“Na-isoleren vereist gezamenlijk overleg en eenvoudige regels”
Isoleren van bestaande voorraad is essentieel in de energietransitie. Dat vinden we belangrijk. Maar in de spouwruimten kunnen ook vleermuizen leven en hun welzijn vinden we ook belangrijk. Hoe vind je daarin met alle betrokken partijen de meest optimale route, die tegemoet komt aan beide wensen? Hoe komen we tot een regeling die voor alle partijen werkbaar is? Dat was één van de vraagstukken die op tafel kwam tijdens een bouwplaatsbezoek van D66-parlementariër Faissal Boulakjar.
Werkbezoek: Politiek ontmoet Praktijk
Het was een frisse ochtend, temperatuur rond drie graden Celsius, maar het zonnetje stond in een strakblauwe hemel en won steeds meer aan kracht. De medewerkers van Van de Bunt Isolatietechniek B.V. boren gaten op regelmatige afstanden van elkaar in de gevel van een woning in Nunspeet. Doel: na-isoleren. Maar voordat ze daaraan beginnen is de spouw met een klein cameraatje gecontroleerd op obstakels en in het bijzonder op de aanwezigheid van vleermuizen. Als de kust veilig is, brengen ze met een spuitpistool dat in het geboorde gat wordt geklemd, een mengsel van lijm en eps-parels in de spouw. Zodra de spouwruimte achter een gat verzadigd raakt, neemt de druk op de spuitmond toe. Bij een bepaalde druk slaat het pistool automatisch af. Vervolgens plaatst de isoleerder het pistool op het volgende gat.
Politiek meets Praktijk
Een niet alledaags publiek kijkt vol belangstelling naar de verrichtingen van Maurits van der Ziel, de isoleerder van dienst. Het bestaat uit Faissal Boulakjar, Tweede Kamerlid voor D66, Steven Endema, ondernemer en directeur/eigenaar van Van de Bunt Isolatietechniek B.V., Piet-Jan Dijkstra, voorzitter Isolerend Nederland (Vereniging van Erkende Isolatiebedrijven) en Riek Siertsema, voorzitter Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra (AFNL). Op uitnodiging van de laatste is iedereen naar Nunspeet gereisd in het kader van een werkbezoek. En dat betekent dat er stevige noten gekraakt worden over de gevolgen van overheidsbeleid voor mkb-bedrijven.
Faissal: “Ik durf het bijna niet te vragen, maar mag ik ook even?” Geen punt vindt Maurits en overhandigt hem de boormachine. Vaardig alsof hij het apparaat dagelijks hanteert, boort Faissal het volgende gat. Steven, altijd op zoek naar vakkundig personeel, vraagt hem of hij morgen beginnen kan. “Maar wel stipt om 7.00 uur op de bouwplaats!” De sfeer is ontspannen.
Faissal Boulakjar: “Helemaal eens met de isolatiebranchevereniging. Geef jongeren een brede bouwopleiding en leidt ze niet op voor slechts één vaardigheid.”
Na-isoleren en beschermde diersoorten
Maar ter zake: waar lopen de mensen in de isolatiebranche tegenaan?
Piet-Jan steekt van wal: “De overheid heeft voor 2023 en 2024 in totaal 300 miljoen uitgetrokken voor het Nationaal Isolatieprogramma (NIP). Met dat geld wil de overheid een flinke slinger geven aan het isoleren van daken, begane grondvloeren en gevels van de bestaande voorraad woningen. En daar hebben ze haast mee, want we willen in Nederland zo snel mogelijk de energietransitie doorvoeren en isoleren is daarin de eerste stap.
