Pilotproject biobased asfaltbinder lignine
Jeroen Grootenhuis van TWW is ervan overtuigd dat het bindmiddel in asfaltbeton een andere en meer milieuvriendelijke samenstelling zal krijgen. Daarom is zijn bedrijf actief betrokken bij de zoektocht naar een alternatief. Het biobased lignine maakt een goed kans bitumen te vervangen. TWW realiseerde onlangs een proeftraject van 300 meter bij Kampen in opdracht van de provincie Overijssel.
Tekst: Arie Grevers Foto’s: TWW
Aannemingsmaatschappij de Twentse Weg- en Waterbouw(TWW) is een dochter van Reinteninfra BV. Daar heerst, mede door het aantreden van ‘Rentmeester2050’ Maurice Beijk, de overtuiging dat bouw en infra in opdracht van de samenleving de koers richting milieubewuste, CO2-arme en circulaire bouwproductie heeft te gaan. TWW-directeur Jeroen Grootenhuis is er enthousiast over. “Onze Rentmeester2050 is een gedreven man die de animo over deze koers weet aan te wakkeren. Bij alle Reintenbedrijven zijn we getriggerd een versnelling richting ons duurzame doel te realiseren. In Borne bouwen we aan volledig nieuw en duurzaam bedrijfsonderkomen voor drie zustermaatschappijen. Doel: zestig procent hergebruikte materialen en aan de muur komt het certificaat BreeamOutstanding te hangen.” In BouwBelang 2, 2019, staat een uitvoerig interview met RENTMEESTER2050 Maurice Beijk over de bouw van dit bedrijfspand. Teruglezen kan via de totaal vernieuwde website bouwbelang.com/duurzaam.
“Hier word ik heel enthousiast van”
Remweg testen
De duurzame koers voerde Jeroen Grootenhuis op de Dag van de Duurzaamheid, 9 oktober verleden jaar, naar Kampen. Hier had TWW in nauwe samenwerking met de provincie Overijssel een proefvak van 300 meter aangelegd op de N765 om het bindmiddel lignine te testen dat in dit geval dertig procent van de bitumen vervangt. Er zijn al eerder testvakken aangelegd, met name in Zeeland, maar de remweg van het asfaltbeton met het lignine-bindmiddel was nog niet getest. Dat gebeurt nu bij Kampen. De pilot is onderdeel van het Chaplin programma, waarin overheid, wetenschap en markt samenwerken om de toepassing van lignine-houdend asfaltbeton te stimuleren. In dit geval een samenwerking tussen de provincie Overijssel en TWW. Het bedrijf heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt door op de Dag van de Duurzaamheid een samenwerkingscontract te tekenen met Chaplin XL.
Restproduct papierindustrie
Maar wat is lignine eigenlijk? Jeroen: “Het is een bindmiddel dat bijvoorbeeld in hout zit, maar ook voorkomt in stro, grassen en mais. Het is het op één na meest voorkomende polymeer in de natuur. En als je van hout papier maakt, komt de lignine vrij. Het is dus een restproduct van de papierindustrie dat in het verleden vooral laagwaardig werd ingezet als brandstof om energie op te wekken.”
“Als bindmiddel in asfaltbeton kan lignine het CO2 – vastgelegd tijdens de groei van planten en bomen – voor zeer lange tijd binden”
CO2-reductiewinst
Er zijn goede redenen om bitumen te vervangen. Bitumen is steeds minder voorhanden en de kwaliteit kan zeer uiteenlopen. En dan is er nog het duurzaamheidsargument. Bitumen is een restproduct van het raffinageproces van aardolie. En die aardolie moet van verre komen. Voordat het in Rotterdam arriveert, is er als sprake van CO2-emissie door het transport. De lignine die TWW aan het asfaltbeton toevoegt, komt nu nog uit Finland.
Maar er zijn plannen om ook in Nederland serieuze impulsen te geven aan de productie van lignine. Ook lopen er onderzoeken naar lignine uit bermgras en snoeihout. Verder zijn er testen geweest met toiletpapier. Deze waren echter minder succesvol.
Maar er zijn meer duurzaamheidsargumenten voor grootschalige toepassing van lignine. Jeroen: “Asfalt met bitumen moet je verwerken als het een temperatuur heeft van boven de 150 graden Celsius. Rekening houdend met afkoeling in de asfalteermachine is verhitting tot 170 à 180 graden noodzakelijk. Met lignine zijn lagere verwerkingstemperaturen mogelijk. Denk aan 120 à 130 graden. Dat spaart brandstof uit en dus CO2-emissie. Verder is er tijdens het groeiproces van planten en bomen CO2 in lignine opgenomen. In het asfalt kan lignine die CO2 voor lange tijd binden.”
Partners
CircularBiobased Delta coördineert het CHAPLIN-programma en werkt daarin samen met: H4A, NTP, Roelofs, TWW, Dura Vermeer, Boskalis, Latexfalt, Vertoro, Biondoil, AvantiumChemicals, Praj, LXP Group, Provincies (Overijssel, Zuid Holland, Gelderland, Noord Brabant en Zeeland), Rijkswaterstaat, North Sea Port, Gemeenten (Bergen op Zoom, Wageningen en Altena), University Utrecht, Asfalt Kennis Centrum (AKC), TNO, Wageningen Research en Q8. Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) subsidieert 2 CHAPLIN projecten.
Mengproces optimaliseren
Hoeveel lignine gaat er eigenlijk in asfaltbeton? Jeroen: “In deze testfase vervangen we 30 procent bitumen. En normaliter maakt bitumen ongeveer vier procent uit van het asfaltbeton. De rest is steenslag, vulstof en zand. We willen natuurlijk naar een veel groter aandeel lignine en als het even kan naar honderd procent lignine. Als het zover komt zullen we de menger wel moeten aanpassen. Deze is nu nog ingesteld op bitumen. De eigenschappen van lignine zijn anders; het is een heel fijne toeslagstof. Dat was nog wel even puzzelen, voordat we het optimale mengproces hadden achterhaald. We hebben het nu zo gedaan dat we de lignine gedoseerd bijmengen vanuit een vrachtauto.”
Werkvreugde
Qua duurzaamheid zijn er de laatste dertig, veertig jaar al flinke stappen gezet in de asfaltwereld. Door de hoge concentratie PAK’s is teer sinds 1990 al niet meer toegestaan in Europa. Verder zijn de technieken voor hergebruik van asfalt behoorlijk verbeterd, waardoor het product voor bijna honderd procent recyclebaar is. In Nederland is er dankzij het Asfalt Kennis Centrum waar TWW al sinds jaar en dag in participeert, flinke voortgang geboekt. En nu lijkt er een nieuwe stap te kunnen worden gezet.
Jeroen: “Met je werk te mogen bijdragen aan een beter klimaat en aan een schonere toekomst voor de generaties na ons – dat is zinvol en verhoogt de werkvreugde.”