Vier jaar risicogestuurd onderhoud
Elke sluis, beweegbare brug, tunnel en gemaal kan alleen functioneren dankzij elektrotechnische, besturingstechnische en mechanische systemen. De aanleg-, service- en onderhoudswerkzaamheden zijn specialismen waar zich in Nederland ongeveer een tiental bedrijven mee bezighouden. ÆVO is één van de weinige mkb’ers en een volle dochter van het ingenieursbureau ImProvia. En ze zijn zeer succesvol. Onlangs wonnen ze een aanbesteding voor het onderhoud van drie belangrijke Amsterdamse tunnels, de IJtunnel, de Michiel de Ruijter Tunnel en de Spaarndammer Tunnel, vertelt directeur Corné van Dravik. Hoe kreeg het bedrijf dat voor elkaar?
Tekst: Arie Grevers Fotografie: ÆVO
Zaterdagavond 11 augustus 2018. In de IJtunnel te Amsterdam vat een schakelkast van het noodstroomvoorzieningsysteem vlam. Onmiddellijk zijn alle hulpdiensten in opperste staat van paraatheid. De tunnel wordt in beide richtingen afgesloten. Corné van Dravik, directeur van ÆVO dat de technische installaties in onderhoud heeft, kan zich die avond nog goed herinneren. Zijn team staat op dat moment in direct contact met de hulpdiensten. Verder wordt spoedoverleg gevoerd met partners, bijvoorbeeld de leverancier van het noodstroomvoorziening systeem. Mede dankzij de alerte reactie van ÆVO kan zondagochtend de tunnel weer open voor verkeer.
“Dezelfde mensen die het werk uitvoeren zijn ook betrokken bij de uitwerking van de inschrijving.”
“Een mooi voorbeeld van hoe je als mkb-bedrijf in zulke situaties snel kunt schakelen, doordat je onmiddellijk alle verantwoordelijke mensen tot en met de directeur aan tafel hebt. Dat geldt voor ons en voor onze partners”, zegt Corné niet zonder enige trots. Hij is vanaf 2013 directeur van de businessunit ÆVO, die ImProvia in 2009 toevoegde aan de bestaande activiteiten, toen de werkzaamheden in de inframarkt exponentieel toenamen. De twee andere units doen automatiseringsprojecten in de maakindustrie (IP&A) en engineering & consultancy diensten voor de infra, energie en industrie (E&C).
Verdeeld over drie vestigingen in Nederland werken ongeveer 85 technisch specialisten (mbo, hbo en tu) bij ImProvia/ÆVO, plus nog eens 15 mensen in de staffuncties. Inclusief de vestigingen in Polen zijn er 130 medewerkers in vast dienstverband. In principe zijn de technici en ingenieurs inzetbaar in alle drie bedrijfsunits. Corné: “Dat maakt het werk voor onze mensen afwisselend en dus aantrekkelijk. We komen vanuit een regio-georiënteerd model. Dat hebben we omgezet naar een model waarbij de klant onafhankelijk van de vestiging terecht kan bij een gespecialiseerde businessunit die de klant en haar uitdagingen goed begrijpt en kan bedienen.”
Drie tunnels
Verleden jaar liep de looptijd van het service- en onderhoudscontract voor de IJtunnel af. De gemeente Amsterdam besloot toen drie tunnels, IJtunnel, Spaarndammertunnel en de Michiel de Ruijtertunnel, in één tender onder te brengen. Acht partijen kwamen door de voorselectie, waarvan er vijf inschreven; vier grote ondernemingen en ÆVO als mkb-bedrijf. Na beoordeling van de inschrijfstaten en de EMVI-plannen ging ÆVO met de eer strijken, zij mogen de komende vier jaar de service en het onderhoud verzorgen van deze drie tunnels die van vitaal belang zijn voor het verkeer in de stad.
Het bedrijf heeft veel ervaring met het onderhoud van het elektrotechnische en werktuigbouwkundige deel van sluizen, beweegbare bruggen, tunnels en gemalen. Corné: “Maar deze opdracht is toch een voorlopige kroon op het werk. Een prachtig contract voor een mkb-onderneming.”
“De gemeente Amsterdam telt de inbreng en de kwaliteiten van een kleinere uitvoerende partij zwaar mee.”
Mkb-bewuste opdrachtgever
Opdrachten van deze omvang belanden niet zelden bij ondernemingen uit het grootbedrijf. Hoe verklaart Corné van Dravik dat toch een mkb’er de opdracht in de wacht heeft gesleept?
“Dat heeft ook te maken met het beleid van de opdrachtgever. De gemeente Amsterdam telt de inbreng en de kwaliteiten van een mkb-bedrijf mee en geeft hun een kans om mee te doen aan deze aanbesteding. Dat zie je terug in de lijst van uitgenodigde partijen en natuurlijk in de uitvraag. Ze hebben het onderhoudscluster beperkt tot elektrotechnische en mechanische installaties. Dat past precies bij de vakspecialismen waar wij ons als mkb’er op focussen. Er zijn ook opdrachtgevers die zo’n cluster uitbreiden met wegdekonderhoud of onderhoud van de betonconstructies. Dan wordt het voor ons te groot. In zulke gevallen kunnen we alleen in onderaanneming het werk aan de elektrotechinsche- en mechanische installaties uitvoeren. We geven echter de voorkeur aan een uitvoering, waarbij wij de contractpartner van de opdrachtgevende overheid zijn. Vooral dan kunnen we goed meedenken en onze meerwaarde en kennis laten zien.”