Na-isoleren van de gevel betekent in Nederland vrijwel altijd de spouwruimte vullen met eps-korrels. Maar in die spouw kunnen ook vleermuizen wonen. En vleermuizen willen we – volkomen terecht – beschermen. Als een woningeigenaar zijn spouw wil isoleren moet hij ervoor zorgen, dat deze natuurvrij is. Zo staat het in de wet en voordat onze leden, de isolatiebedrijven, aan de slag gaan, zullen ze de eigenaren daarop attenderen onder verwijzing naar de wet. Op zich behoort elke Nederlander de wet te kennen. In de praktijk is het echter zo, dat slechts een enkeling op de hoogte is van de inhoud van wetten. Onze wetten zijn ingewikkeld en vaak behoorlijk omvangrijke documenten. Dat geldt ook voor de Natuurbeschermingswet. Dus meestal kan de eigenaar uit zichzelf weinig over bewoners van zijn spouw zeggen. Hij kan dan een ecoloog inschakelen die de situatie voor hem in kaart brengt. Maar dat kost al gauw 5.500 tot 8.500 euro. Neem van mij maar aan: dat doet de doorsnee particuliere huiseigenaar niet.”
Eigenaar blijft verantwoordelijk
Steven: “We zijn verplicht om, voordat we starten, met een cameraatje in de spouw te kijken, daar kunnen we op gecontroleerd worden, maar de eigenaar blijft verantwoordelijk. En dat maakt ze kopschuw. Je merkt in de praktijk dat men op de particuliere markt reserves heeft als ze zich realiseren wat ze ervoor moeten doen. En dan denk ik: het kan toch niet de bedoeling zijn dat de particuliere huiseigenaren zich hierdoor geremd voelen en het isoleren dan maar achterwege laten?!
Wat we als isolerende partij storend vinden is het feit dat we te maken hebben met verschillende protocollen waar we ons aan moeten houden. Nu zijn we hier in de gemeente Nunspeet. Morgen in een andere gemeente waar onze mensen op de bouwplaats mogelijk weer te maken krijgen met andere gemeentelijke richtlijnen. We hebben 320 gemeenten. We willen graag overal met hetzelfde protocol aan de slag kunnen.”
Piet-Jan Dijkstra: “Eindelijk lijkt er een doorbraak te komen en gaan branche, overheid en natuurbeschermers gezamenlijk de uitdagingen bij na-isolatie te lijf. Hoogtijd na vijftien jaar onwerkbare regelgeving.
Zo werkt het niet
Piet-Jan: “Als ik als particuliere eigenaar naar mijn gemeente ga om te vragen naar de relevante richtlijnen, veroorzaak ik waarschijnlijk een hoop stress, zeker als ze binnen 48 uur moeten antwoorden. De gemeenteambtenaren zullen in paniek de provincie bellen en daar zullen ze zeggen: ‘we hoeven alleen te handhaven en dat zullen we wel doen als jullie de plannen presenteren’. Zo gaat het al vijftien jaren en zo werkt het niet.”
Kamerbrief: gelijk speelveld
Faissal: “We hebben onlangs vanuit de kamer een brief verzonden om daar een einde aan te maken. We pleiten voor een gelijk speelveld voor na-isolatieprojecten, waarin woningeigenaren, bedrijven, corporaties, instellingen, enzovoort aan eenzelfde setje criteria getoetst moeten worden. Dat maakt het voor de gemeenten heel overzichtelijk. We willen dat het nog voor de zomer geregeld is. Overigens wil dat niet zeggen, dat we inleveren op duurzaamheidsdoelstellingen. De lat blijft op gelijke hoogte liggen.”
Steven Endema: “We willen een gemeentelijk protocol met verwerkingsregels die overal dezelfde zijn. Nu kan elke gemeente z’n eigen richtlijnen bepalen. Dat is onwerkbaar.”
Overleg met hele keten
Piet-Jan: “Dat is mooi. We merken overigens dat we bij de rijksoverheid de laatste tijd meer gehoor krijgen voor onze standpunten. Ook daar zijn ze inmiddels van mening dat je alleen een stap voorwaarts kunt zetten, als alle betrokken partijen aan tafel zitten om te zoeken naar een uitweg uit de onwerkbare situatie. Wij zeggen: nodig de koepels uit. Voor de provincies is dat IPO, voor de gemeenten VNG. Verder de marktpartijen en ook ecologen van divers pluimage, zodat je een representatieve mix van inzichten krijgt. In zo’n constellatie waarin de hele keten aan tafel zit realiseer je het snelst tractie op het vraagstuk.
