Minister in tijden van een pandemie
Minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat heeft het druk. Hij maakt samen met de ministers Wopke Hoekstra (Financiën) en Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) deel uit van de sociaaleconomische driehoek. Het driemanschap vraagt consistent en vasthoudend aandacht voor de economische gevolgen van de COVID-19-maatregelen.
Vele maatregelen komen hard aan bij de mkb’ers die zo belangrijk zijn voor de vaderlandse economie. De gevolgen voor de mkb’ers in de bouwsector zijn ten tijde van het interview nog niet extreem zichtbaar. Hier en daar vallen gaten in de orderportefeuille. De nadelige gevolgen van een crisis landen altijd wat later dan in de overige sectoren doordat de doorlooptijd van projecten groter is. De projecten hebben een lange aanlooptijd. Vele projecten die nu in de uitvoeringsfase zitten, zijn twee jaar of langer geleden gestart. Het is daarom noodzaak dat het kabinet rekening houdt met dit na-ijleffect en de noodpakketten voor de bouwsector ten minste verlengd tot de tijd dat de crisis de bouwsector ten volle raakt. Hierover gaat één van de vragen die BouwBelang heeft voorgelegd aan de minister die het ondanks de hectische tijden toch belangrijk vindt kritische vragen te beantwoorden. En welke uitdagingen ziet hij vanuit zijn perspectief voor de mkb-bouwers in dit tijdsgewricht dat beheerst wordt door een pandemie en transities? In vrijwel alle antwoorden speelt het coronavirus een rol. Het zal geen verbazing wekken, dat het interview volledig corona-proof is afgenomen.
‘Ik ben een optimistisch mens’
Welke rol speelt het bouwend mkb volgens de minister in de Nederlandse samenleving?
“Het bedrijfsleven en zeker ook het bouwend mkb speelt een belangrijke rol in de Nederlandse samenleving. We zitten in een bijzonder lastige periode waarin we te maken hebben met veel uitdagingen voor ondernemers. Ik denk dan natuurlijk aan de stikstofproblematiek en de tegenslagen waar ondernemers mee te maken hebben vanwege de coronacrisis.
Ik ben een optimistisch persoon. Gelukkig geldt dat ook voor vele ondernemers. Deze veerkracht zie ik ook terug in de recente cijfers van het Centraal Plan Bureau. Het is positief om te zien dat de veerkracht van onze economie groot is. Het is goed om te zien dat onze economie herstelt als we het coronavirus onder controle krijgen. Dit geeft hoop voor de toekomst. We hebben echter nog wel een lange weg te gaan. Zelfs met een vaccin in het vizier blijft de toekomst onzeker. Ons steunpakket ondervangt een deel van deze onzekerheid, omdat het gebruik mee ademt als het virus weer oplaait.
Wij zullen blijven doen wat nodig is om bedrijven en werknemers te steunen, zonder dat we de noodzakelijke aanpassing van de economie in de weg staan. Als we verder in de toekomst kijken, zijn grote groeisprongen nodig. Het kabinet werkt daar ook aan, bijvoorbeeld door het Groeifonds. Dat is gericht op het lange termijn verdienvermogen van Nederland. Om onze welvaart op lange termijn te behouden en te vergroten, moet de economie namelijk harder en anders groeien.
“Het kabinet blijft uiteraard de dialoog voortzetten met ondernemers over de zorgen en oplossingsrichtingen die samenhangen met de coronacrisis. Daarin zal ook dit signaal uit de bouw worden meegewogen.”
Dat is nodig om in de toekomst alle voorzieningen (gezondheidszorg, onderwijs, pensioenen) te kunnen betalen en daarnaast geld over te houden in de huishoudportemonnee. En natuurlijk om zoveel te blijven verdienen dat we weer een buffer kunnen opbouwen voor slechte tijden.
Ook het brede en innovatieve mkb speelt een belangrijke rol in de verdere ontwikkeling van de economie en samenleving. In de bouw, één van de grootste sectoren van onze economie, zijn mkb’ers goed vertegenwoordigd. Ze zorgen daarmee voor hoogwaardige werkgelegenheid en voor een land met goede woningen, bedrijfspanden en infrastructuur. Het bouwend mkb draagt daarmee bij aan de basisvoorwaarden voor een bloeiende samenleving en economie die internationaal concurrerend is en blijft.”
Welke uitdagingen ziet de minister vanuit zijn perspectief weggelegd voor de mkb’ers in bouw en infra?
