Tijdig overleggen GVA
Bij veel aanbestedingen wordt een gedragsverklaring aanbesteden (GVA) gevraagd. In de praktijk zien wij regelmatig gebeuren dat een GVA niet tijdig wordt aangevraagd bij het ministerie of niet tijdig wordt ingediend bij de aanbestedende dienst. In een recente uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 27 juli 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:8792) wordt bevestigd dat dit leidt tot een ongeldige inschrijving.
Een GVA is een verklaring namens het ministerie van Justitie en Veiligheid dat uit een onderzoek is gebleken dat er geen uitsluitingsgronden, onherroepelijke veroordelingen of beschikkingen wegens overtreding van de mededingingsregels of andere bezwaren van toepassing zijn ten aanzien van de gegadigde om in te schrijven op een aanbesteding. Een GVA is in 2013 gelanceerd als de vervanger van de verklaring omtrent gedrag (VOG).
In onderhavige kwestie wordt bij een meervoudig onderhandse aanbesteding aangegeven dat een GVA direct bij de inschrijving moet zijn gevoegd. De winnend inschrijver overlegt bij inschrijving echter geen GVA. De aanbestedende dienst geeft aan dat op grond van artikel 7.10.5 ARW 2016 sprake is van een eenvoudig te herstellen gebrek dat binnen twee werkdagen hersteld mag worden. De inschrijver overlegt vervolgens na drie werkdagen een GVA, derhalve één werkdag te laat. Daarnaast blijkt dat de afgiftedatum van GVA dateert van één werkdag na datum inschrijving.
De Voorzieningenrechter oordeelt op basis van Europese rechtspraak dat zelfs als de inschrijver tijdig een GVA had verkregen, dit haar nog altijd niet had kunnen baten. Indien een mogelijkheid tot herstel geboden wordt dan moet het namelijk gaan om gegevens waarvan objectief kan worden vastgesteld dat zij dateren van vóór het einde van de inschrijftermijn. De afgiftedatum van het bewijsstuk is daarbij leidend. Dit oordeel is in lijn met een eerder oordeel van de Rechtbank Leeuwarden, 6 maart 2019 (ECLI:NL:RBNNE:2019:836)
De afgiftedatum van de GVA van inschrijver is van na datum inschrijving en voldoet daarmee dus niet aan dit criterium. Indien de aanbestedende dienst een GVA accepteert die dateert van na het sluiten van de inschrijvingstermijn, dan zou zij handelen in strijd met het gelijkheidsbeginsel.
Deze uitspraak benadrukt eens te meer het belang voor inschrijvers om niet alleen de GVA maar ook andere bewijsstukken al voor inschrijving op de plank te hebben liggen. Zelfs als het bewijsstuk conform de aanbestedingsleidraad pas na inschrijving moet worden overgelegd. Want bewijsstukken met een afgiftedatum van na inschrijving kunnen leiden tot fatale gevolgen in de vorm van ongeldigverklaring.