We hebben de eerste gesprekken gevoerd en die zijn hoopgevend. Wij zien wel wat in een systeem waarmee je kansen op spouwbewoning door vleermuizen beter in kaart kunt brengen. Je meldt jouw woning aan en ontvangt direct informatie. Wat is er in jouw wijk bekend over vleermuizen? Welke soorten leven er? Welke sporen wijzen op vleermuizen? Gegevens over sporen kun je invoeren. Zo breid je de kennis over vleermuizen in jouw wijk uit en maak je die voor anderen toegankelijk. Vervolgens legt het systeem stapsgewijs uit wat je moet doen. Zijn er sporen dan plaats je zogeheten exclusive laps. De vleermuizen kunnen wel naar buiten, maar niet meer naar binnen. Na drie dagen kun je ervan uitgaan dat de spouw natuurvrij is. Maar in het kraamseizoen mag je een exlusive lap natuurlijk niet inzetten. De moeders en de jongen verlaten de spouw dan niet . In de winter slapen ze; ook dan verlaten ze hun verblijf niet. Voor het isoleren van de spouwruimtes waar vleermuizen kunnen zitten, heb je netto slechts drie maanden de tijd. Het wordt een enorme uitdaging om de isolatieambitie tot 2030 van deze regering te realiseren als we slechts een kwartaal per jaar aan de slag kunnen. Daarom is kennisopbouw over de locaties waar vleermuizen verblijven en waar niet, zo belangrijk.”
Houd subsidieregels eenvoudig
Riek: “Is het een idee daar ook gelijk de subsidiemogelijkheden aan te koppelen en wel zo dat het voor iedereen inzichtelijk is. Ik heb me daar eens in verdiept en ik merk dat het een complexe wereld is van allerlei regelingen. Niet zo eenvoudig te doorgronden allemaal. Je moet er behoorlijk wat tijd insteken. Dat kan niet iedereen zich veroorloven. Ik denk bijvoorbeeld aan de particuliere huiseigenaren met een smalle beurs; een groep die je graag wilt overtuigen. Maar dat doe je niet met ingewikkelde procedures. In Drenthe, de provincie waar ik woon, hebben ze dat begrepen. Daar hebben ze slechts drie criteria waaraan je moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen: •Je woont in de provincie Drenthe of in de gemeente Hardenberg.
- Je bent eigenaar van een woning.
- Je verdient niet meer dan €23.233,- per jaar (als het huis alleen op jouw naam staat). Of als jij en je partner samen niet meer verdienen dan €32.592,- per jaar (als het pand op beider naam staat).
Dat zijn heldere en duidelijke regels, waar iedereen mee uit de voeten kan.”
Piet-Jan: “Eenvoudige subsidieregels. Daar pleiten we al jaren voor. We hebben nu te maken met een stapeling van regelingen waar de gemiddelde burger geen touw aan vast kan knopen. Daar moeten we echt vanaf.”
Riek Siertsema: “Subsidieregels voor na-isolatie van woningen zijn complex. De gemiddelde burger begrijpt er niet zoveel van . Dat moet eenvoudiger.”
Brede opleiding aanbieden
Faissal: “Er is gelukkig veel geld beschikbaar gesteld. Deze regering heeft het Nationaal Isolatieprogramma opgetuigd. Er is tot 2030 ongeveer vier miljard euro gereserveerd. Vandaag is me ook weer duidelijk geworden dat we die enorme uitdaging alleen effectief kunnen aangaan in samenwerking met alle partijen in de keten. Bovendien moeten we jonge mensen overtuigen te kiezen voor een beroep in de bouw. Daar hebben we het ook over gehad. En dat kunnen we alleen door ze een perspectief te bieden. Dus niet alleen opleiden voor dat ene trucje, maar een brede opleiding aanbieden. Als het isoleren dan gedaan is, kunnen ze elders aan de slag. Dank voor de ontvangst hier in Nunspeet. Ik heb mijn inzichten weer kunnen verrijken en dat is voor mij het belang van deze bezoeken op locaties in het land. Daar kan ik wat mee in de Tweede Kamer.”