“Het bouwend mkb speelt een belangrijke rol bij een aantal grote uitdagingen voor Nederland de komende jaren. Met de nieuwe maatregelen om de stikstofuitstoot terug te dringen, komt er weer meer ruimte om te bouwen en dat is ook hard nodig. De komende jaren zijn er veel extra woningen nodig, onderhoud van bestaande infrastructuur en aanleg van nieuwe infrastructuur die past bij de duurzame economie van morgen. Daarom vind ik het belangrijk dat de werkgelegenheid in deze moeilijke tijd op peil blijft en hebben we als kabinet gezorgd voor een uitgebreid pakket aan steunmaatregelen.
“Het bouwend mkb draagt daarmee bij aan de basisvoorwaarden voor een bloeiende samenleving en economie die internationaal concurrerend is en blijft.”
Het huidige steun- en herstelpakket doet meer dan alleen zorgen dat ondernemers de lonen en de huur kunnen blijven betalen, er is ook flink geld uitgetrokken voor om- en herscholing, goede begeleiding van werk naar werk en het beschermen van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. De coronacrisis duurt nu al zo lang dat sommige ondernemers hun bedrijfsvoering aan moeten passen. Je ziet veel mensen die – al of niet tijdelijk – niet meer het werk kunnen doen wat ze eerder deden, en die nu ergens anders kijken of ze leuk en nuttig werk kunnen doen.
Daar komt de Baangerelateerde Investeringskorting nog bij. We hebben het bouwend mkb namelijk hard nodig om te helpen met het uitvoeren van de afspraken uit het Klimaatakkoord. De CO2-uitstoot van woningen en bedrijfsgebouwen moet de komende decennia drastisch gereduceerd worden en uiteindelijk moet de hele gebouwde omgeving van het aardgas af. Mkb’ers in de bouw en infra zullen er ook veel baat bij hebben als zij hun activiteiten zouden toespitsen op deze transitie zoals het aan de man brengen van energiebesparingsmaatregelen en alternatieven voor aardgas zoals (hybride) warmtepompen. Laat maar zien wat het de klant kan opleveren zowel voor de portemonnee als voor de bescherming van ons klimaat en onze omgeving.”
Daar komt de Baangerelateerde Investeringskorting nog bij. We hebben het bouwend mkb namelijk hard nodig om te helpen met het uitvoeren van de afspraken uit het Klimaatakkoord. De CO2-uitstoot van woningen en bedrijfsgebouwen moet de komende decennia drastisch gereduceerd worden en uiteindelijk moet de hele gebouwde omgeving van het aardgas af. Mkb’ers in de bouw en infra zullen er ook veel baat bij hebben als zij hun activiteiten zouden toespitsen op deze transitie zoals het aan de man brengen van energiebesparingsmaatregelen en alternatieven voor aardgas zoals (hybride) warmtepompen. Laat maar zien wat het de klant kan opleveren zowel voor de portemonnee als voor de bescherming van ons klimaat en onze omgeving.”
De klimaatdoelstellingen zijn geformuleerd. De MKB-impacttoets laat zien dat het mkb een forse bijdrage moet leveren om de doelstellingen te realiseren. Kunnen de mkb-bouwondernemers rekenen op uw steun bij hun transitie-inspanningen? Zo ja, op welke wijze wilt u ze tegemoetkomen?
“De afspraken uit het Klimaatakkoord maken investeringen inderdaad noodzakelijk. Heel veel mkb’ers zullen moeten investeren in het energiezuinig en aardgasvrij maken van hun bedrijfspanden. Uit het onderzoek naar de impact van het klimaatakkoord op mkb-bedrijven blijkt dat die opgave in de komende decennia op hen af zal komen. Dat lijkt een lange periode, maar ondernemers zullen die investeringen juist nu in een ondernemingsplan moeten opnemen om tijdig te kunnen anticiperen.
Daarom wil ik mkb’ers stimuleren om te investeren in de klimaatopgave en daarmee ook de vraag in de bouwsector te ondersteunen. Daarin liggen immers uiteindelijk de beste kansen voor ondernemers uit de bouwsector die inspelen op de transitie naar een energiezuinige en aardgasvrije gebouwde omgeving. Ik stimuleer mkb’ers in hun klimaatopgave door ze goed te informeren over de gevolgen van het Klimaatakkoord en de mogelijkheden die ze hebben om maatregelen te nemen. Hiervoor heb ik onlangs het portal MKB Klimaatwerk gelanceerd op www.mkb-klimaatwerk.nl. Hier kunnen mkb’ers informatie vinden over het Klimaatakkoord en via een digitale tool advies op maat krijgen voor hun bedrijf. Zo wordt inzichtelijk wat de afspraken uit het Klimaatakkoord voor hen betekenen, wat voor mogelijkheden ze hebben om maatregelen te nemen en van welke subsidies ze daarvoor gebruik kunnen maken, bijvoorbeeld van de Energie-investeringsaftrek of de subsidie SDE++.
