BouwBelang: Platform voor bouw en infra van AFNL

BIK

26-04-2021
door Gerrald Heijnen

Vanaf 1 januari 2021 is de Baangerelateerde Investeringskorting, afgekort BIK, van kracht. Het doel van de regeling is investeringen naar voren halen, waardoor de economie een stimulans krijgt. Delen van de economie lijden immers zwaar door de Corona maatregelen. De regeling is vormgegeven als een korting op de af te dragen loonheffingen. De korting bedraagt 3,9 % over de eerste € 5 miljoen aan investeringen. Voor bedragen boven € 5 miljoen is de korting 1,8 %.

De BIK geldt alleen voor nieuwe bedrijfsmiddelen, dus geen gebruikte bedrijfsmiddelen. Investeringen die worden verhuurd aan derden komen eveneens niet in aanmerking. Ook komen niet in aanmerking zelf vervaardigde goederen. Het bouwbedrijf dat haar eigen bedrijfspand bouwt, komt dus niet in aanmerking voor BIK (!)
De regeling geldt maar voor een korte periode: 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022. Investeringen die gedaan zijn in het laatste kwartaal van 2020 komen ook in aanmerking, mits de laatste betaling op de investering in 2021 of 2022 plaats vindt. Dit geldt overigens ook voor de investeringen die in 2021 en 2022 worden gedaan. Doet u een restantbetaling in 2023 dan loopt u op de volledige investering de BIK mis. U krijgt dus ook niet een gedeelte.

Voorbeeld hoe BIK uitwerkt

Stel een bouwbedrijf koopt in 2021 voor € 600.000 nieuwe machines. Mits deze volledig worden betaald vóór 31 december 2022, komt u in aanmerking voor een BIK van 3,9 %. De korting bedraagt dus € 23.400.

Deze korting wordt verrekend met de af te dragen loonheffingen. De BV die investeert moet dus wel medewerkers in dienst hebben, anders valt er niets te verrekenen. Mogelijk komt er nog een regeling dat de korting ook verrekend kan worden met de loonheffing van een andere BV binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Dit is echter nog onzeker, daarvoor is eerst toestemming van de EU nodig.

De korting wordt tot de winst gerekend. Over het ontvangen bedrag van € 23.400 betaalt de BV daarom vennootschapsbelasting. Het tarief hiervan varieert tussen de 15 en 25 %. Netto houdt de BV dan over een bedrag tussen de € 19.890 en € 17.550.