“Je doet het voor jezelf”
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) een rem op innovatief “bouwdenken”? Het tegendeel is het geval, zeggen kwaliteitsborgers Jos Rooijakkers, Wim Hoppenbrouwers en Niek Janssen van BouwQ, kwaliteitsborger sinds 2003. Een ander stokpaardje: zo werken we aan een type- of productcertificaat voor ondermeer prefab- en cataloguswoningen. En kwaliteitsborging duur? “Ach welnee.” Ten slotte: “De kwaliteitsborger is er voor de ondernemer en niet andersom.”
Kwaliteitsborger reageert op kritiek van aannemers over hoge kosten en toename regeldruk
Tekst: Arie Grevers – Foto’s: Kees Stuip, BouwQ
In de aanloop naar de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen publiceert BouwBelang in print en via de nieuwsbrief over gevolgen van deze wet voor de mkb-bouwer. In aflevering vier komt de kwaliteitsborger aan het woord.
In het tweede artikel van de BouwBelangreeks over de Wkb spreekt Henk Stapel van Bouwbedrijf Muller de vrees uit dat het gedaan is met experimenteren en innoveren als straks de wet van kracht is. Hij ziet zijn innovatieve plannen voor de ontwikkeling van een huis van stro in gevaar komen door de wet. Het comfort in het woonhuis is tot in de uiterste hoek van hoog niveau. Maar kan hij straks onder het Wkb-regime de luchtdichtheid voldoende aantonen? Passen zijn ‘strooien’ bouwblokken wel binnen de gestelde eisen?
Einde innovaties?
Dergelijke vragen vindt de staf van BouwQ, Jos Rooijakkers, Wim Hoppenbrouwers (beiden directeur) en afdelingsmanager Niek Janssen, regelmatig in de inbox.
Jos: “Wij zijn van mening dat de vrijheid om succesvol te innoveren zelfs toeneemt. Nu is het zo, dat ambtenaren van Bouw- en Woningtoezicht het ontwerp strikt langs de lat van de regels in het Bouwbesluit legt. Ze zijn in mindere mate ingesteld op het beoordelen van afwijkingen. Worden ze geconfronteerd met een ontwerp waarvoor nog geen meetlat is ontwikkeld, dan kan het afgeven van een vergunning lang duren. Daar komt nog bij dat het afgelopen decennium geleidelijk aan veel bouwkennis is verdwenen op de gemeentelijke burelen. Door deze technische capaciteitsvermindering is men minder in staat innovatieve ontwerpen te vergunnen. Wij staan er volstrekt anders in. Dat is nu al zo als we projecten moeten beoordelen en begeleiden en dat zal straks als kwaliteitsborger onder de Wkb niet veranderen.Wij zeggen over een innovatie: het is iets nieuws, maar vaak voor tachtig procent standaard. En voor die twintig procent afwijking zoeken we naar een oplossing waardoor de innovatie wél voldoet aan de norm, mocht dat niet het geval zijn. ”
Niek: “Bouw- en woningtoezicht laat ook nu wel ruimte voor het experiment, maar toch vooral in een kader van een pilot of van een bijzondere eenmalige en tijdelijke gebeurtenis. Wij begeleiden op dit moment projecten op de Floriade in Almere. Hier worden allerlei exotische bouwwerken gerealiseerd zoals een zwammenpaviljoen.
Wim: “Wij zijn geen gemeente, geen bouwer, geen opdrachtgever en hebben geen belang behalve dan dat het gebouw technisch op orde is. Het moet voldoen aan de bouw- en rekenregels. En als er geen regels zijn, zijn we gewend mee te denken met de klant over hoe de gelijkwaardigheid kan worden aangetoond met de beoogde doelen achter de rekenregels (bijvoorbeeld veiligheid, duurzaamheid, energiezuinigheid,) – natuurlijk binnen het kader van wat wet- en regelgeving hierover zeggen. En dat geldt straks ook. Bouw- en Woningtoezicht is doorgaans – als gezegd – een stuk terughoudender. Voor ons geldt ook straks als borger, dat we niet te strak in het gareel opereren – we verkennen graag de marges van wat nog mag. En zorgen er tegelijk voor dat de nieuwe oplossing niet elders problemen veroorzaakt. Maar we gaan nooit over de marges heen. Deborger die ontoelaatbare zaken toestaat, komt op een zwarte lijst. Voor verzekeraars een doodzonde en dan is het einde oefening.”
