Binnenstedelijke verdichting staat voorop
Noord-Holland vindt leefbare kleine kernen, een gezonde stedelijke regio en een vitaal landelijk gebied belangrijk. Zonder een dynamisch midden- en kleinbedrijf gaat dat niet lukken. Dat wil de provincie waar mogelijk uitdragen in het aanbestedingsbeleid: niet meer clusteren om het clusteren. Verder dwingen de hoge druk op de woningmarkt en de complexiteit in een dichtbevolkt gebied tot scherpe keuzes. Gedeputeerde Cees Loggen weet er alles van.
Noord-Holland zet in op sneller bouwen van betaalbare woningen
Tekst: Arie Grevers
Foto’s: Kees Stuip
Het is geen geheim dat mkb-ondernemers de werken van de overheid het liefst aanbesteed zien in ‘hapklare mkb-brokken’. Brancheorganisaties als MKB Infra brengen dit standpunt met enige regelmaat onder de aandacht van de inkooporganisaties van overheden; ook bij de provincie Noord-Holland. Deze provincie heeft volgens de brancheorganisatie in het verleden werken buitenproportioneel geclusterd en in de markt gezet via contracten met een looptijd tot wel tien jaar, waardoor mkb’ers buiten de boot vielen. Cees Loggen, gedeputeerde voor onder meer Ruimtelijke ordening en Wonen, wil daar wel even op reageren, ook al zitten aanbestedingen voor provinciale wegen niet in zijn portefeuille.
“Wij zijn bestuurders die gemeenschapsgeld uitgeven. En dat willen we zo verantwoord mogelijk doen. Daar hoort bij dat je telkens op zoek gaat naar de optimale prijs/kwaliteitverhouding. De ‘clusteringen’ waarop gedoeld wordt van voorheen passen in dat kader, vind ik. En dan moet je in sommige gevallen naderhand vaststellen, dat het niet de manier was om dergelijke werken in een groot contract voor design, construct en maintenance weg te zetten. We kennen allemaal het voorbeeld van de Zeesluis IJmuiden en zo zijn er nog wel enkele te noemen. Daar leren we van. Wel moeten we natuurlijk de aanbestedingsregels scherp in het oog houden en die zeggen iets over clusteren en opknippen van projecten in delen. We zijn een tijdlang misschien te zeer geneigd geweest om overal werken te clusteren, omdat het een eerste keer goed uitpakte. We weten inmiddels dat je zoiets van geval tot geval en in samenhang moet bekijken.”
Mkb-partijen inschakelen
Hij wijst er wel op, dat de verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de afzonderlijke bedrijven bij de bedrijven zelf ligt. “Dat is zeker niet de taak van het provinciaal bestuur. Wel vind ik, dat we spreiding van werkgelegenheid moeten nastreven. We willen graag dat de aannemer die in Opmeer zit of in Den Oever daar ook kan blijven. Hij of zij zorgt voor werkgelegenheid in de kleinere kernen, waardoor jonge mensen er werk kunnen vinden en blijven wonen. Zo blijven de voorzieningen intact. Het komt met andere woorden de leefbaarheid ten goede. Die mkb-bedrijven zijn bovendien vaak sponsor van lokale sport- of culturele activiteiten. Daarom zullen we er – waar mogelijk – altijd op aandringen dat de hoofdaannemer bij omvangrijke werken waarbij het uit efficiency overwegingen zinvol is om in één hand aan te besteden, contractueel gebonden is ook regionale mkb-partijen in te schakelen. Dat mag wat mij betreft best een aanzienlijk percentage van de werkzaamheden omvatten. Werkgelegenheid is de remedie tegen ontvolking in de periferie van de provincie.”
“Werkgelegenheid is de remedie tegen ontvolking in de periferie van de provincie”
Versnellen bouw betaalbare woningen
Doorgaans echter is de provincie niet de aanbestedende partij. Zeker niet als het gaat om het bouwen van woningen. Loggen: “Maar door nauwe samenwerking met marktpartijen kunnen we wel invloed uitoefenen. En dat doen we ook met ons Masterplan Wonen, waarmee we ons inzetten voor een snellere bouw van meer betaalbare woningen. We monitoren de plancapaciteit in de hele provincie en dan blijkt dat de we met de zachte plancapaciteit tot 2030 – dat is het totaal aan mogelijke bouwlocaties – wel kunnen voldoen aan de geschatte behoefte aan woningen over die periode. Maar we willen versnelling realiseren en daarvoor moet een belangrijk deel van de zachte plancapaciteit op korte termijn omgezet kunnen worden in harde plancapaciteit. Daar ligt nog wel een uitdaging. Onze plancapaciteit in de steden ligt op 200 procent. Wil je versnellen, dan is het heel verstandig om daar te beginnen.”
Traagheid uit procedures halen
De indicatieve woningbehoefte voor Noord-Holland ligt tot 2030 tussen de 145.000 en 165.000 woningen. Dat is inclusief het huidige woningentekort van ruim 20.000 woningen. Versnellen is noodzakelijk alleen al om de tekorten weg te werken. Het Masterplan Wonen reikt middelen aan om een ‘instrumentenkoffer’ te ontwikkelen, waarmee gemeenten in staat zijn de traagheid uit de procedures te halen.
