“We maken een digitale versie van het bouwwerk”
Afval is materiaal zonder identiteit. Dit citaat van de bekende architect Thomas Rau staat prominent op de homepage van Madaster. Pablo van den Bosch is één van de initiatiefnemers en vertelt wat het register kan betekenen voor de mkb-ondernemers. “De toekomst van de bouw is begonnen.”
Tekst: Arie Grevers
“Ik ben thuis aan het verbouwen en vroeg de architect om de bouwtekeningen. Altijd handig, dacht ik, dan kan de aannemer zien hoe de kozijnaansluiting in elkaar steekt. Maar hij had geen enkele tekening meer. De aannemer die zo’n tien jaar geleden mijn huis gebouwd heeft, daarentegen wel. Een typische mkb’er met vijftien mensen in dienst en een vaste klantenkring. Groeiambities heeft hij niet. Het is voor hem prima zo, want hij kan het goed behappen. Maar hij gaat wel met z’n tijd mee. Ik krijg van hem foldertjes van BouwGarant, van het FSC-keurmerk en hij laat weten VCA-gecertificeerd te zijn. Of Madaster wat voor hem is, vraagt hij? Want hij krijgt inmiddels klanten, die een duurzaam huis willen. Maar liever geen extra papieren rompslomp, benadrukt hij.”
Vanaf 2030 moet elk nieuw bouwwerk circulair zijn en vanaf 2050 moet ook de bestaande voorraad op circulariteit geïnventariseerd zijn.
“Nou, kan ik hem verzekeren, papier komt er niet aan te pas. En het uploaden van de planning, hoeveelhedenstaat en de inkooporders in ons register kost minder tijd dan het doornemen van de stukken voor een algemene ledenvergadering van zijn branchevereniging. Voor 900 euro per jaar kan hij beschikken over een digitale archiefkast voor de opslag van documenten over gebouwen met een gezamenlijk vloeroppervlak van maximaal 15.000m2. Daar kan hij gemakkelijk tien jaar mee vooruit. Tegelijkertijd heeft hij dan voor zijn opdrachtgever waarde gecreëerd, want hij heeft de producten en materialen waaruit het huis is samengesteld, een identiteit gegeven en daardoor circulair gemaakt. Als je precies weet wat je verspijkerd hebt – dus informatie over kwaliteit, leverancier, merk e.d. – kun je nauwkeurig de circulaire waarde van vastgoed bepalen. Doe je dat heel goed, dan heb je nul afval bij sloop, want je kunt exact bepalen welke materialen je waarvoor kunt hergebruiken. En dat is pas duurzaam. Als het de klant ernst is, zal ‘m dat zeker aanspreken. Het is overigens wel handig om de data in een universeel BIM-model vast te leggen, waar je ook nog eens een onderhoudsplanning aan kunt hangen. Op die manier maken we een digitale versie van het bouwwerk.”
Elimineren van afval
Het woord Madaster is een samentrekking van materialen en kadaster. Zoals het kadaster een register beheert, dat de bron van informatie is over eigendom en gebruik van vastgoed en ruimte, wil Madaster dat zijn voor materialen en producten waar de gebouwde omgeving (vastgoed, bruggen, wegen, viaducten, etc) van gemaakt is.
Madaster is ontstaan door publiek private partnership en bestaat uit twee organisatie: een non-profit, toezichthoudende organisatie en een uitvoeringsbedrijf. De eerste is eigenaar van het databankrecht en van de naam Madaster. En de tweede is een uitvoeringsbedrijf, Madaster Services, waarvan Pablo van den Bosch mede-eigenaar is.
Pablo van den Bosch: “Het is nu nog zo, dat de consument bij aanschaf van een huis nauwelijks weet wat hij koopt.”
Dat uitvoeringsbedrijf is marktpartij en moet ervoor zorgen, dat het register gemaakt en onderhouden wordt. Verder heeft het zich te houden aan wetten, regels en de eisen gesteld door de toezichthouder. Een belangrijke eis: zorg voor financiële stabiliteit, want over honderd jaar moeten de data nog toegankelijk zijn. En verder: garandeer onder alle omstandigheden continuïteit – dit gebeurt via een zogeheten escrow-regeling.
Uiteindelijk doel is het elimineren van afval. Alle materialen en producten uit sloop vinden hun weg terug naar de markt. Een soort grondstoffenbank?
Pablo: “Een functionerende grondstoffenbank is wel het doel. Maar dat is niet wat wij doen.
