BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

Isolatie industrie mist uitdaging in BENG

22-02-2021
door Redactie
Duurzaamheid

Nieuwe gebouwen die vanaf 1 januari 2021 worden geïsoleerd volgens de huidige Bouwbesluit-eisen en bovendien luchtdicht zijn, kunnen probleemloos aan de BENG 1-eisen voldoen. Wat dat betreft hadden de BENG 1-eisen volgens André Meester, voorzitter van de Nederlandse Isolatie Industrie, wel wat strenger mogen zijn. “De moderne isolatiematerialen hebben hoge isolatiewaarden, waardoor je bij hogere BENG 1-eisen nog slank en betaalbaar kunt construeren.”

Tekst: ing. Frank de Groot

De moderne generatie hardschuim isolatieplaten heeft lambdawaarden van slechts 0,018 tot 0,040 Wm/K. Denk aan EPS, PIR, PUR en Resol hardschuimplaten. Een stuk duurder, maar wel met een spectaculair lage lambdawaarde van slechts 0,007 W/mK, zijn de Vacuüm Isolatie Panelen (VIP). Deze bestaan uit een vacuüm isolatieplaat met een micro-poreuze kern, die in een dun, gasdicht omhulsel is ingesloten. Wel even opletten: je kunt deze platen niet doorboren, spijkeren of zagen, omdat anders het vacuüm verloren gaat. Maar als daar rekening mee wordt gehouden heb je wel een Rd-waarde van 7,10 m²K/W bij een plaatdikte van slechts 50 mm! “Hogere BENG 1-eisen voor de energiebehoefte voor verwarming en koeling van gebouwen hoeft niet tot dikkere gevels en daken te leiden”, constateert Meester.

Rekenmethodiek

De nieuwe rekenmethodiek voor de BENG-eisen kan de handen nog wel op elkaar krijgen bij de Nederlandse Isolatie Industrie. Hierbij wordt gerekend met de werkelijke energiebehoefte voor ruimteverwarming- en koeling en het primair fossiel energiegebruik. Maar de hoogte van de BENG 1-eisen leidt volgens André Meester niet tot een verbetering ten opzichte van de oude EPC-eisen. “In plaats van besparen gaan we meer CO2 uitstoten. Wil de overheid haar eigen klimaatdoelstellingen halen, dan bieden de ooit in 2015 geformuleerde veel strengere BENG 1-eisen hiervoor een betere waarborg. Zo zou het primair energiegebruik van nieuwe woningen volgens de toen voorgenomen eisen niet hoger zijn dan 25 kWh per m2 per jaar, het primair fossiel energiegebruik maximaal 25 kWh per m2 per jaar en het aandeel hernieuwbare energie minimaal 50%.”

“Met de oorspronkelijk voorgestelde eisen waren we tevreden. Hier lag de kans om echt een stap vooruit te zetten, vergeleken met de toen bestaande EPC-eisen. De in 2015 gepresenteerde BENG-eisen zijn overigens niet meer 1 op 1 vergelijkbaar met de huidige eisen, omdat er in de tussentijd in de systematiek ook het een en ander is gewijzigd. Met maatregelpakketten die voldoen aan het ambitieniveau van 2015 zouden deze woningen nu tussen de 40-45 kWh/m2 per jaar presteren.
Het was wel even schrikken toen op basis van een kostenoptimaliteitsanalyse (KOS) die in opdracht van het Ministerie BZK is uitgevoerd de eisen aanzienlijk werden aangepast. De BENG 1-eis voor woningbouw werd in 2018 versoepeld naar 70 kWh/m2! Op basis van een internetconsultatie begin 2019 is die waarde later nog weer aangescherpt naar de definitieve 55 kWh/m2. Tussenwoningen die nu worden gebouwd volgens de minimum-Bouwbesluiteisen en de voormalige EPC van 0,4, behalen echter gemakkelijk op basis van de NTA 8800 een BENG 1-prestatie van 45 tot 50 kWh/m2 per jaar. Naar onze mening doet de huidige BENG 1-eis voor een groot deel van het bouwvolume dan ook geen recht aan het doel om de energievraag verder terug te dringen en in het verlengde daarvan de CO2-uitstoot te beperken.”

Meerdere uitdagingen

Er liggen volgens Meester meer uitdagingen op het pad van de isolatie-industrie: “Er ligt een spanningsveld tussen de energieprestatie en de milieuprestatie van een gebouw. Dikkere isolatie, betekent meer materiaal en dus een hogere milieubelasting. Maar je wilt ook de regels van de trias energetica volgen: eerst de energievraag beperken, dan pas energie gebruiken uit duurzame bronnen en als laatste zo min mogelijk energie uit fossiele bronnen. Het mag niet zo zijn dat we alleen maar focus hebben op het compenseren van een hogere energiebehoefte door bijvoorbeeld zonnepanelen. Ook die hebben een milieu-impact en het is continu zoeken naar de balans. We pleiten voor integrale afwegingen maar wel met als primaire stap het beperken van de energievraag.

Een ander doel is circulariteit: “In 2050 moet Nederland volledig circulair zijn. Dat lijkt ver weg, maar de woningen die we nu bouwen, staan er in 2050 nog. Dus moeten we nadenken over losmaakbaarheid en circulariteit. Isolatiematerialen laten zich prima scheiden en zijn goed herbruikbaar en in toenemende mate recyclebaar. Dit materiaal zit na vijftig jaar nog ongeschonden in de vloer-, gevel- of dakconstructie en kan prima hergebruikt worden. Dat is natuurlijk ook duurzaamheid.”