BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

Nieuwe cao Bouw & Infra positief ontvangen

21-06-2021
door Redactie
GAzet

Nadat werkgevers in de Bouw & Infra en de vakbonden vorige maand een onderhandelingsresultaat presenteerden voor een nieuwe cao, wordt er binnen de achterban van werkgeversorganisaties en vakbonden over het algemeen positief gereageerd op het voorstel. Wel zijn werkgevers benieuwd of de stimuleringsmaatregelen die vakkrachten moeten behouden gaan werken.

De leden van de brancheorganisaties aangesloten bij Aannemersfederatie Nederland Bouw & Infra zijn eind mei akkoord gegaan met het onderhandelingsresultaat. Daarin is een cao voor de duur van twee jaar afgesproken die met terugwerkende kracht loopt van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022.

Goed voor werknemers

“Vooral voor werknemers staan er goede punten in, als werkgevers krijgen we wel meer kostenstijgingen voor onze kiezen”, zegt Joep Heilig van lijm- en metselbedrijf Heilig BV in Zwaag. “Maar we hebben als bouwbranche ook niet echt veel geleden onder de coronacrisis, dus deze cao is op zich wel een mooi en goed signaal dat we als sector voor de komende twee jaar goede afspraken maken.” De cao-lonen worden gedurende de looptijd van de cao in twee stappen met 4,5 procent verhoogd. Per 1 augustus 2021 krijgen werknemers er 1,5 procent bij en per 1 januari 2022 gaan de lonen structureel met 3 procentomhoog. Daarnaast krijgen werknemers in december 2021 een eenmalige uitkering van 1 procent.

Loonkostenstijging

“De loonsverhoging is voor werknemers natuurlijk een mooie plus, maar als werkgever vraag ik me ook wel af waar het einde van die loonkostenstijging is. Zijn die kosten voor alle werkgevers wel op een verantwoorde wijze op te hoesten”, vraagt Gerrit Stijf van voegbedrijf Gebr. Ter Velde uit Heerde zich hardop af.
Voor zowel Heilig als Stijf geldt dat die kosten nu nog goed te dragen zijn. “Zolang de huizenprijzen op het huidige niveau liggen, kunnen wij daar prima voor bouwen en een goede boterham verdienen. Maar aan die prijzen zit wel een maximum en ook bij een eventuele daling van die prijzen moeten we onze medewerkers conform de cao kunnen betalen”, aldus Heilig.

Joep Heilig:
“We hebben als bouwbranche niet echt veel geleden onder de coronacrisis, dus deze cao is op zich wel een mooi en goed signaal dat we als sector voor de komende twee jaar goede afspraken maken”

Behoud van vakkrachten

In de nieuwe cao is een stimuleringsprogramma opgenomen voor de instroom en het behoud van vakkrachten in de bouw en infra. Onderdelen van dat programma zijn een diplomabonus, een vergoeding van alle kosten voor leermiddelen en examineringsproducten, een subsidie op de indiensttreding van uitzendkrachten en stresspreventie.
“Ik weet niet of je met dit pakket mensen over de streep trekt”, zegt Stijf. “Het zijn goede maatregelen, maar volgens mij gaat het om het grotere verhaal. Het lukt ons als sector nog steeds niet om jongeren te interesseren voor de bouw of infra. Daar gaat het om. Een bonus voor mensen die al voor ons vak gekozen hebben is mooi, maar trek je daarmee ook extra en nieuwe vakkrachten? Want vooral daar is grote behoefte aan.”

Imago dat bouw veilig is beter uitdragen

Instroom en behoud van vakkrachten heeft volgens Heilig en Stijf veel meer te maken met het algemene imago van de sector. Heilig: “Binnen de cao zijn voor werknemers voorzieningen getroffen waarin ze zich op een verantwoorde wijze kunnen ontwikkelen. Van veilig werken tot opleiding. Maar veel mensen buiten de bouw hebben toch nog het traditionele beeld van de bouw.”
Stijf vult aan: “Hard en fysiek zwaar werk. Zo wordt het werken in onze sector nog steeds door velen gezien. En dat is jammer want er is door de jaren heen al veel gedaan om die omstandigheden te verbeteren. Wij hebben leuk en aantrekkelijk werk en dat imago moeten we ook op het netvlies van mensen gaan krijgen. Prima dat we daar binnen de sector in de cao aan werken, maar we moeten nog veel meer naar buiten toe. Jongeren en mogelijke zij-instromers moeten weten hoe mooi onze ambachten zijn.”