Onderscheidend vermogen
Er zijn nog wel meer aspecten waardoor ÆVO goed scoort. Niet voor niets kunnen ze trots zijn op een hitrate van één op drie. Eén van de drie inschrijvingen halen ze binnen. Corné: “We zijn mensen uit de praktijk en onze skills komen daar vandaan. Dat is, denk ik, ons belangrijkste onderscheidende vermogen. Dezelfde mensen die het werk uitvoeren zijn ook betrokken bij de uitvoering van de werkzaamheden uit het contract. Dat zie je bij de grote ondernemingen vaak niet. Die hebben een calculatieafdeling, een tenderafdeling en juridische afdeling die samen werken aan dit soort aanbestedingen, waarna het overgedragen wordt aan het uitvoeringsteam dat nog weinig kennis van de opdracht heeft. Zo werken wij niet, dat kunnen we ook niet, want we hebben deze afdelingen niet. We werken met een hecht team dat onze aanbiedingen maakt én het werk buiten organiseert. We kunnen veel van onszelf vragen om toch het laatste zetje te geven voor een heel specifieke en scherpe aanbieding. Er heerst een andere mentaliteit dan bij grotere organisaties. En daarmee kunnen we regelmatig het verschil maken.”
“Er heerst een andere mentaliteit dan bij het grootbedrijf. En daarmee zijn we redelijk succesvol.”
Rijkswaterstaat
De opdrachtgevers van ÆVO zijn hoofdzakelijk gemeenten, provincies en waterschappen. Hoe zit het met opdrachten van Rijkswaterstaat?
Corné: “Bij Rijkswaterstaat wordt momenteel veel geclusterd in grote veelomvattende aanbestedingen. Tenminste in ons werkgebied, want er zijn weinig aanbestedingen die direct bij ons passen. Toch gaan er geluiden, dat men ook daar het mkb meer kansen wil bieden. Zodra we daar concrete signalen van ontvangen, zijn we erbij. Ik vind het overigens een goede zaak dat een branchevereniging als MKB INFRA lobbyt voor een betere positie van het mkb bij aanbestedingen van de rijksoverheid.”
24/7
Kan Corné vertellen wat ze precies gaan doen in de Amsterdamse tunnels?
“De meeste mensen hebben geen beeld bij tunnelonderhoud. Het zichtbare deel, een tunnel met lampen, ventilatoren en noodverlichtingsarmaturen, dat kennen ze meestal wel. Als je dan vertelt dat een tunnel ongeveer net zoveel controlepanelen heeft als hij lang is, valt de mond meestal open van verbazing. De softwaresystemen moeten 24/7 functioneren en juist reageren op iedere mogelijke calamiteit, want je weet nooit wanneer en waar er zich een calamiteit voordoet. Camera’s monitoren de tunnel en veiligheidssystemen slaan bij het eerste signaal aan. Het is onze taak ervoor te zorgen dat ze het doen. Daarvoor hebben we mensen die de tunnel ingaan en op locatie de systemen inspecteren en testen. Voor de drie tunnels in Amsterdam hebben vijf mensen daar een dagtaak aan. En als het drukker wordt kunnen we direct opschalen tot tien vakmensen. Onze ingenieurs ondersteunen deze mensen vanuit de tweede lijn o.a. op PLC en SCADA software. De verkeersregeling organiseren is overigens een aangelegenheid van de overheden zelf. Zij weten exact hoe te handelen als een calamiteit zicht voordoet. Wij zorgen dat zij hun werk goed kunnen doen met door ons goed onderhouden technische installaties.”
Risicogestuurd
“Het onderhoud dat we uitvoeren is risicogestuurd. Praktisch wil dat bijvoorbeeld zeggen dat je systemen voor de beheersing van grote risico’s of calamiteiten met een grote impact veel vaker test, dan bijvoorbeeld de lamp in een ‘toilet’. Als die uitgaat, is dat even vervelend, maar niet catastrofaal. Je kunt ‘m vervangen zodra je een melding binnenkrijgt. Dat is anders met bijvoorbeeld de brandmeldinstallatie of de nooddeuren. Die testen we elke maand, ook al is dat technisch gezien niet per se noodzakelijk. De risico’s worden groter als het om de veiligheid of de beschikbaarheid van de tunnel gaat. We ontwikkelen zogezegd een onderhoudsvisie, waarin risico’s, kansen, maatschappelijke gevolgen e.d. zijn verdisconteerd. Dit rekenen we door en daar komt een risicogestuurde onderhoudsvisie uit. Vaststellen en uitvoeren gebeurt uiteraard altijd in nauw overleg met de opdrachtgever. Onze technische kennis en de operationele kennis van de opdrachtgever gaan hand in hand en worden optimaal benut.”