Ik kijk ook nadrukkelijk naar de mogelijkheden die mkb’ers hebben om het nemen van dit soort maatregelen te financieren. Ik wil samen met de minister van BZK bezien of het verkrijgen van financiering voor de verduurzaming van bedrijfspanden vergemakkelijkt kan worden. Daarnaast doet de staatssecretaris van EZK veel om het mkb te ondersteunen met de reguliere financieringsregelingen en garantstellingen, zoals de Borgstelling MKB, Qredits microfinanciering, SEED Capital en Vroege Fase Financiering.”
Ondernemers mogen de betaling van hun belastingen uitstellen tot begin januari 2021, als ze door corona in de problemen zijn gekomen. De bouwnijverheid is een branche die de gevolgen van een crisis doorgaans later aan den lijve ondervindt dan in andere bedrijfstakken. Vele mkb’ers zien in de eerste helft van volgend jaar hun orderstroom opdrogen. Kunnen zij rekenen op clementie en is het kabinet bereid de termijnen die zijn vastgelegd voor betalingsuitstel en ook voor terugbetaling van de opgelopen belastingschuld te verruimen?
“De maatregelen die dit kabinet sinds de aanvang van de crisis heeft genomen op dit punt, tonen aan dat het kabinet bereid is om de stappen te zetten die noodzakelijk zijn om Nederland door de crisis te loodsen. Op 3 november heeft het kabinet aangekondigd dat het versoepelde uitstelbeleid tot 1 januari 2021 wordt verlengd. Het kabinet blijft uiteraard de dialoog voortzetten met ondernemers over de zorgen en oplossingsrichtingen die samenhangen met de coronacrisis. Daarin zal ook dit signaal uit de bouw worden meegewogen. Uiterlijk in december informeert het kabinet de Kamer over voortzetting van het steun- en herstelpakket.”
AFNL constateert dat het kabinet miljarden investeert om klimaatverandering af te remmen. Daar is niks op tegen alleen is niet zeker of deze maatregelen ook daadwerkelijk het gewenste effect sorteren. Verder constateert de branchekoepel dat klimaatverandering een feit is en dat het kabinet nauwelijks geld vrijmaakt om de gevolgen ervan in te dammen. Waarom trekt het kabinet niet meer geld uit voor bestrijding van de evidente gevolgen? Dat zou bijvoorbeeld kunnen door – meer dan nu het geval is – deltacommissaris Peter Glas een ruim budget toe te kennen en gemeenten te ondersteunen in hun strijd tegen de nu al merkbare gevolgen van klimaatverandering. Wat spreekt er tegen de logica van meer geld voor de strijd tegen de gevolgen en eventueel minder voor niet bewezen effectieve maatregelen om klimaatverandering af te remmen? Of deelt het kabinet dit inzicht niet? Als dat zo is: Waarom niet?
“Ik wil vooropstellen dat het echt belangrijk is om maatregelen te nemen om de opwarming van de aarde zoveel mogelijk te beperken. Er is wetenschappelijke consensus dat de uitstoot van broeikasgassen als CO2 en methaan bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Hier is nu actie voor nodig om te zorgen dat de schadelijke gevolgen van klimaatverandering, waaronder stijging van de zeespiegel, overstromingen en lange periodes van hitte en droogte, niet steeds groter of zelfs onherstelbaar worden. Daarom hebben we in internationaal en nationaal verband afspraken gemaakt om de CO2-uitstoot te verminderen, de zogeheten klimaatmitigatie.
Wat mij betreft is het en en. Dit kabinet doet ook veel tegen de schadelijke gevolgen van klimaatverandering die zich nu al voordoen. Dit noemen we, als bekend, klimaatadaptatie. In het reguliere Deltaprogramma, met een budget van gemiddeld € 1,3 miljard per jaar de komende jaren, zijn klimaatadaptatiemaatregelen opgenomen. Daarnaast zijn afspraken gemaakt in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie door gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk. In het Bestuursakkoord Klimaatadaptie hebben deze overheden afgesproken hiervoor in totaal € 600 miljoen beschikbaar te maken de komende jaren. Vanaf 1 januari 2021 kunnen gemeenten, provincies en waterschappen gebruikmaken van de Impulsregeling klimaatadaptatie met een budget van € 200 miljoen. Via die regeling kunnen ze een bijdrage van het Rijk krijgen om het uitvoeren van klimaatadaptatiemaatregelen te versnellen, al geplande maatregelen uit te breiden en nieuwe maatregelen op te pakken.”