“We missen de trots in ons vak”
Ondernemers in de bouw en infra worden al enige jaren geconfronteerd met een uiterst beperkte instroom van goed geschoolde jonge vakmensen. Naast een slecht imago dat werken in deze sectoren de afgelopen decennia heeft gekregen, ontbreekt het volgens ondernemers ook aan inhoudelijk goede en aantrekkelijke opleidingen. Zelf jongeren opleiden binnen het eigen bedrijf is voor sommigen een goed alternatief, voor andere ondernemers is dat geen serieuze optie. Daar is de roep voor de terugkeer van de oude ambachtsscholen dan ook groot.
Behoefte aan aantrekkelijke vakopleidingen ‘enorm groot’
Uit een rondgang langs enkele ondernemers uit de achterban van AFNL blijkt dat de behoefte aan de instroom van jongeren steeds groter wordt. Niet alleen om nu alle werken in portefeuille goed uit te kunnen voeren, maar ook om voor continuïteit binnen het bedrijf te zorgen. De generatie medewerkers die binnen nu en tien jaar met pensioen gaat, moet vervangen worden door een nieuwe vaste kern.
Edwin Hof: “We zien dat het steeds moeilijker is geworden om jongeren een goed beeld te geven van het mooie werk dat we in de bouw en infra doen.”
Instroom ‘heel erg minimaal’
Vanuit de contacten met Bouwmensen ziet Bertha van Kampen, directeur van Bouwbedrijf Van Kampen uit Wapse, dat de instroom vanuit de vakopleidingen die via Bouwmensen wordt aangeboden, beperkt is. “En ook voor de komende jaren blijft die instroom heel erg minimaal. Dat is zorgelijk, want we hebben die jonge vakmensen hard nodig.”
Ook Peek Bouw & Infra uit Houten zoekt jonge vakmensen. “Vooral aan timmerlieden en grondwerkers hebben we momenteel behoefte. Daarbij willen we inzetten op verjonging van ons personeelsbestand, maar dat is in deze tijd niet makkelijk”, zegt directielid Hennie Peek.
Toch andere keuze
Net als Van Kampen, ziet Peek dat de ‘eigen praktijkopleiding’ niet de aantallen jong opgeleiden kan bieden die nodig zijn. “Wij werken als leerbedrijf nauw samen met de SPG (Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleidingen Grond-, Weg en Waterbouw, red.). Ondanks vele initiatieven zien we al enige jaren dat er weinig instroom is.”
Binnen de praktijkopleidingen gebeurt het volgens Peek te vaak dat leerlingen alsnog afhaken en kiezen voor een andere opleiding of carrière. “Bij de opleiding Grondwerker bijvoorbeeld. Daar maken vier van de vijf jongens die de opleiding starten een andere keuze.”
Overigens heeft Peek onlangs wel een jonge calculator in dienst genomen, die nu intern wordt opgeleid. “Iemand zonder opleiding in de bouw, maar wel verstand van cijfers en interesse in ons vak. Wij brengen hem nu zelf de kneepjes van onze branche en ons bedrijf bij. Zo kunnen we vacatures voor dergelijke functies wel zelf invullen.”
Berthe van Kampen: “Waarom maak je iemand die graag wil timmeren of metselen ongelukkig met de voorwaarde dat hij ook een goede brief in het Engels moet kunnen schrijven?”
Intern opgeleid
Een probleem waar ze bij de Gjaltema Groep weinig last van hebben. “Maar dat betekent niet dat we geen behoefte hebben aan jonge steigerbouwers”, zegt directielid Edwin Hof. “Jongens die bij ons binnenkomen worden altijd intern opgeleid. Dat moet ook wel, want zonder opleiding mogen ze niet aan het werk als aspirant-steigermonteur of steigermonteur.” Bovendien is opleiden in de steigerbouw een structureel onderdeel van de loopbaan van de medewerkers. Hof: “Steigermonteurs moeten sowieso iedere vijf jaar opnieuw hun diploma halen aangezien de ARBO-richtlijnen regelmatig worden aangepast. Dus als jongeren binnen ons bedrijf aan de slag gaan, kiezen ze al bewust voor het vak. Daardoor blijven ze vaak ook en groeien de meesten ook door tot steigermonteur of zelfs voorman.”