Cees Loggen: “Zo kunnen we in overleg met gemeenten kijken waar het nu vastzit of spaak loopt. Aan de bestemmingskant, bijvoorbeeld. Als het op dat punt noodzakelijk is om bestaande instrumenten door te ontwikkelen, zul je daarvoor extra kenniscapaciteit moeten inhuren.En verder: kunnen we het grondbeleid een impuls geven door te kijken of we op lastig te ontwikkelen locaties posities kunnen verwerven? Kortom, het wordt een koffer vol beproefde en ook onorthodoxe instrumenten.”
Versnellen is belangrijk, maar de betaalbaarheid van de woningen niet minder. Dat is – als gezegd – eveneens een hoofdthema in het Masterplan. “We vinden het essentieel, dat in al onze gemeenten de middenklasse goed vertegenwoordigd is. Je moet er niet aan denken datonze onderwijzers, politieagenten en ambtenaren niet meer kunnen wonen in de gemeente waar ze ook werken. Als we niks doen wordt dat straks een realiteit – de eerste tekenen zijn al zichtbaar. Daarom proberen we de instrumentenkoffer uit te breiden met een fonds voor betaalbare koopwoningen. In Zaanstad, waar ik ooit wethouder geweest ben, kennen ze dat instrument al. Zou mooi zijn als we dat op provincieniveau kunnen uitrollen en ervoor kunnen zorgen dat de opbouw van de woningvoorraad logisch is en in alle segmenten op peil. En zo hebben we straks een instrumentarium dat we maatgericht kunnen inzetten voor versnelling en betaalbaarheid.”
Groen in leefomgeving belangrijk
Op verschillende momenten is de verstedelijking van West-Nederland in kaart gebracht. Wie de kaarten van 1900, 1960 en 2000 naast elkaar legt ziet in één oogopslag hoe weinig regie er is geweest bij die ontwikkeling. Aan het begin van de vorige eeuw is er slechts sprake van wat summiere groei rond Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De rest is agrarisch gebied. Vanaf 1960 groeien de genoemde steden ten koste van het boerenland. Op de kaart van de jongste eeuwwisseling is een ongebreidelde verstedelijking zonder plan of visie te zien. Cees Loggen: “Dat heeft veel welvaart gebracht, maar de inwoners van onze provincie kregen tegelijkertijd oog voor de kwijnende groene gebieden. In 2005 hebben we een omgevingsvisie Noord Holland 2005 gepubliceerd en daaruit blijkt dat de Noord Hollander heel veel waarde hecht aan het groen in de omgeving waar hij of zij woont. De burgers van Noord-Holland eisen van bestuurders dat ze zuinig zijn op de groene gebieden die er nog over zijn. Ook daarom is het belangrijk dat we voor de bouw van de woningen die we nodig hebben, binnenstedelijk beginnen, daarna aan de randen van steden waar al een goed voorzieningenniveau en prima infrastructuur aanwezig is en pas als het helemaal niet anders kan, in weilanden gaan bouwen. De volgorde is in lijn met de rijksregelgeving. Die schrijft voor, dat we de ladder van duurzame stedelijke ontwikkeling moeten hanteren. Dat betekent ook: kijk bij bouwplannen in kleine kernen – bijvoorbeeld om de vitaliteit te waarborgen – eerst naar wat er binnen de bebouwde kom mogelijk is, dus niet uitbreiden. Je wilt immers voorkomen dat de gemeenten in onze provincie aan elkaar klonteren. En als je delen van de open ruimte offert aan woningbouw, dan zorg je ervoor dat de plannen passen in een landelijke omgeving – dus geen torenflat in Lutjebroek. Je moet overigens bij nieuwbouw in kleine kernen ervoor waken dat je niet overdrijft, want voor je het weet werk je toekomstige leegstand in de hand. Het is altijd een kwestie van wikken en wegen.”
“De woonconsument zal zich straks moeten voegen naar wat mogelijk is in een dichtbevolkt gebied”
Scherpe keuze: stedelijk of landelijk wonen
De provincie Noord-Holland kent een groot gebied met een stedelijk karakter en een goed Daily Urban System: de Metropoolregio Amsterdam (MrA), een samenwerkingsverband van 36 kernen in de driehoek Alkmaar, Hoorn en Amsterdam. De OV-netwerken liggen op een hoog niveau. De transportbewegingen zijn qua volume en frequentie tegen relatief lage kosten gemakkelijk op te voeren . Aan de andere kant zijn er gebieden waar het landelijke karaker overheerst.
Cees Loggen: “In de nabije toekomst kunnen de inwoners kiezen waar ze willen wonen: in een verstedelijkt gebied met snelle OV-verbindingen en alle voorzieningen die de stad kent of het landelijke gebied waar je met gemak één of twee auto’s voor deur kwijt kunt zonder dat dit tot ruimteproblemen leidt of extreem hoge kosten. Die afwegingen gaan er komen. De woonconsument kan straks niet meer overal over alles beschikken. Hij zal zich moeten voegen naar wat mogelijk is in een dichtbevolkt gebied.”
@ Kent u een opdrachtgever die het belangrijk vindt dat mkb-bouwers aan de bak komen? Laat het de redactie weten via arie@bouwbelang.com. We laten ze graag hun verhaal vertellen in de kolommen van BouwBelang.