jacco. “Het heet weliswaar doorbetaling bij ziekte maar het gaat eigenlijk over ontslagrecht en dan in het bijzonder: hoe richten we de overgang van het eerste naar het tweede spoor in. Het eerste spoor is re-integratie in het eigen bedrijf en het tweede spoor re-integratie bij een ander bedrijf. Daarover heerst onzekerheid bij met name de kleine ondernemers. Een werknemer kan zich na ongeveer tweeënhalf jaar (twee jaar en nog eens 26 weken hersteltijd) melden bij zijn werkgever om de draad weer op te pakken. Dus in die tweeënhalf jaar kan de zieke werknemer niet structureel vervangen worden, terwijl de werkgever vaak weet dat terugkeer van de zieke werknemer onwaarschijnlijk is. Alle verstandige werkgevers hebben inmiddels een ontzorgpolis over het tweede jaar bij hun verzekeringsmaatschappij afgesloten.”
De mensen in de zaal, met name vanuit de gelederen van brancheverenigingen Gebouwschil en MKB INFRA reageren prompt: “Dit neemt niet weg dat het tweede jaar doorbetaling een doorn in het oog van de werkgevers blijft, evenals de stijgende verzekeringskosten als er één of meerdere werknemers langdurig ziek zijn”
Jacco antwoordt: “Dat zal niet veranderen in de nieuwe afspraken. Het bereikte resultaat was domweg de enige optie. Het alternatief – de kosten collectief maken – zou slechter zijn. Dan wordt het op den duur onbetaalbaar. Dat hebben we gezien bij de wao en bij vorige ziektekostenregelingen. Voor werkgevers zit er niks anders op dan zich goed te verzekeren.”
Leendert-Jan: “Wat zijn nou die nieuwe afspraken? Het moet nog in detail uitgewerkt worden, maar het wordt nu zo dat de ondernemer na één jaar een toets kan aanvragen die over twee zaken gaat: is de persoon nog ziek en zou hij of zij hetzelfde werk weer kunnen oppakken eventueel met wat aanpassing op de werkplek? Als dat niet het geval is, dan is er in praktische zin sprake van ontslag met inachtneming van 13 weken hersteltijd bovenop het eerste jaar. Voorwaarde is wel, dat de werkgever in het eerste jaar keurig heeft voldaan aan zijn verplichtingen. Hij is nog wel gebonden aan de doorbetalingsplicht tot einde van het tweede jaar, maar dat loopt dan onder de verzekering. Bovendien neemt de verzekering de inspanningsverplichting van re-integratie elders over. Je weet in ieder geval zeker dat het na twee jaar definitief voorbij is. Tenzij je als werkgever graag verder wilt met de werknemer.”
Strijd tegen personeeltekort
Mustafa Amhaouch was vooral gekomen om te luisteren naar de ondernemers. Eén van zijn vragen ging over personeelstekort. “Kunnen jullie wel aan voldoende vakbekwaam personeel komen om invulling te geven aan de woningbouwambities? Zou gerichte arbeidsmigratie een oplossing zijn? Zeker tegen de achtergrond van een vergrijzend Nederland.”
De tegelzetters vinden vooralsnog dat het tekort aan arbeidskrachten weggewerkt kan worden door intensivering van opleiding. Dat zou kunnen als zzp’ers ook leermeester mogen zijn. Maar dat mag niet onder de huidige regels. Daarop heeft branchevereniging Bovatin nu het initiatief genomen voor een constructie waardoor het wel mogelijk is voor zzp’ers om leerlingen op te leiden. Als daar niet ergens een potje voor is, wil de branchevereniging het initiatief zelf financieren.
De steigerbouwers hebben ervaring met arbeidsmigratie. Met name de ondernemers die opdrachten aannemen in de petrochemische en de zware industrie. De Shells, Esso’s en Tata’s van deze wereld hebben geen boodschap aan het excuus dat de steigerbouwer geen personeel kan vinden om het werk uit te voeren. Zij willen dat het werk binnen de gestelde termijn afgerond wordt, want de belangen zijn doorgaans enorm. Maar steigerbouwers, installateurs en isoleerders zijn er op dit moment niet of nauwelijks te krijgen. Graag zetten de steigerbouwers dan arbeidsmigranten in. Maar huisvesting blijkt de bottleneck. Dat is niet exclusief het probleem van de ondernemers in de steigerbouw. Daarom heeft de branchevereniging VSB het initiatief genomen voor een gesprek met de grote opdrachtgevers. Deze hebben zich – gelet op de belangen die ook zij hebben – bereid verklaard mee te denken.
Amhaouch was ook nieuwsgierig naar de innovatieve slagkracht van mkb-bouwondernemers. “Is daar voldoende tijd, financiële ruimte en mankracht voor? Mkb’ers kunnen immers geen afdeling Research en Development afdeling optuigen.” Ook op dat punt blijken mkb’ers behoorlijk creatief te zijn getuige een voorbeeld van ondernemers uit de achterban van branchevereniging Straatwerk Nederland. Daar is een robot voor straatwerk ontwikkeld doordat enkele ondernemers contact gezocht hebben met partners in de toeleverende industrie en de ICT. Gezamenlijk hebben ze er ruim een miljoen euro ingestoken en november verleden jaar is de robot gepresenteerd (zie vorige uitgave BouwBelang). Om het product marktrijp te maken zal er nog zeker eenzelfde bedrag nodig zijn.
Het D66-Tweede Kamerlid was onder de indruk en wil de robot graag een keer in actie zien.
Ten slotte bedankte hij de ondernemers voor de input en nam afscheid. Maar niet voordat de secretaris van de branchevereniging voor ondernemers die werken aan de gebouwschil (GNL) hem een boekwerk aanreikte, waarin alle wetten en regels met een heldere toelichting zijn gebundeld, die gelden voor Nederlandse MKB-bedrijven in de bouw. En dat zijn er indachtig de inleiding van Riek Siertsema veel te veel. “Een volgende editie mag wat mij betreft de helft dunner zijn.”