Flex wordt duurder
Wat is de bouw zonder flexibele arbeidskrachten? En dat is meteen ook een van de redenen waarom de wetgeving op verschillende punten is gewijzigd. Overwerk wordt duurder en uitzendkrachten bouwen sneller pensioen op. Zo zijn er nog een aantal andere relevante wijzigingen. De belangrijkste wijzigingen op een rijtje.
Uitzendkrachten-cao gewijzigd
In de nieuwe cao voor uitzendkrachten zijn een paar zaken veranderd ten opzichte van de vorige. Uitzendkrachten bouwen vanaf 1 januari dit jaar sneller een pensioen op. De wachttijd is teruggebracht van 26 naar 8 weken. Ook de gewerkte weken bij een uitzendonderneming tellen mee. De uitbreiding van de inlenersbeloning is nog zo’n wijziging. De inlenersbeloning is een specifieke term uit de cao voor uitzendkrachten en ziet erop toe dat uitzendkrachten evenveel verdienen als de overige personeelsleden. Daarbij hield men aanvankelijk rekening met zes onderdelen, namelijk het brutoloon, de adv-dagen, de toeslagen voor overwerk en onregelmatige uren, de loonsverhogingen, de onkostenvergoedingen en de periodieken. Dit rijtje wordt nu uitgebreid met twee extra elementen: de eenmalige uitkering en de thuiswerkvergoedingen. Bij de thuiswerkvergoeding gaat het waarschijnlijk om een maximaal bedrag van 2 euro per thuiswerkdag. De vergoeding kan belastingvrij door de werkgever worden uitbetaald. De belastingvrije reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer vervalt dan voor die dag.
Uitbreiding van de Wet flexibel werken (WFW)
Later dit jaar treedt nog een vernieuwing in werking: de gewijzigde Wet flexibel werken. Deze wet geeft werknemers het recht om flexibel te werken. Ze kunnen een verzoek indienen om bijvoorbeeld hun arbeidsplaats of hun arbeidsduur aan te passen. Deze wet is in werking getreden op 1 januari 2016 en gold in principe alleen maar voor organisaties met meer dan 10 werknemers. Per 1 augustus 2022 wordt dit recht wettelijk uitgebreid tot kleinere bedrijven, maar enkel voor werknemers die mantelzorg verlenen of die jonge kinderen tot 8 jaar hebben.
Overwerk wordt duurder
De ww-premieafdracht kent twee tarieven: een laag tarief voor vaste dienstverbanden en een hoog tarief voor flexibele dienstverbanden. Met ingang van 2022 worden werkgevers, die voor het lage tarief kiezen maar vaste medewerkers meer dan 30% overuren laten werken, toch aangeslagen voor het hogere premietarief. Deze maatregel, onderdeel van de Wet Arbeidsmarkt in Balans, zou al worden ingevoerd maar was door corona tijdelijk uitgesteld. De regel wordt nu alsnog ingevoerd.
Duizend euro scholingsbudget voor iedereen
STAP-budget voor scholing en ontwikkeling. Werkenden, werkzoekenden en zelfstandigen kunnen een STAP-budget van maximaal € 1.000 per jaar aanvragen voor scholing en ontwikkeling. Deze subsidie is te gebruiken voor een training, cursus of opleiding. De subsidie heet STAP en dat staat voor STimulering Arbeidsmarkt Positie. De regeling wordt uitgevoerd door UWV en DUO.
Sneller medezeggenschapsrechten voor flexkrachten
In 2022 krijgen flexkrachten meer zeggenschap via de OR. Dat geldt natuurlijk alleen waar een OR-verplichting geldt (meer dan 50 werknemers). Bij die bedrijven tellen flexkrachten nu eerder mee. Na drie maanden krijgen ze passief en actief kiesrecht – voorheen respectievelijk zes en twaalf maanden. Vanaf 15 maanden bouwen ze medezeggenschapsrechten op en na 18 maanden kunnen ze meedoen met de verkiezingen.
Het blijft uiteraard mogelijk om in het OR-reglement af te wijken van deze wettelijke regels, maar alleen in het voordeel van de werknemers. Dus de termijnen mogen wel korter worden maar niet langer. Op zich geen gekke gedachte voor ondernemingen waar de gemiddelde duur van het dienstverband betrekkelijk kort is. Je krijgt dan meer evenwicht in de samenstelling van de OR.