Kun je circulariteit berekenen?
Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan de milieuprestatie van een nieuw gebouw. Deze mag maximaal 0,8 euro/m2/jaar zijn voor woningen en 1,0 voor kantoorgebouwen die groter zijn dan 100 m². Dit worden de schaduwkosten genoemd en circulariteit maakt daar sinds 1 januari 2021 deel van uit. Ook in het toekomstige Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) staan deze waarden. Naar verwachting zijn deze waarden in 2030 aangescherpt tot 0,5.
Hoe berekenen we nu die milieuprestatie? De Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken, kortweg ‘Bepalingsmethode’, is een uniforme meetmethode om de milieuprestatie van bouwwerken te berekenen. Private partijen hebben online rekensoftware ontwikkeld om de milieuprestatie te berekenen op basis van de milieudata in de Nationale Milieudatabase (NMD). Stichting NMD heeft rekenregels opgesteld om eenduidig en controleerbaar aan te geven hoe de Bepalingsmethode moet worden omgezet in een digitaal instrument.
De benodigde milieudata staan op zogenoemde productkaarten, waarmee de NMD is gevuld. Een productkaart bevat naast algemene informatie over het desbetreffende product, zoals naam, levensduur en functionele eenheid, ook de milieu-informatie die verkregen is uit een levenscyclusanalyse. De Nationale Milieudatabase kent drie categorieën:
- Categorie 1 bevat getoetste ‘merk gebonden’ data van specifieke producenten en toeleveranciers.
- Categorie 2 bevat getoetste ‘merk ongebonden’ data van een branche of groep van producenten en leveranciers. De brancheorganisatie levert de data aan.
- Categorie 3 bevat ongetoetste ‘merk ongebonden’ data in eigendom en onder beheer van Stichting Nationale Milieudatabase. Dit betreft zogenaamde ‘default’ waarden met een toeslag voor een veiligheidsmarge van 30%. Categorie 3 bevat alle bouwproducten die nodig zijn om een bouwwerk te maken. De data van categorie 3 vormen min of meer een vangnet voor het geval dat categorie 1 en 2 geen product- of itemkaart bieden.
Circulariteit
Naast data over milieueffecten van bouwproducten (milieuprestatie) worden sinds 1 januari 2021 ook data aangeleverd over de onderliggende parameters uit een LCA-rapport, zoals de materiaalstromen in kg (onder andere secundair materiaal input, secundair materiaal output, materiaal voor recycling, materiaal voor hergebruik) en de hoeveelheid hernieuwbare energie die gebruikt is.
De bepalingsmethode voor de milieuprestatie is gebaseerd op NEN-EN 15804 ‘Duurzaamheid van bouwwerken – Milieuverklaringen van producten – Basisregels voor de productgroep bouwproducten’. Daarin worden verschillende modules onderscheiden. Module A is de productie van een product of constructie van een bouwwerk. Module B betreft de gebruiksfasen en Module C het eind van de levensduur en ontmanteling. Er is echter ook een Module D, waarin de mogelijkheden tot hergebruik en recycling worden meegewogen. Hierdoor wordt er ook rekening gehouden met de mogelijkheden tot hergebruik en recycling, de gebruiksfasen, het eind van de levensduur en ontmanteling.
De Stichting NMD roept leveranciers op om zoveel mogelijk data aan te leveren voor de productkaarten. Lever je geen data aan dan is de kans groot dat een ontwerper uit moet gaan van de zogenoemde categorie 3-kaarten met ongetoetste ‘merk ongebonden’ data en daarvoor geldt een veiligheidsmarge met een toeslag van 30%. Met productdata in de NMD kan de fabrikant zich al aardig profileren. Wanneer de milieuprestatie in de toekomst verder wordt aangescherpt, loont dat des te meer de moeite.