BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

‘Wij zijn leverancier van bouwstoffen en -producten’

24-05-2021
door Redactie
Circulariteit

Een 100 procent circulaire bouweconomie in 2050. Kan dat? Dat wordt nog een hele kluif zeggen Gert en Jurgen Hoogeboom. Maar aan hen zal het niet liggen. Uitgedaagd door de gemeente Dalfsen zijn zij de eersten geweest die een Verificatieverklaring Circulair Sloopproject in ontvangst mochten nemen. Gesecondeerd door bedrijfsleider Simon Harmens kunnen de beide eigenaar/directeuren van Hoogeboom Raalte BV er alles over vertellen.

(vlnr) Simon Harmens, Gert en Jurgen Hoogeboom: ‘We voelen ons verantwoordelijkheid voor een leefbare wereld voor toekomstige generaties’

Hoogeboom Raalte BV is een bedrijf dat al enkele jaren op het spoor van circulair slopen zit. Eigenlijk al sinds 1980 toen de eerste puinbreker is aangeschaft om granulaten te produceren voor de wegenbouw. In de loop der jaren is het besef gegroeid dat het sloopbedrijf een maatschappelijke verantwoordelijkheid draagt die ook de toekomstige generaties raakt.

‘Het denken over waarde van spullen is aan herijking toe’

Toen er in 2003 de mogelijkheid kwam zich de certificeren, aarzelden Gert en Jurgen geen moment. Sindsdien werkt het bedrijf volgens de beoordelingsrichtlijn BRL SVMS-007 van de Stichting Veilig en Milieukundig Slopen. Deze is opgesteld door een marktbreed samengesteld college – van overheid tot aannemers sloopwerken. Daarmee is het circulaire denken verankerd in het bedrijfsbeleid en gaat er aan vrijwel ieder sloopproject een grove inventarisatie vooraf. Wat is nog bruikbaar en wat niet? Dat heeft ertoe geleid dat op dit moment bij ongeveer zestig tot zeventig procent van het aantal sloopwerken op één of ander manier circulariteit een rol speelt.

Onafhankelijke controle

De beide broers zijn nauw betrokken bij de activiteiten van Veras, de branchevereniging voor aannemers sloopwerken. Zeker als het gaat om milieutechnische- en duurzaamheidsvraagstukken staan Gert en Jurgen vooraan. Ze zitten in het college van deskundigen en zijn actief in een werkgroep van de vereniging. Toen ze te horen kregen dat er vanuit de genoemde stichting het initiatief kwam voor een regeling waarmee je een vereist circulariteitsaandeel van een sloopproject inzichtelijke kunt maken en vast kunt leggen in een verklaring, waren ze wederom van de partij. De Verificatieverklaring Circulair Sloopproject is een aanvulling op de BRL SVMS-007.Een onafhankelijke instelling geeft de verklaring af na controle van de papieren en inspectie op locatie. Geaccrediteerde organisaties hiervoor zijn onder meer Kiwa, Normec en SGS Intron. De laatste doet bij Hoogeboom al de audits voor BRL SVMS-007

Ambitieuze opdrachtgever

Gert: “We vonden in de gemeente Dalfsen een ambitieuze opdrachtgever. Ze wilden in Nieuwleusen – dat bij de gemeente hoort – het Agnietencollege slopen. Het moest plaatsmaken voor bouwkavels. Hun eis: gerekend naar bouwmassa moet de school voor 94 procent circulair gesloopt worden.”

Demontage van dakisolatielaag

Jurgen: “Een prachtig project om in de praktijk de verificatieregeling te toetsen. En uiteindelijk hebben we een aangetoond percentage van 96 procent weten te halen. Voor ons was het ook weer een gelegenheid om onze circulaire slooptijdnormen aan te scherpen. Hoe lang ben je bezig met het demonteren van een kozijn of met het heelhuids verwijderen van een vierkante meter dakpannen? Die gegevens leggen we vast in een digitaal document waarvoor mijn broer het programma schreef. Daar kunnen we voor een volgend project dan weer beter mee begroten.”

‘Maak het eerste gebruik van producten en materialen tien procent duurder’

Gymzaal wordt bedrijfshal

Bedrijfsleider Recycling en Circulaire HUB Simon Harmens is nauw betrokken geweest bij de sloop van het Agnietencollege. Hij is enthousiast over de jongste ontwikkeling op zijn vakgebied. Zozeer zelfs, dat hij voor de bouwwerkzaamheden aan zijn eigen huis de bouwmaterialen en –producten zoveel mogelijk circulair oogst. “Het werk van onze mensen verandert van slopen in demonteren. En dat is voor sommigen nog even wennen. Vroeger kreeg je bij wijze van spreken op maandag een sloopopdracht met de mededeling: vrijdag klaar. Bij circulair slopen heb je veel meer voorwerk. Eerst ga je inventariseren. Je scant het gebouw op producten en materialen met waarde. Niet alles heeft waarde. Denk alleen maar aan asbest, geïmpregneerd hout, gebroken of gebarsten thermopane en rot hout. Daar kunnen we niks meer mee.”

Demontage kozijnen.