Productcertificering voor prefab-woningen
Een ander Wkb-gerelateerd traject waar BouwQ op dit moment in nauwe samenwerking met enkele grote bouwpartijen de tanden inzet is product- dan wel typecertificering. Net als in de auto-industrie zou het ook in de woningbouw mogelijk moeten zijn het prototype te keuren om vervolgens de kwaliteitsbewaking van de producent te controleren door af en toe en steekproef uit te voeren. Nu richt zich het onderzoek naar certificering waar BouwQ samen met Kiwa beoordelingsrichtlijnen opstelt, met name op de industrieel vervaardigde prefab-woningen. Ze zijn immers kopieën van het prototype en je maakt ze allemaal op dezelfde wijze.
Ook certificaat cataloguswoning
Maar het zou volgens BouwQ ook best een optie kunnen zijn dateen cataloguswoning die wat dichter bij de mkb-ondernemer staat, in aanmerking komt voor een certificaat.Ook daar zijn de woningen tot in de detaillering telkens hetzelfde en zou je aan certificering kunnen denken.
Een certificaat op een woning met een steekproefsgewijze controle heeft dan dezelfde status als een zorgvuldig opgebouwd Wkb-dossier. Wie er meer over wil weten, moet even op de website van BouwQ kijken. Daar zijn tal van artikelen te vinden over dit onderwerp.
Wim: “Ook met een strohuis zou je eenzelfde kant op kunnen denken. Ik ken het concept Henk Stapel niet precies, maar ik kan me voorstellen dat je een bouwblok maakt van een kist gevuld met stro en de blokken in een bepaald verband op elkaar zet. Dan zou je onder meer een certificaat moeten zien te verkrijgen voor het blok op zich, de verbinding tussen de blokken en de detaillering van de aansluitingen op andere bouwdelen. Ten slotte ben je ook gehouden de randvoorwaarde vast te leggen waarbinnen dat blok gebruikt kan worden, het toepassingsgebied. Denk aan bijvoorbeeld de maximale hoogte van het bouwwerk.”
Voor jezelf
Jos en zijn collega’s begrijpen dat de gemiddelde mkb’er niet zit te springen om de administratieve rompslomp die de Wkb met zich meebrengt.
Jos: “Dat vindt niemand leuk. Maar je doet het in feite voor jezelf. Het gaat er niet om dat de aannemer ervoor zorgt dat de borger alle fotootjes in zijn plakboek krijgt – nog afgezien van feit dat je maar weinig aan zo’n foto kunt zien. Wij moeten vaststellen dat het aannemelijk is dat het gebouw voldoet en de aannemer kan daar een belangrijke rol in gaan spelen. Hoe meer hij ervan overtuigd is dat hij het goed doet en dat ook kan laten zien, des te minder wij moet prikken, zagen en op de vingers tikken. En de controle van het eigen werk, is het begin van bouwfouten verminderen door verbetering van de kwaliteit van het werk. Een kwestie van de cirkels voor kwaliteitsverbetering volgen.
Wim: “Elke aannemer moet zich afvragen: hoe kan ik mij het best indekken als ik bewijzen moet, dat ik het goed gedaan heb en wat moet ik daarvoor minimaal vastleggen? Dáárom stel je het dossier samen. Niet om een lijstje af te vinken.”
Kosten van kwaliteitsborging
Ten slotte reageert Jos nog op de kosten voor het inschakelen van een borger en de extra administratieve handelingen. Deze zouden volgens de aannemers die een pilot hebben gevolgd tussen de zes- tot tienduizend euro per woning bedragen.
Jos: “Kwaliteitsborging kost geld maar als we ons inzetten om meer in de bouw te gaan standaardiseren zullen de kosten van kwaliteitsborging in het niet vallen vergeleken bijwat dit uiteindelijk zal gaan opleveren zoals het verminderen van rework, faalkosten, bouwtijd en het verhogen van de winstmarge.” Bovendien is er afgesproken dat het wkb-systeem niet duurder wordt, dan het huidige systeem met legesgelden.”
De kosten voor kwaliteitsborgen zijn niet hoger dan nu, zeggen de borgers. Bent u het daar wel mee eens? En wat zijn uw ervaringen met wkb? Remt de wet innovatie of juist niet? Stuur een mailtje naar
arie@bouwbelang.com