Ambacht promoten
Toch onderkent Hof de problemen die Peek en Van Kampen ondervinden. “We zien dat het steeds moeilijker is geworden om jongeren een goed beeld te geven van het mooie werk dat we in de bouw en infra doen. Dat komt mede, omdat het reguliere onderwijs steeds verder van de praktijk is komen te staan.”
Mede daarom zoekt de Gjaltema Groep ook samenwerking met scholen in de omgeving. “We hebben in het verleden hier in Groningen wel samengewerkt met onderwijsinstellingen om steigerbouw te promoten en beter onder de aandacht van de reguliere beroepsopleidingen te brengen. Dat zou ik graag weer opnieuw doen.”
Schoolklassen uitnodigen
Hoewel het beroepsonderwijs een belangrijke rol speelt in die promotie, worden ook de basisschoolleerlingen niet vergeten. “Samen met aannemers in Friesland hebben we schoolklassen uitgenodigd om bij die aannemers op het bedrijf kennis te maken met het werk in de bouw. Tonen hoe leuk het is, werkt het best”, aldus Hof.
Een conclusie die Van Kampen en Peek hartstochtelijk delen. “We moeten het ambacht veel meer promoten. Liefst op zo jong mogelijke leeftijd. Door scholen uit te nodigen voor een bedrijfsbezoek waar kinderen zelf met gereedschap aan de slag kunnen of een minigraver onder begeleiding kunnen besturen. Dan laten we ze echt kennis maken met het vak”, zegt Peek.
Hennie Peek: “We missen momenteel de trots in ons vak. Die moeten we weer veel meer gaan uitstralen als branches.”
Ongelukkig in onderwijs
Volgens Van Kampen is een deel van de huidige leerlingen in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs ‘erg ongelukkig’ omdat, ook de vakgerichte stromingen, te theoretisch zijn opgezet. “Waarom maak je iemand die graag wil timmeren of metselen ongelukkig met de voorwaarde dat hij ook een goede brief in het Engels moet kunnen schrijven? Daarmee demotiveren we echt een groep jongeren die graag met hun handen willen werken.”
Maar ook de praktische inhoud van het reguliere vmbo en mbo laat volgens Van Kampen te wensen over. “Het praktische kennisniveau van de jongeren die vanuit het vmbo komen is helaas beperkt. We hebben in de bouw inmiddels veel handen die kunnen tekenen, maar aan handen die kunnen bouwen en timmeren hebben we een groot tekort. Daar zit het probleem, want veel ondernemers zitten vol in het werk.”
Trots moet terug
Een snelle oplossing voor het probleem is volgens de ondernemers niet voorhanden. Wel is duidelijk dat verbetering van de situatie alleen mogelijk is als enerzijds de beroepsopleidingen een flinke praktische kwaliteitsimpuls krijgen en er anderzijds wordt geïnvesteerd in het imago in de bouw. “We missen momenteel de trots in ons vak. Die moeten we weer veel meer gaan uitstralen als branches. Anders blijven we steeds onder uit de vijver vissen.”
“Vroegere ambachtsscholen terug”
Over een goede oplossing voor de wat langere termijn zijn de ondernemers het ook eens. “De vroegere ambachtsscholen moeten zo snel mogelijk terugkomen. Niet alleen de LTS, maar ook de Huishoudschool. De afschaffing van de LTS is echt één van de grootste fouten die in het Nederlandse onderwijssysteem is gemaakt”, zegt Bertha van Kampen stellig.
Ook voor Hennie Peek vormt de terugkeer van de Technische School een kansrijke oplossing. “Door jongeren op die leeftijd al heel gericht bij alle facetten van de bouw te betrekken en echt praktisch te scholen, leid je vakmensen op die kunnen doen wat ze graag willen: werken met hun handen.”