Is eenmaal bepaald wat een tweede leven kan krijgen, dan moet daar nog een afnemer bij gezocht worden. Voordat het demonteren kan beginnen is er al een hele administratie aangelegd. Gert: “Conform de richtlijnen van de verificatieregeling moet je van de deuren tot de staalconstructie aangeven waar die naartoe gaan. En ook dat wordt gecontroleerd.” Jurgen vult aan: “Wie afnemers heeft kan starten met circulair slopen. We beschikken inmiddels over een aardig lijst van bedrijven die bouwproducten graag opnieuw gebruiken. Daar zit ondermeer een hallenbouwer bij die geïnteresseerd is in staalconstructies. Zo is het gymlokaal van de school een bedrijfshalletje geworden.”

Productlabel voor kwaliteit

“De nieuwe, circulaire markt moet kunnen groeien”, zegt Simon. “Als we in Nederland de doelstelling willen halen, 2030 voor vijftig procent circulair en 2050 honderd procent, dan is opschaling noodzaak. Alleen dan kan er een markt ontstaan die serieus te nemen is en waar afnemers kunnen krijgen wat ze willen hebben. Het is natuurlijk mooi dat gemeente Dalfsen z’n nek uitsteekt door een keer een circulair project te proberen. Maar zolang het niet de normale gang van zaken wordt, verandert ook het denken over de inzet van gebruikte materialen niet.”
Want, zegt Gert: “De consument moet ook leren dat hergebruik volstrekt normaal is. Wat is er mis mee, om voor een staalconstructie of houten balken die nog functioneren als nieuw, een prijs te betalen die niet ver van de nieuwprijs ligt? Helemaal niks. Het denken over waarde van spullen is aan herijking toe. Zeker als we er een productlabel aan kunnen hangen. Dat zie ik overigens ook als volgende stap. De afnemer heeft dan de garantie dat het goed is. Bij hout is dat het gemakkelijkst. Bij staal is het prestatieniveau wat moeilijker aan te tonen.”

Niet duurder

Opdrachtgevers denken nog vaak dat ze duurder uit zijn als er circulair gesloopt wordt. Dat is niet altijd het geval, zegt Jurgen en vooral afhankelijk van ambities van de opdrachtgever. “We steken er weliswaar nog ongeveer dertig procent meer arbeid in. Maar in principe nemen wij de kosten voor de extra inspanning voor onze rekening. Die kunnen we nu nog niet helemaal dekken, doordat de circulaire markt nog op stoom moet komen. Wij willen daar niet op wachten en gaan, zoals we dat gewend, gewoon aan de slag om in de praktijk te leren van ervaringen. Omdat we zien dat het een toekomst heeft. Misschien nog niet direct, maar wel op termijn. Volgende generaties zullen meer ‘circulair’ denken dan de huidige. Bij onze keuze voor deze benadering speelt ongetwijfeld mee, dat we een familieonderneming zijn. We willen het bedrijf immers netjes achterlaten voor een volgende generatie. Zit ook in het mkb-schap. Je denkt toch vooral aan de continuïteit van de onderneming. Want achter onze zestig medewerkers staan even zoveel gezinnen.”

‘De eis was 94 procent circulair – we hebben 96 procent gerealiseerd’

Gemeenten op sleutelpositie

Gemeenten zitten op een sleutelpositie. Zij kunnen ervoor zorgen dat het vliegwiel op gang komt. Enerzijds – zoals gezegd – door verstrekken van circulaire opdrachten en anderzijds doordat ze bouwvergunningen kunnen afgeven. Gert: “In de circulaire wereld is de bouwvergunning bijna een blanco cheque. Natuurlijk moeten de statische berekeningen kloppen, maar je weet vaak nog niet wat de exacte afmetingen wordt of wat er aan de gevel komt. Daarin schuilt een factor onzekerheid en daar houden ambtenaren niet van. Om maar te zwijgen over de welstandscommissie. Dat maakt hen voorzichtig en terughoudend bij verlening van bouwvergunning. Daar zal toch een knop om moeten, wil het karretje een beetje gaan rollen.”

 

Simon heeft nog enkele aanvullende suggesties. “Maak het eerste gebruik van producten en materialen tien procent duurder. En verder hef geen btw meer over het tweede gebruik, want die is over het eerste gebruik al een keer betaald.”

Regionale markt

De heren zien vooral kansen voor de circulaire markt in de directe omgeving. Denk aan een cirkel van dertig kilometer rondom het te slopen pand. Gert: “Daar ligt toch wel de grens, anders krijg je weer transportkosten en CO2-uitstoot waar niemand op zit te wachten. Daarom nemen we de afzet zelf ter hand. In de regio waarin we werken hebben we – als gezegd – inmiddels een netwerk van belangstellende bedrijven opgebouwd. Hoewel de particuliere afnemer ook nog steeds belangrijk is. Dat hebben we ook weer gemerkt bij de sloop van het Agnietencollege.”

Demontage en scheiden van materialen.

Wat te denken van initiatieven als New Horizon en Insert, landelijke marktplaatsen voor hergebruik?
Jurgen: “Daar is op zich niks op tegen als je een ziekenhuis moet slopen en je moet in één keer driehonderd wastafels zien kwijt te raken. Dat lukt niet in de directe omgeving. Maar voor de doorsnee sloopwerken zien we er niet veel heil in. Voor de toekomst verwachten we op we het meest van de zakelijke afnemers. Maar je hebt dan wel tijd nodig voor een goede inventarisatie en om de juiste match te vinden.”