Periodieke beoordeling constructieve veiligheid grote publiekstoegankelijke gebouwen
In november 2021 heeft de toenmalige minister van BZK aan de Tweede Kamer toegezegd dat er een verplichting komt voor een periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid van grote publieksgebouwen. Dit als gevolg van de aanbeveling van de Onderzoeksraad voor Veiligheid in zijn rapport over het gedeeltelijk instorten van het dak van AZ-stadion. De verplichte periodieke beoordeling wordt nu inhoudelijk uitgewerkt in een Nederlandse Technische Afspraak (NTA).
Gebouweigenaren zijn verantwoordelijk voor de constructieve veiligheid, maar hoe ze die moeten bewaken is niet uitgewerkt in de huidige wet- en regelgeving. Wanneer een gebouw in gebruik is, kunnen incidenten grote gevolgen hebben voor de aanwezige bezoekers. Jeroen Dijsselbloem van de Onderzoeksraad voor Veiligheid: “Bezoekers van een publiek gebouw moeten kunnen rekenen op de veiligheid van het gebouw. Dat vergt van gebouweigenaren dat zij alert zijn op de constructieve veiligheid van hun gebouw.” Daarom doet de Raad de aanbeveling aan de minister van Binnenlandse Zaken om eigenaren van publiek toegankelijke gebouwen wettelijk te verplichten om periodiek onderzoek te laten doen naar de constructieve veiligheid van hun gebouw.
Invulling wettelijke verplichting
De verplichte periodieke beoordeling wordt inhoudelijk uitgewerkt in een door NEN op te stellen NTA (Nederlandse Technische Afspraak). Bij deze uitwerking zijn de bureaus Hageman en ABT, als rapporteurs, nauw betrokken, samen met andere relevante partijen zoals het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gemeentelijk bouw- en woningtoezicht, advies – en ingenieursbureaus, TNO en eigenaren van grote publieke gebouwen.
De wettelijke verplichting wordt vastgelegd in een wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De verdere uitwerking staat in de Omgevingsregeling (Or) met daarin onder andere de wijze waarop de periodieke beoordeling moet worden uitgevoerd.
Internetconsultatie
De voorgestelde wijziging in het Bbl is recent gepubliceerd voor een openbare internetconsultatie. Na afronding van de consultatie en de verwerking van binnengekomen reacties zal minister Hugo de Jonge (VRO) deze wijziging van het Bbl aan de Tweede Kamer aanbieden. Zowel het besluit als de regeling zullen vervolgens in 2023 van kracht worden, zo is de bedoeling.