Hoe werkt het platform
De bouw- of infra-ondernemer heeft dankzij een zogeheten ‘enterprise licentie’ volledige toegang tot het Madaster Platform. Hij kan dus voor zijn klant een dossier aanmaken en materialenpaspoorten genereren. Ook kan hij zijn klant inzicht geven in de circulaire en financiële waardering van een gebouw. Zodra een project is afgerond, draagt hij het gebouwdossier in Madaster over aan de eindklant.
Verder:
● hebben de partijen een centrale plek om relevante documenten van een gebouw te delen en te archiveren;
● kan het gebouwdossier eenvoudig worden overgedragen aan de opdrachtgever en toekomstig beheerders;
● is het overhandigde gebouwdossier oneindig beschikbaar en door de tijd heen aanpasbaar;
● vormt Madaster door inzicht in circulaire waarden een stimulans om andere, meer circulaire ontwerpen te maken;
● dient de bibliotheek van gebouwmaterialen en – producten als bron voor het toekomstige ontwerp- en bouwproces.
Wij zorgen ervoor dat je informatie kwijt kunt en dat deze lange tijd veilig bewaard wordt. Onze digitale infrastructuur omvat ook een link naar een marktplaats, waar onze klant gebruik van kan maken als hij dat wil. Op die wijze brengen we vrager en aanbieder bij elkaar. We zijn een onafhankelijke organisatie en hebben er geen commercieel belang bij om iets met de data te doen. Door ons register voeden we een circulaire economie met informatie.”
Is Madaster al operationeel?
“We hebben nu ongeveer 200 klanten die ruim anderhalf miljoen vierkante meter hebben geregistreerd. We zijn nog niet online, want je moet eerst een kritische massa hebben waardoor de vrager ook daadwerkelijk kan vinden wat hij zoekt. We hebben al wel vast een link gelegd met de marktplaats voor klanten die er nu al gebruik van willen maken. De kritische massa ligt ongeveer bij 10 miljoen vierkante meter.”
Pablo van den Bosch: “De toekomst van de bouw is begonnen.”
Identiteit is waarde
Alle bouwstoffen, materialen en producten hebben waarde zodra ze een identiteit hebben, zodra ze zijn vastgelegd. En de hoogte van de waarde hangt af van het niveau waarop ze opnieuw gebruikt kunnen worden.
Pablo: “Het hoogste niveau van recyclen is hergebruik voor dezelfde toepassing als waarvoor het product oorspronkelijk is gemaakt. Dan heeft de content de hoogste waarde. Dat bevorder je door demontabel te bouwen. We hebben een circulariteitsindex in het register opgenomen. Weet je helemaal niks, dan is de score vanzelfsprekend zeer laag. Weet je van alles één ding, dan gaat je score omhoog. Mogelijk wil een opdrachtgever zijn score verhogen van 15 naar 25 procent. Daar kun je als aannemer op inspelen door bijvoorbeeld beter te documenteren in het BIM-model. Zo kun je je concurrentiepositie verbeteren.”
Circulariteitsindex
Van den Bosch realiseert zich dat een register voor materialen ver lijkt af te staan van de dagelijkse praktijk van de gemiddelde mkb’er. Maar hij wijst erop dat er regels komen voor circulariteit. Vanaf 2030 moet elk nieuw bouwwerk circulair zijn en vanaf 2050 moet ook de bestaande voorraad op circulariteit geïnventariseerd zijn.
“Banken, institutionele beleggers, verzekeringsmaatschappijen, ziekenhuizen, corporaties… dat soort instellingen die inzien dat gedetailleerde kennis over de waarde van het vastgoed belangrijk is, zijn op dit moment onze klanten. De consument niet. Het is nu nog zo, dat de consument bij aanschaf van een huis nauwelijks weet wat hij koopt. Hooguit dat zijn woning voldoet aan het Bouwbesluit, maar wat dat inhoudt, is hem doorgaans onbekend. Dat zal anders worden als hij waarde kan toevoegen door hoog te scoren op de circulariteitsindex. Of de index van verschillende aanbiedingen naast elkaar kan leggen. Bovendien: als de overheid consequent is, krijg je na 2030 geen bouwvergunning meer voor nieuwbouw als je niet kunt aantonen dat de samenstellende delen op het einde van de levensduur weer opnieuw te gebruiken zijn. De veranderingen gaan sneller dan je denkt. Een huis zonder gasketel, daar werd je twintig jaar geleden om uitgelachen. Of kijk eens naar de veranderingen die er in het slopersvak gaande zijn. Daarvoor hoef ik alleen maar te verwijzen naar de vorige uitgave van BouwBelang.” (Van den Bosch verwijst naar het artikel over het project SUPERLOCAL in Kerkrade dat in BouwBelang02-2019 verscheen, red.)