Goed, dat zwaarwerkregeling uitgebreid wordt

Op 1 januari 2021 is de zwaarwerkregeling Bouw & Infra in werking getreden. Deze regeling maakt het voor bouwplaatsmedewerkers onder voorwaarden mogelijk om maximaal drie jaar vóór het bereiken van hun AOW-gerechtigde leeftijd te stoppen met werken. Met ingang van 1 januari 2022 wordt deze zwaarwerkregeling uitgebreid waardoor ook uta-werknemers die mogelijkheid krijgen. Voorwaarde is wel dat ze langere tijd als bouwplaatsmedewerker hebben gewerkt. “Een goede regeling, want werken in de bouw kan ook psychisch zwaar zijn. Daar is in mijn ogen te weinig aandacht voor dus deze uitbreiding is zeker op zijn plaats”, zegt Stijf, die net als Heilig van mening is dat er op het gebied van arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid ook naar meer landelijke en algemene afspraken gezocht mag worden.

Risico’s door gevarieerde arbeidsmarkt

“Voor de vakkrachten die binnen de cao Bouw & Infra vallen, wordt steeds meer goed geregeld. Als werkgever zorg je sowieso goed voor je medewerkers, dat is vanzelfsprekend. Maar voor veel werkgevers geldt dat ze niet alleen met eigen medewerkers werken, maar ook vakkrachten inhuren. Uitzendkrachten of zzp’ers. En met name op die laatste groep heb je minder grip als het gaat om aanvullende voorzieningen die wel belangrijk zijn”, zegt Heilig.

Gerrit Stijf: “Een bonus voor mensen die al voor ons vak gekozen hebben is mooi, maar trek je daarmee ook extra en nieuwe vakkrachten?”

Omdat zzp’ers zich in de meeste gevallen niet verzekeren voor bijvoorbeeld ziekte en arbeidsongeschiktheid, werken ze tegen gunstige tarieven en worden ze veelvuldig ingezet in de flexibele schil van aannemers. “Toch zou deze groep tegen zichzelf in bescherming genomen moeten worden omdat ze nu een risico vormen voor de samenleving. Want als ze uitvallen en niet kunnen terugvallen op een verzekering, worden de kosten uiteindelijk afgewend op die samenleving.”

Ongelijk speelveld door loondoorbetaling 2e ziektejaar

Het zijn onder andere die verschillen die ervoor zorgen dat veel bouw- en infrabedrijven nog steeds terughoudend zijn als het gaat om het in dienst nemen van medewerkers. Heilig: “Zolang we nog steeds met de doorbetaling bij langdurige ziekte, de transitievergoeding en regelingen voor onwerkbaar weer zitten, blijft voor ons het ongelijke speelveld bestaan. Wijworden gedwongen om ons in te dekken tegen dergelijke risico’s. Als we dat gezamenlijk afspreken, dan zij dat zo, maar dan vind ik dat we er ook voor moeten zorgen dat zzp’ers verplicht worden om zich tegen arbeidsongeschiktheid en langdurige ziekte te verzekeren. Dat ligt buiten het kader van de cao, maar in mijn ogen zeker in het verlengde daarvan.”

Weinig discussie

Toch zal de nieuwe cao volgens de ondernemer niet voor heel veel discussie zorgen binnen de sector. “Zowel voor werkgevers als voor werknemers staan er bepalingen in waarmee we verder kunnen. Dat is belangrijk want we staan de komende jaren voor grote uitdagingen in de nieuwbouw en verduurzaming van bestaande woningen”, aldus Heilig.
Stijf deelt die mening. “Voor onze medewerkers worden de voorwaarden verder verbeterd, dat is goed. Zoals gezegd ben ik blij met de stimuleringsregelingen die in deze cao zijn uitgewerkt maar ik ben vooral benieuwd of die hun vruchten gaan afwerpen.”