Coronacrisis toont noodzaak circulair bouwen
In het programma ‘Nederland Circulair 2050’ is de kabinetsvisie op de circulaire economie neergezet. Doel is om uiterlijk in 2050 een volledig circulaire economie tot stand te brengen. De ambitie van het kabinet is om in 2030 een (tussen)doel te realiseren van 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen). In de Coronacrisis merken we de noodzaak van deze ambities. De wereldeconomie heeft namelijk even stil gestaan. De aanvoer van grondstoffen die vanuit de hele wereld werden geleverd, stopte abrupt, met prijsstijgingen als gevolg. Een wake-up call voor als de grondstoffen echt opraken?
Tekst: Cor van Dijken, Specialist Circulaire economie, AdviesbureauCOR & Building for Good
Beeld: COR
Het zeer complexe handelssysteem over de hele wereld, dat we in de loop der jaren hebben opgebouwd, viel als een kaartenhuis in elkaar en komt nu met veel horten en stoten maar mondjesmaat op gang. De tekorten schrikken ons op en laten ons realiseren dat de bouw zeer afhankelijk is van internationale energie, grondstoffen en de bijbehorende geopolitiek. In dat opzicht hebben de gevolgen van de pandemie veel raakvlakken met de grondstofcrisis waartegen we aan gaan lopen in de lineaire economie. We moeten zoeken naar andere mogelijkheden om onze grondstoffen zo lang mogelijk in de keten te houden en deze op een zo duurzame manier te produceren.
Wat weten we tot nu toe?
Om te beginnen kunnen we niet alleen spreken over ‘De Circulaire economie’. Dit is een samenhang tussen verschillende transities, zoals energie, grondstoffen, biodiversiteit, voedsel en ruimte. Deze zijn allemaal onlosmakelijk aan elkaar verbonden en gezamenlijk weer verbonden aan de klimaatdoelstellingen. Dit maakt het onderwerp transitie dan ook gelijk heel groot. En vraagt van ons om niet naar de horizon te kijken, maar daaroverheen.
Eén van de voornaamste redenen om het systeem anders te gaan inrichten is met name de klimaatverandering. Dit is een direct gevolg van ons wereldwijde consumentengedrag. Doordat we veel producten consumeren, hebben we veel energie nodig om grondstoffen te delven en om te zetten naar producten en deze vervolgens over de hele wereld te gaan verslepen. En wanneer deze producten eenmaal afgeschreven zijn verdwijnen ze op de stortplaats of worden ze met een mooi woord, thermisch gerecycled. Deze grondstoffen eindigen nadat ze maar één keer gebruikt zijn. Dit lineaire proces kunnen we ons niet meer permitteren. Dit geldt niet alleen voor de bouw, maar voor alle branches.
Als we kijken naar de bouw dan zien we een permanent dreigend tekort aan grondstoffen ontstaan. Dit kan er toe leiden dat kwaliteit en veiligheid niet meer geborgd kunnen worden, of dat producten gewoon niet meer leverbaar zijn. Aan de andere kant zien we vanuit onze werkzaamheden dat er nieuwe innovaties ontstaan die wij juist stimuleren en ondersteunen.
CO2-uitstoot
De CO2-uitstoot in de bouw is hoog en hier wordt verandering gevraagd. Er is een grote behoefte ontstaan aan het meetbaar maken van milieuschades per product. Daarbij hoeven we alleen maar de discussies rondom het bouwen met biobased hout, traditioneel beton of staal aan te halen.
Het meten doen we via een Environmental Product Declaration ofwel een EPD. Binnen de bouwsector zien we opmerkelijke verschuivingen ontstaan. Sommige producten zijn minder duurzaam dan gedacht waar anderen juist weer hoog scoren. Het invoeren van een CO2-taks zat er aan te komen en zal in 2022 ook zichtbaar worden. De vervuiler betaald….
We vragen steeds meer naar duurzame producten, dit is met name ook een maatschappelijk eis. We moeten immers gaan voldoen aan de klimaatopgaven. Hernieuwbare energie zoals pv-panelen en windmolens gaan een belangrijke rol spelen in de circulaire economie. Daarnaast wordt het opslaan en uitwisselen van deze energie belangrijk: accu’s, waterstof en smartgrid. Bedenk wel goed dat deze oplossingen ook een grote ruimtevraag hebben, wat ten koste gaat van andere behoeften zoals biodiversiteit, wonen en bedrijventerreinen.
Van vastgoed naar losgoed
De grondstoffen moeten weer terug in de keten. Hetzij op elementniveau dan wel als grondstof. Producten moeten dus zo ontworpen zijn dat deze te allen tijden losmaakbaar zijn van elkaar. Feitelijk gaan we van vastgoed naar losgoed. Een gebouwgebruiker heeft straks een gebouw met wel 100 eigenaren. Dit betekent ook dat na gebruik of einde levensduur de grondstoffen weer teruggenomen worden door een eigenaar. Dit met een terugname (koop) garantie en in de toekomst mogelijk door middel van een leaseconstructie.
In de bouw gaat de circulaire economie vooral over grondstoffen. Deze moeten zo lang mogelijk in de keten blijven. We gaan naar ketensamenwerking toe. We moeten gaan samenwerken, wat soms moeilijk is in de bouw! Daarnaast wordt het verzamelen van data heel belangrijk. Materiaalpaspoorten worden onmisbaar voor circulaire gebouwen.
We merken gelukkig dat de bouw creatief aan het worden is en open staat voor verandering. Daarnaast zien we (lokale) overheden die ook de samenwerking opzoeken, om tot die gezamenlijke circulaire economie te komen. Een mooi voorbeeld is het circulaire bestemmingsplan dat we voor de gemeente Deventer hebben gerealiseerd, of de expert samenwerking met de provincie Gelderland. De verbinder zijn tussen publiek en privaat levert prachtige proeftuinen en samenwerkingen op!
De circulaire economie heeft veel impact door de vele veranderingen. Steeds meer ondernemers pakken deze handschoen op en doen mee. Businessmodellen krijgen vorm en circulaire economie krijgt een gezicht. Dit maakt dat opdrachtgevers ook vertrouwen krijgen in de markt en steeds vaker komt de vraag om circulair te bouwen voorbij. Samenwerking is de keten, eerlijk en transparant zijn blijven de toverwoorden in de nieuwe economie om tot een succes te komen.